ANTWERPEN THEATERSTAD, HERBELEEF DE JAREN ’50 EN ’60

Uitgeverij Lannoo gaf het boek van Toon Brouwers uit over het theaterleven in Antwerpen in de 2de helft van de 20ste eeuw.

Verwezenlijking van haar theatergeschiedenis

Sedert 2008 spreekt het begrip Theater aan de Stroom, de samenvoeging van het theatergezelschap de fluistercompagnie en het Raamtheater in Antwerpen, tot ieders verbeelding. Na een pand van een vzw verbonden aan de Kerkfabriek vond men op Linkeroever een oud fabrieksgebouw van het bedrijf voor bevestigingsmaterialen Combori. De doelstelling van Theater aan de Stroom (TAS), nl. klassiek en modern repertoiretheater uit binnen- en buitenland op een toegankelijke manier aan een zo groot mogelijk publiek aan te bieden en regelmatig wereldcreaties van Nederlandstalige auteurs of creaties in het Nederlandse taalgebied te brengen, kan zowat beschouwd worden als de uiteindelijke verwezenlijking en résumé van Antwerpens roemrijke theatergeschiedenis. Over deze roemrijke geschiedenis kan u nu een boek lezen. En, dat daarbij de acteur, de speler, een centrale plaats inneemt, zou Herman Teirlinck alleen maar toegejuicht hebben.

Antwerps theaterleven

Het boek is geschreven door Toon Brouwers die in Antwerpen lange tijd actief is geweest in het beroepstheater. Hij is nu emeritus hoogleraar aan de AP-Hogeschool in Antwerpen en doceerde theatergeschiedenis en dramaturgie. In Antwerpen Theaterstad vertelt hij de recente geschiedenis van het theater in die meer dan boeiende en snel evoluerende prachtstad aan de stroom, van de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw tot aan het begin van de 21ste eeuw. Op de achterflap lezen we dat in de tweede helft van de 20ste eeuw, het Antwerpse theaterleven van een bescheiden plek in de middenmoot, opschoof naar een plaats tussen de koplopers in de Europese culturele wereld. De belangrijke rol die het Antwerps theater speelde als een prominente gangmaker van de internationaal vermaarde ‘Vlaamse Golf’ had hier een groot aandeel in. Wel, daarover en over nog zo veel meer gaat het boek.

Theater is strijd

Het boek beperkt zich niet tot de geschiedenis van het toneel in Antwerpen, maar bespreekt historisch en inhoudelijk, theater in de brede betekenis van het woord. Toon Brouwers heeft het met name ook uitvoerig over opera en kameropera, ballet en poppentheater, revue, musical en cabaret. Aan de hand van deze genres ontmoeten we de vele, vele belangrijke huizen en gezelschappen, acteurs en regisseurs in hun strijd voor instandhouding en vernieuwing en in hun verbeten strijd tegen onbegrip en star conservatisme vanwege de overheid en menig bekrompen, Vlaamse burger van toen.

Veelzijdig overzicht

In zijn Woord vooraf schrijft Toon Brouwers dat er naast talrijke bijzondere publicaties, nog geen echt overzichtswerk voorhanden was. Hij noemt zijn boek dan ook bescheiden een poging om die leemte op te vullen. Wel, daar is U mijn waarde emeritus hoogleraar, ontzettend in geslaagd. Voor het eerst komen nl. in een boek alle theatervormen en podiumkunsten van dit recent verleden aan bod, teksttheater en experimenteel theater, opera en muziektheater, ballet en bewegingstheater, poppenspel en ontspanningstheater. Vanuit de studie, een immense studie, op basis van heel intens, nieuw historisch onderzoek, legt Toon Brouwers in Antwerpen Theaterstad vitale kenmerken van de actieve Antwerpse groepen bloot, en van de theaterwereld in het algemeen.

Aspecten van het theaterleven

Zijn boek is geen klassiek geschiedenisboek met één doorlopende chronologische lijn waarbij elk hoofdstuk aansluit bij het vorige, neen, elk van de dertien uitgebreide essays vertelt een eigen en apart, vlot leesbaar verhaal. Elk hoofdstuk heeft het over een welbepaald aspect van het Antwerps theaterleven. Daarenboven is elk van de dertien hoofdstukken voorzien van uitgebreide voetnoten en een bibliografie. Dertien keer een bibliografie dus, dat kan tellen. Ofwel ligt het accent van een hoofdstuk op een tijdsgeest of een stroming zoals De Antwerpse Vlaamse Golf, ofwel ligt het op een welbepaald genre zoals Opera en Muziektheater of Poppen- en Figurentheater. Maar steeds heeft Brouwers alle aandacht voor de belangrijke, onderlinge beïnvloeding van de verschillende genres. En ook heeft hij aandacht voor de recente evolutie van en naar multiculturele theatervormen en de jongerencultuur in een alweer snel veranderde en veranderende wereldstad.

Avant-garde

In “Van De Nevelvlek naar Paradise Now!” heeft Toon Brouwers het over De Nevelvlek, opgericht in1951, de groep Wending en regisseur Lode Rigouts, over de invloed van Beckett, het cabaret Cyrano en De koperen Haan, het belang van Tone Brulin (Theater op Zolder, weet u nog?), Happenings, living theater en Studio Herman Teirlinck. Het was de tijd van avant-garde, van Walter Tillemans en Alfons Goris, het was de tijd van ophefmakende, vernieuwende producties als Ajax en Lysistrata.

Kinderen en Kamertoneel

In “Zonnebloemen in Studio’s en Paleizen” gaat het over het kindertheater De Zonnebloem, de rol van Corry Lievens bij het Jeugdtheater van de KNS, HETPALEIS van Barbara & Co, De Kakkewieten en de organisatiestructuur Villanella in de voormalige Studio Herman Teirlinck. Zijn 3de hoofdstuk met de leuke titel “Antwerpen Kamert”, gaat over het Nederlands Kamertoneel, de experimentele werkgroep voor Toneel van Lode Hendrickx, het Fakkeltheater (1956), het Nieuw Vlaams Theater De Waag, het Toneelgezelschap Ivonne Lex en het Raamtheater.

Links geëngageerd

Het hoofdstuk “De jaren zeventig beginnen in mei ’68” brengt ons opnieuw het geëngageerd theater van de KNS in herinnering. In dit hoofdstuk bespreekt Toon Brouwers nl. Mistero Buffo en het Trojaanse Paard en wekt zo doende het links geëngageerd theater van toen, de rol van Walter Tillemans en de theaterstaking van najaar 1974, weer een beetje tot leven. Een ode aan de Wannes. In “De Antwerpse ‘Vlaamse Golf” lezen we over het wel en wee van De Mannen van den Dam, Tie3 (theater en derdewereldlanden), het Gezelschap van de Witte Kraai (Sam Bogaerts en Lucas Vandervost), AKT (Antwerps Kollektief voor Theaterprojecten) van o.a. Ivo Van Hove, Toneelproducties De Tijd, Jan Decorte, de Blauwe Maandag Compagnie van Luk Perceval, Jan Fabre & Toubleyn, het Reizend Volkstheater en Theater Zuidpool.

Revival of verloren repertoiretheater?

In “De tweede en volgende Golf” bespreekt Toon Brouwers vervolgens de jaren tachtig en negentig. Gezelschappen als TG STAN, Compagnie de Koe, de Roovers, Olympique Dramatique, MartHa!tentatief, SKaGen, Theater Tol, CREW en FC Bergman breidden het Antwerps stedelijk theaterlandschap verder uit. In “Stadstheater en/of Repertoiretheater?” heeft Brouwers het dan uitvoerig over melodrama’s en kluchten en over de revival na de oorlog van zoiets als Nationaal Toneel door Het Reizend Volkstheater van Rik Jacobs. Hij heeft het over vernieuwingen onder Bert Van Kerckhoven en Lode Verstraete, de verhuis van de KNS naar de nieuwe Stadsschouwburg op het Theaterplein, Dom. De Gruyter en Ivonne “La Lex”, en hun verhouding tot het toenmalig stadsbestuur in de persoon van burgemeester Bob Cools. Verder heeft hij het over Frans Redant, Luk Perceval en Het Toneelhuis, de passie voor visuele technologie van Guy Cassiers en de discussie over de plaats van repertoiretheater en de vermeende teloorgang ervan in Vlaanderen

Internationale producties en Antwerpen poppenstad

In het hoofdstuk “Internationaal Theaterfestival en Antwerpen Internationaal” toont Brouwers aan in welke mate Antwerpen door het  Elckerlijc Genootschap, Nederlandse gastvoorstellingen, Arenberg, deSingel, Monty en Zuiderpershuis, een immens aanbod aan internationale podiumproducties ontwikkelde. En dat Antwerpen grote verdienste had en heeft aangaande poppen- en figurentheater wordt in het volgend hoofdstuk aangetoond. De Poesje (het Poesjenellentheater), Jan Brugmans en De Zonnebloem, Poppenschouwburg Van Campen, Theater De spiegel en FroeFroe hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het boeiend Antwerps kinder- en jeugdtheater.

Roemrijke opera

Komen we aan het hoofdstuk “Van Koninklijke Vlaamse Opera naar Opera Vlaanderen”, dan gaat het uiteraard over Antwerpens roemrijke operageschiedenis. In “Van Koninklijke Vlaamse Opera tot Opera Vlaanderen” schetst Brouwers de geschiedenis van het prille begin in 1661 ten tijde van de  aalmoezeniers van de Camer van den Huysarmen aan de Grote Markt in het Tapissierspand, waar nu de Bourlaschouwburg staat, en van de Heilige Geestmeesters van de Tafel van de Heilige Geest. Hij schetst de geschiedenis tot de evolutie van OVV en VLOS naar Vlaamse Opera en de fusie van 1981 (Gent & Antwerpen). Het is een overzicht van Franse Opéra naar Nederlands Lyrisch Toneel ten tijde van Keurvels en naar Koninklijke Vlaamse Opera onder impuls van Peter Benoit en burgemeester Jan Van Rijswijck. En uiteraard belicht Brouwers het belang van de persoonlijke programmering van de verschillende directeurs zoals o.a. Derickx en Tokkie, de broers Diels, Baeyens en Mina Bolotine, Renaat Verbruggen, Deruwe, Marc Clémeur, Aviel Cahn en Lena De Meerleer. Het hoofdstuk “Kameropera’s en andere Muziektheaters” geeft dan een mooi beeld van de waarde en het belang van de Nederlandse, Antwerpse en Vlaamse Kameropera, Transparant, Walpurgis en Opera Mobile.

Vlaanderen danst en lacht

Met als titel een persiflage op een zin uit Zeg, kwezelken, wilde gij dansen uit de bundel Oude Vlaemsche liederen van Jan Frans Willems, vervolgt Brouwers zijn uitermate boeiend betoog in zijn hoofdstuk over dansend Vlaanderen, t.t.z. over Antwerpen als belangrijke plaats voor ballet. Hij schetst en vertelt over het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, de Musicalafdeling KBvV, Robert Denvers en Linda Lepomme, Dansproject en Compagnie Aimé de Lignière, de zussen Brabants, De Beweeging en WP Zimmer, hiphop, straat- en theaterdans in Hush Hush Hush van Abdelaziz Sarrokh en over Let’s Go Urban van Sidi Larbi Cherkaoui.

In het laatste hoofdstuk “Revue, musical, cabaret en echt Antwerps theater”, komen de Hippodroomschouwburg, de komediantenrevue van de KNS, Oud België, Gaston & Leo en het Echt Antwaarps Theater van revues en musicals aan bod. Schitterend

Toon Brouwers’ uitermate boeiend verhaal over vroegere en hedendaagse theatermakers, gesitueerd in de maatschappelijke context van een prachtstad als Antwerpen, is geïllustreerd met veel treffende en vaak nostalgische foto’s van producties. Dit maakt van het boek een aanrader bij zowel academische opleidingen, het middelbaar onderwijs als voor de actieve theaterbezoeker. Magnifiek! Bravo!