De dagboeken van de Duitse keizer in Huis Doorn

In november 1918 verloor het Duitse Rijk de Eerste Wereldoorlog en in Duitsland regeerde de communistische revolutie. De Duitse Keizer Wilhelm II vluchtte naar Nederland.

Huis Doorn is een kasteel, ridderhofstad en landgoed op de Utrechtse Heuvelrug in Doorn in de Nederlandse provincie Utrecht. Op 16 augustus 1919 kocht de voormalige Duitse keizer Wilhelm II Huis Doorn, inclusief de aangrenzende zestig hectare bos, van de eigenares, barones Wilhelmina Cornelia Van Heemstra-De Beaufort (1843-1927). Wilhelmina Cornelia De Beaufort was de echtgenote/weduwe van Willem Hendrik Johan Baron Van Heemstra (1841-1909). Eén van hun kleinkinderen, Ella, barones Van Heemstra, werd in 1929 in Brussel, de moeder van… Audrey Hepburn..

De reden dat de keuze op Huis Doorn viel was dat het landgoed goed te beveiligen was. Wilhelm liet het verbouwen en het kasteel werd van elektriciteit, modern sanitair en verwarming voorzien. De oprijlaan werd verlegd en een poortgebouw in Hollandse neorenaissancestijl werd gebouwd. Het kasteel werd ingericht met meubilair uit de keizerlijke paleizen in Berlijn en Potsdam. Deze inboedel kwam in 59! treinwagons naar Nederland. Op 15 mei 1920 betrok de ex-keizer Huis Doorn. Opmerkelijk is dat Wilhelm een grote passie voor houthakken ontwikkelde en vrijwel dagelijks bezig was met omhakken en in stukken zagen van bomen. Dit vergde een grote inspanning omdat hij zijn hele leven lang zijn linkerarm niet kon gebruiken. De vereenzaamde keizer deed alles enkel met zijn rechterarm.

Keizer Wilhelm bewoonde “Huis Doorn” met zijn echtgenote Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Zij overleed echter in april 1921. Met groot ceremonieel werd zij per trein naar Potsdam gebracht, waar ze haar laatste rustplaats vond in de “Antiken Tempel” in “Park Sanssouci”. Wilhelm hertrouwde in november 1922 met Hermine von Schönaich-Carolath-Prinzessin Reuß (1887-1947) en leefde met zijn tweede vrouw op het kasteel. In de dagelijkse omgang werd prinses Hermine aangesproken als keizerin, terwijl ze officieel door haar huwelijk ‘slechts’ prinses van Pruisen was. Tot aan de dood van Wilhelm II heeft zij al het mogelijke gedaan om hem in Duitsland opnieuw als keizer te laten installeren.

Hoewel Wilhelm minachtend neerkeek op de nazi’s en hun ideologie, zond hij in juni 1940, amper een maand nadat Nederland in mei 1940 door het Duitse naziregime was bezet, een gelukstelegram naar Hitler in verband met diens zege in Frankrijk. Dit gebaar was meer een initiatief van Hermine, die het nazisme veel meer genegen was dan de keizer. Wilhelm zag hierin weliswaar een mogelijkheid om de Führer gunstiger te stemmen inzake de positie van de adel in het Derde Rijk. Tevergeefs…

Na de dood van de keizer in 1941 keerde prinses Reuß terug naar de landgoederen in Silezië, tot ze in 1945 moest vluchten voor het Rode Leger. Ze werd opgevangen door haar jongste zus, Ida Emma, vorstin von Stolberg-Roßla (1891–1977), in Roßla in de Harz. Na het einde van de oorlog werd de prinses door het Rode Leger naar Frankfurt (Oder) overgebracht, waar ze als geïnterneerde op 7 augustus 1947 overleed. Tegen haar eigen wens in werd prinses Hermine toch ook bijgezet in de antieke tempel in het park van slot Sanssouci in Potsdam, en niet aan de zijde van haar overleden echtgenoot, de ex-Duitse keizer in Doorn.

Na het overlijden van keizer Wilhelm in 1941 werd zijn stoffelijk overschot in Doorn naar de kapel nabij het poortgebouw gebracht. Zijn uitvaart werd tegen de wil van de ex-keizer in, ook bijgewoond door vertegenwoordigers van nazi-Duitsland waaronder zelfs het hoofd van de Duitse bezettingsmacht in Nederland, Arthur Seyß-Inquart. In het park van Huis Doorn werd later onder leiding van de Duitse architect Hans Martin Kießling een mausoleum in classicistische stijl gebouwd naar een ontwerp van Wilhelm zelf. Het lichaam van Wilhelm werd op 4 juni 1942 in het mausoleum bijgezet. Tot op heden ligt Wilhelm II er opgebaard.

Sigurd von Ilsemann (1884-1952) uit Lüneburg was een Duitse officier die de vleugeladjudant was van de in Nederland in ballingschap levende, voormalige keizer Wilhelm II. Sigurd von Ilsemann werd in de Eerste Wereldoorlog officier, vocht o.a. in 1916 in Champagne-Ardenne, en werd kapitein. In 1918 werd hij lid van de staf van de toenmalige keizer en vertrok met de keizer in ballingschap naar Nederland. Eerst voor een verblijf op het Kasteel Amerongen, daarna naar Huis Doorn. Tot aan het overlijden van de keizer bleef Ilsemann diens adjudant. In 1952 pleegde hij op 68-jarige leeftijd zelfmoord in het poortgebouw van Huis Doorn.

Von Ilsemann hield dagboeken bij die inzicht geven in het post-keizerlijke tijdperk van Willem II. Met Pruisisch plichtsbesef maakte von Ilsemann notities van Wilhelms laten en doen. Het resultaat was een aangrijpend portret van een gevallen halfgod, hunkerend naar de terugkeer op de troon. Delen uit deze dagboeken werden eind jaren ‘60 in het Duits gepubliceerd, daarna in Nederlandse vertaling. Deze bijzondere Aspekt editie biedt een nieuwe, Nederlandstalige versie van de door Ilsemann met veel inlevingsvermogen en melancholie opgetekende dagboekfragmenten. De uitgave bevat een groot aantal onbekende foto’s en een wetenschappelijke inleiding. Veertien studenten van de Universiteit van Utrecht werkten o.l.v. Jacco Pekelder mee aan deze indrukwekkende uitgave. Het boek bevat het meest oorspronkelijk verslag van een opvallend en beklemmend verhaal dat als gevolg van Nederlands neutraliteitspolitiek en haar naar Stolberg, Slot Dillenburg en Slot Braunfels, en Arolsen te herleiden Oranje geschiedenis, deel is gaan uitmaken van haar heel, heel bijzondere geschiedenis. Een uitzonderlijk boek, een aanrader. Warm aanbevolen.

Jacco Pekelder is universitair docent aan de Universiteit Utrecht en bijzonder hoogleraar aan de Universität des Saarlandes. Wendy Landewé is conservator van Museum Huis Doorn.

SIGURD VON ILSEMANN WILHELM II IN NEDERLAND 1918 – 1941 uitg. Aspekt 552 bladz. geïllustreerd ISBN 9789461534378