“Richard Wagner, Porazzi” en Richard Wagner, Transcriptions for piano”, door pianist Camiel Bloomsma, op het label Etcetera. Twee ontdekkingen!

Het label “Etcetera” gaf twee cd’s uit met pianotranscripties van composities van Richard Wagner. De Nederlandse pianist Camiel Bloomsma zorgt daarbij voor een uiterst oorspronkelijke, stemmige en intieme weergave van Wagners mysterieus verheven kunst.

Liszt als pionier

Richard Wagners invloed was reusachtig. Zijn meesterwerken waren zowel persoonlijk als universeel. Het muziek minnend publiek wou Wagners werken in het operagebouw horen en zien maar wou zijn muziek ook thuis op de piano kunnen spelen. In de loop van de 19de eeuw werden dan ook tal van pianotranscripties geschreven. Franz Liszt was de pionier maar nog veel anderen interpreteerden Wagners meer dan geniale muziek op hun eigen persoonlijke manier. De Duitse pianist Detlev Eisinger (°1957) nam voor het Label Audite trouwens diverse transcripties op, “Werkeinführungen zu Opern von Richard Wagner mit zahlreichen Musikbeispielen, gesprochen und gespielt von Detlev Eisinger” en “Paraphrasen von Liszt, Wolf und Brassin über Themen von Richard Wagner”.

Leidmotieven

Pianotranscripties bieden wonderbaarlijk duidelijk inzicht in de verschillende leidmotieven en in de ontwikkeling en combinaties er van in de stemvoering. Hoewel de term niet afkomstig was van Wagner. Hij sprak over thema’s. De term “Leitmotiv” werd in 1871 geïntroduceerd door Friedrich Wilhelm Jähns in zijn boek “Carl Maria von Weber in seinen Werken”. Het was vervolgens de redacteur van het tijdschrift “Bayreuther Blätter” Hans von Wolzogen (kleinzoon van de architect Karl Friedrich Schinkel), die in 1876 in zijn “Thematischer Leitfaden durch die Musik zu Richard Wagners Festspiel “Der Ring des Nibelungen””, de term standaardiseerde als “charakterisierenden Tonfolgen in Wagners Werken, die Personen oder Vorgänge in Erinnerung rufen und symbolisieren”. Von Wolzogen (1848-1938) was voorzitter van de “Allgemeinen Richard Wagner Verein” en was in 1928 één van de eerste ondertekenaars van het Gründungsmanifest van de völkische “Kampfbund für deutsche Kultur”. In die hoedanigheid noemde deze eminente muziekgeleerde en Edda specialist, in 1936, in het “ Zeitschrift für Musik”, Hitler de “Verkörperung des völkischen Geistes“, en vergeleek hem met Richard Wagner!

Tal van transcripties

Nog tijdens Wagners leven realiseerden tal van componisten en pianisten pianobewerkingen (Bearbeitungen & Klavierauszüge – Transcriptions & Réductions – Arrangements). Zo realiseerde Engelbert Humperdinck “12 Auszüge aus der Oper “Parsifal” für Klavier vierhändig” en maakte Sigfrid Karg-Elert zijn “Parsifal-Vorspiel/Gralsglocken und Abendmahlsszene” voor orgel. Humperdinck was assistent van Wagner bij de Uraufführung (première) van “Parsifal” in 1882 in Bayreuth. Anderen die bewerkingen maakten waren bv. Louis Köhler, Sara Magnus-Heinze, de broers Martin en Sigismund Blumner, Auguste Bazille (organist en chef de chant aan de Parijse Opéra-Comique), Ernst Pauer (studeerde in Wenen piano bij Mozarts zoon Franz Xaver Wolfgang), Karl Klindworth, Isidor Seiss (leerling van Friedrich Wieck en leraar van o.a. Willem Mengelberg), Berthold Tours (violist en muzikaal adviseur van de uitgevers-firma Novello & Co. in Londen), Franz Behr (componist van de bekende polka “Lachtäubchen” die Rachmaninov voor piano solo arrangeerde voor Leopold Godowsky), Reiner Henseler en Émile Hoskier, deze laatste uit de kring van Waldteufel en Saint-Saëns.

Joseph Rubinstein (1847-1884)

Het meest dramatische voorbeeld was wel dit van Wagners Russisch-joodse huispianist Joseph Rubinstein. Deze gewezen hofpianist van grootvorstin Helene werd in 1872 assistent van Wagner in Bayreuth. Helene was de vrouw van grootvorst Michaël Pavlovitsj, de jongste zoon van tsaar Paul en diens vrouw Maria Fjodorovna. Rubinstein begeleidde de Wagners tijdens hun laatste verblijf op Sicilië en in Venetië. Na Wagners overlijden op 13 februari 1883, vertrok deze begenadigde pianist op concertreis met op zijn programma arrangementen van werk van Richard Wagner. Rubinstein raakte echter na de dood van Wagner danig in depressie dat hij zijn leven zonder Wagner niet langer kon voorstellen. In  augustus 1884 schoot hij zichzelf op 36-jarige leeftijd dood in Tribschen.

Winterstürme

Van Siegmunds bekend “Liebe- und Lenzlied” uit „Die Walküre”, „Winterstürme wichen dem Wonnemond”, bestaan meerdere pianobewerkingen. Er is o.a. de “Paraphrase über die Walküre” uit 1880 van Hugo Wolf en er is het tweede (“Siegmund’s Liebesgesang) van de für das Pianoforte frei übertragen, aan Laura van Cutsem opgedragen vijf stukken uit “Aus Richard Wagner’s Der Ring des Nibelungen”, uit 1877, van Louis Brassin (1840-1884),. “Winterstürme” is in Wagners “Die Walküre” dat heerlijk lyrisch moment in de derde scène van de eerste akte bij “Wachsende Helligkeit des Mondscheines”. Na de innige omarming van Siegmund, eigenl. ineenstrengeling (“Umfassung”) “Dich selige Frau” op het Wälsungen motief, tussen Siegmund en Sieglinde, springt in “Hunding’s Haus”, plots de deur open (“Die große Türe springt auf”). Bij Siegmunds reactie die een wonderbaarlijk gevoel opwekt “Ha, wer ging? Wer kam herein? Keiner ging – doch einer kam, siehe, der Lenz (de lente) lacht in den Saal!”, schreef Wagner als regie aanduiding, “Die Tür bleibt weit geöffnet: außen herrliche Frühlingsnacht; der Vollmond leuchtet herein und wirft sein helles Licht auf das Paar, das so sich plötzlich in voller Deutlichkeit wahrnehmen kann”.

Heinrich & Therese

En dan te bedenken dat tijdens de première voorstelling op 26 juli 1870 in het Königlichen Hof- und Nationaltheater in München o.l.v. Franz Wüllner, de rollen van Siegmund en Sieglinde gezongen werden door Heinrich en Therese Vogel. Zij waren in het werkelijke leven toen nog maar twee jaar getrouwd! Dit legendarisch lyrisch koppel kocht vijf jaar later in Tutzing in het Fünfseenland (tussen de Ammersee en de Starnberger See), de “Deixlfurter See” en verkavelingen, om er een landwirtschaftliches Gut met biologisch Viehzucht en een Milchwirtschaft te runnen. Daar startten zij met de eerste Kartoffelbrennerei in Beieren. Wil ik maar zeggen dat zelfs het alcohol distillaat van aardappelen in Beieren, Wagneriaans was! Dat Heinrich en Therese de rollen van Siegmund en Sieglinde niet zongen tijdens de première in 1876 in Bayreuth, (dat deden Albert Niemann en Josephine Schefsky), was omdat ze het te druk hadden als Landwirt en Landwirtin. Een geldige reden.

Onze Louis Brassin

Louis Brassin (1840-1884) was een Belgische pianist, componist en muziekpedagoog, geboren in Laken. Hij was pianodocent aan het Stern’sches Konservatorium in Berlijn en aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Edgar Tinel was daar één van zijn leerlingen. Vervolgens werd hij als pianodocent opvolger van Theodor Leschetizky aan het conservatorium van Sint Petersburg. Brassin componeerde o.a. twee pianoconcerti maar maakte vooral naam met solostukken en bewerkingen van melodieën van Wagner, bv. van “Walhall” (“Das Rheingold”), “Siegmund’s Liebesgesang”, “Feuerzauber”en “Der Ritt der Walküren” (“Die Walküre”), en “Waldweben” (“Siegfried”,2de akte, 2de scène).

Piazza dei Porazzi

“Porazzi” is een raadselachtig, ongepubliceerd thema waaraan Wagner begon tijdens het componeren van de tweede akte van “Tristan und Isolde”. Hij woonde toen op de „Grünen Hügel“ naast de Villa Wesendonck in Zürich. Hij beëindigde het thema pas na de voltooiing van “Parsifal” in het Siciliaanse Palermo. Het Porazzi thema had alles te maken met het verblijf van de Wagners in Palermo, van 5 november 1881 tot 20 maart 1882. Dit thema bestaat uit dertien maten, waarvan hij de eerste acht maten in 1858-1859 componeerde en vijf maten in 1882 aan de “Piazza dei Porazzi” in Palermo. Aanvankelijk logeerde Wagner met Cosima en de kinderen in het Hôtel des Palmes (vandaag het hotel Grande Albergo & Delle Palme) in Palermo. Het hotel werd toen gerund door de Engelse familie  Ingham – Whitaker. Maar om aan het lawaai buiten het Grand Hotel te ontsnappen, vonden ze begin februari 1882 een onderkomen in de Villa del Principe Gangi aan de Piazza dei Porazzi. Aan dit adres ontleent het befaamd Porazzi-thema (“Melodia ai Porrazzi”) zijn naam. Wagner schonk de melodie weliswaar aan gravin Beatrice Tasca die de villa ernaast bewoonde en in wiens park Wagner mocht wandelen en verpozen.

13 mysterieuze maten

De oorspronkelijke maat acht is later op Sicilië doorgekrast en het thema is er uitgebreid met zes nieuwe maten, in totaal dertien maten, dus. In deze periode werkte Wagner ook aan de orkestratie van de derde akte van “Parsifal”. Van Cosima weten we dat het thema genoteerd werd in de violet gekleurde inkt waarmee Wagner ook de noten van zijn “Parsifal” noteerde. Algemeen wordt aangenomen dat het Porazzi thema het laatste was dat Wagner op de piano speelde voor zijn dood in het palazzo Vendramin op 13 februari 1883 in Venetië. U kan de door Franco Mannino georkestreerde versie van de “Melodia ai Porrazzi” herhaalde keren beluisteren in de film “Ludwig” (1972) van Luchino Visconti.

Wagner in Venetië

Richard Wagner verbleef tussen 1858 en 1883 zes keer in Venetië. Hij vertrok voor de laatste keer in september 1882 met zijn vrouw Cosima, vier kinderen Daniëla von Bülow, Isolde , Eva en Siegfried en bedienden, niet lang na de première van “Parsifal” die plaats greep op 26 mei 1882. Hij huurde de bel-etage (mezzanine) van de Ca ‘Vendramin Calergi aan het Canal Grande van Prins Enrico Carlo van Bourbon-Parma, graaf Bardi en zijn tweede echtgenote Adelgonda di Braganza. Op 13 februari 1883 overleed hij op 69-jarige leeftijd in het palazzo aan een hartaanval. De Venetiaanse beeldhouwer Augusto Benvenuti nam op 14 februari het dodenmasker af, Wagners lichaam werd gebalsemd en een gondel bracht de kist naar het station. Vanuit het station van Venetië ging ze op 16 februari, via München, richting Bayreuth. Tijdens het spelen van de “Trauermarsch” uit “Götterdämmerung”, werd de kist van het station in Bayreuth naar de villa Wahnfried gebracht. Daar werd op zondag 18 februari 1883, de kist met Wagners stoffelijk overschot begraven in de tuin.

Boeddhisme en Harvey

Interessant om weten en om te ontdekken is dat de Engelse componist Jonathan Harvey (1939-2012), in zijn opera “Wagner Dream” (2007), de gebeurtenissen rond Wagners dood verwerkte, gecombineerd met het verhaal over de liefde van Prakriti voor de monnik Ananda van Wagners nooit gerealiseerde, boeddhistische opera “Die Sieger” (1856-1858). Wagner vond toen het gegeven in de “Introduction à l’histoire du Bouddhisme indien” uit 1844 van de Franse oriëntalist Eugène Burnouf (1801-1852). “Die Sieger” bleef bij een schets waarin Wagner de personages Ananda en Savitri modelleerde naar Mathilde Wesendonck en zichzelf. Hij verwerkte later wel elementen uit zijn “Sieger”, geïnspireerd door zijn liefde voor Mathilde, in zijn “Parsifal”.

Siciliaans beïnvloed

Het “Porazzi thema” was gedeeltelijk beïnvloed door de mysterieuze tonen van “Parsifal” en “Parsifal” was naast door de Dom of Cattedrale di Santa Maria Assunta van Siena (“Gralstempel”) en de tuin van de Villa Rufolo in Ravello in de Italiaanse provincie Salerno (regio Campanië) (“Klingsors Zauberschloss”), gedeeltelijk beïnvloed door wat Wagner in Sicilië bezocht en bewonderde. Wagner was in Siena en in Ravello in 1880. In november 1881 kwamen ze vanuit München, over Verona en Napels naar Sicilië. Cosima deed trouwens uitgebreid verslag van wat het gezin tijdens hun verblijf in de Siciliaanse hoofdstad bezocht, en natuurlijk in het bijzonder van wat haar Richard er allemaal van vond.

Siciliaanse pracht

Ze bezochten Taormina (Hôtel Timeo) en genoten van Palermo, de prachtige stad in de Gouden Schelp (“Conca d’Oro”) tussen de bergen, aan wat Goethe “de mooiste kaap ter wereld” noemde. Goethe was er in 1787. De Wagners bezochten er o.a. de Capella Palatina (de kapel van de Normandische koningen) in het Palazzo dei Normanni (Palazzo Reale) met de adembenemende mozaïeken in het sactuarium. Ze zagen de sarcofagen van de aartsbisschoppen en deze van de Hohenstaufen keizers in de kathedraal (Cattedrale della Santa Vergine Maria Assunta), en ze bewonderden de magistrale, 12de -13de -eeuwse mozaïeken en de immense Chritus Pantocrator in de Dom van Monreale. Ze bezochten de exotische, botanische tuin (Orto Botanico) en het park van de Villa Giulia. De tuin deed Goethe botanica studeren. In de kathedraal zagen ze in de kleine kapel het stucwerk, de relikwieën van de heilige Cristina en de heilige Ninfa en de zilveren urne van Santa Rosalia. Zij was en is de in de grotten van Monte Pellegrino als kluizenaar overleden beschermvrouw van Palermo. Goethe beschreef in zijn “Italienische Reise” Monte Pellegrino als „das schönste Vorgebirge der Welt“. Op 15 januari 1882 maakte Renoir in Palermo zijn potloodschets van Wagner die hij later uitwerkte tot zijn geschilderd portret. Vijf dagen later bezochten de Wagners Bagheria met Prins Gangri, gravin Tasca, en de kinderen in vier koetsen. Ze namen de lunch in de oude, Fenicische handelsstad Solunto.

Hartinfarct in Acireale

Wagners eerste hartinfarct op 28 maart 1882, gebeurde in Acireale, een toen dun bevolkte maar paradijselijke plaats aan de Siciliaanse kust tussen Catania en Taormina, aan de voet van de Etna. Wagner bewonderde daar de neogotiek en Siciliaanse barokstijl van de Basilica collegiata di San Sebastiano, de Cattedrale dedicata a Maria Santissima Annunziata, en de Basilica dei Santi Pietro e Paolo en palazzi aan de Piazza del Duomo. Cosima ontving de voltooide partituur van “Parsifal” als kerstgeschenk. Het Porazzi thema werd in 1999 onder de titel “The Porazzi Fragment” bewerkt voor 21 solo strijkers door de knappe, Engelse componist Gavin Bryars (°1943). Bryars studeerde filosofie, werd de jazz contrabassist van het “Trio Joseph Hoolbrooke”, maar koos door persoonlijk contact met John Cage en zijn New York School, Morton Feldman en Earle Brown, en door studie van het minimalisme, voor klassieke, eigentijdse compositie.

Transcripties

Op Boomsma’s eerste cd “Transcriptions for piano”, staan “Recitativ und Romance” (Wolframs “Wie Todesahnung Dämmrung deckt die Lande – O du mein holder Anbendstern”) uit de 2de scène van de 3de akte uit “Tannhäuser”, de lievelingsopera van de Beierse koning Ludwig II, door Liszt. Dit wordt gevolgd door de “Verwandlungsmusik” uit “Parsifal” door August Stradal (1860-1930), “Improvisation über Walther’s Preislied” uit “Die Meistersinger Von Nurnberg” door Franz Brendel, en door “Trauermarsch” (“Trauermusik”) door Ferruccio Busoni (1866-1924) en “Einleitung” door Zoltán Kocsis (1952) uit “Götterdämmerung”. Tot slot “Isoldes Liebestod” uit “Tristan und Isolde” door Liszt. Liszt bedacht de omschrijving “Isoldes Liebestod”. Tristan bezwijkt aan zijn wonden, Isolde glijdt na “Mild und Leise”, als getransfigureerd, uit de armen van Brangäne, neer op Tristans dode lichaam. Ende.

Stradal en Brendel

De Tsjechische pianist August Stradal (1860-1930) was een leerling van Anton Bruckner. Hij maakte piano arrangementen van Bruckners symfonieën 1, 2, 5, 6, en 8. Hij maakte piano arrangementen van Wagners “Wintersturme wichen dem Wonnemond”, “Der Ritt der Walküren” en “Schluss des letzten Aufzuges” uit “Die Walküre”, “Waldweben” uit “Siegfried”, “Rheinfahrt aus dem Vorspiel”, “Trauermusik aus dem letzten Aufzug” uit “Götterdämmerung”en van Wagners “Wesendonck-Lieder”. Franz Brendel (1811-1868) was een Duitse muziekcriticus en musicoloog die in 1844 opvolger werd van Robert Schumann als redacteur van het Neue Zeitschrift für Musik in Leipzig. Brendel werd een Wagneriaan van het eerste uur en onder zijn leiding werd het tijdschrift de spreekbuis van Berlioz, Liszt en zijn leerlingen in Weimar, en Wagner. Om hun nieuwe muziek (“Zukunftsmusik”) te plaatsen introduceerde Brendel het begrip “Nieuwe Duitse School”.

Van Brassin tot Moussault

Camiel Boomsma’s 2de cd draagt de titel van het mysterieus thema, “Porazzi”. Op deze Porazzi cd staan “Siegmunds Liebesgesang” uit “Die Walküre” door Louis Brassin (1840-1884), Elsa’s “Brautzug zum Münster” uit “Lohengrin” door Liszt, het Vorspiel tot de 1ste akte uit “Parsifal” door Albert Heintz (1822-1930) en “Karfreitagszauber” uit “Parsifal” door August Stradal (1860-1930). Albert Heintz was tevens de auteur van het boek “Die Meistersinger Von Nurnberg: Versuch Einer Musikalischen Erklärung” (1888). Voor de beschrijving van de meesterlijke ouverture kon hij beroep doen op de kennis van Heinrich Porges die o.a. als eerste de Bloemenmeisjes in “Parsifal” repeteerde. Men noemde hem daarom “Blumenvater”. Uit “Götterdämmerung” koos Boomsma voor Brünnhilde’s zelfverbranding & Finale door August Stradal (1860-1930). Onder de titel “Wagner’s last glimpse into the future: three pieces connected”, koos pianist Boomsma dan voor Wagners Elegie in As-dur (datering onzeker), het nauwelijks 33 seconden durend Porazzi thema, en voor een compositie van de Nederlandse componist en dirigent Kent Hugo Moussault (°1993), “Il Cigno di Palermo: A path to Wagner’s Porazzi theme”. Alles magnifiek gespeeld en dus bijzonder warm aanbevolen. En trouwens, wil u het magisch Land van Wagners “Parsifal” ervaren, dan moet u niet naar Duitsland maar dan moet u naar Siena, Ravenna en Palermo!Richard Wagner TRANSCRIPTIONS FOR PIANO Franz Liszt August Stradal Franz Bendel Ferruccio Busoni Zoltán Kocsis Camiel Boomsma cd Etcetera KTC 1540Richard Wagner PORAZZI, SIEGMUND’S LIEBESGESANG, IL CIGNO DI PALERMO Louis Brassin Franz Liszt Albert Heintz August Stradal Kent Hugo Moussault Camiel Boomsma cd Etcetera  KTC 1540

https://www.stretto.be/2021/06/03/gerhard-hamm-rediscovered-bagatellen-and-klavierstucke-door-camiel-boomsma-op-het-label-challenge-classics-een-heuse-ontdekking/