“Proserpine”, een opera van Camille Saint-Saëns, uitgegeven door Palazetto Bru Zane

“Proserpine” is een “drame lyrique” in vier akten uit 1887 op een libretto van Louis Gallet naar Auguste Vacquerie. Het hoofdpersonage van Saint-Saëns’ “Proserpine”, die op 14 maart 1887 in de Opéra-Comique in Parijs in première ging, is geen reïncarnatie van de oude godin, maar een Renaissance-courtisane. Volgens de componist was ze een verdoemde ziel, want de ware liefde is een verboden vrucht. Saint-Saëns componeerde met Proserpine een opera met ongekende orkestrale moderniteit, waarin dissonanties, karakters van woede of wanhoop verklankten.

Van de 13 opera’s die Saint-Saëns componeerde, hield enkel “Samson et Dalila” repertoire. Het Palazzetto Bru Zane had eerder al een opname uitgegeven van “Les Barbares”, die nu door “Proserpine” wordt gevolgd, een opera vol passie in het Firenze van de Renaissance. De plot is Sabatino’s liefde voor twee vrouwen, de maagd Angiola, die de zus is van zijn vriend Renzo, en Proserpine, een courtesane. Proserpine weigert Sabatino, ook al is ze verliefd op hem, maar  is tegelijkertijd jaloers op Angiola. Ze probeert haar te vermoorden maar Sabatino slaat de slag af, waardoor Proserpine zichzelf neersteekt.

Saint-Saëns was erg enthousiast over zijn opera. Hij reisde naar Firenze om de sfeer op te snuiven, om dan later tegen een snel tempo, de opera te componeren. Behalve de 2de akte, met de kloosterscène, werd de muziek niet goed ontvangen. Camille Bellaigue beklaagde er zich bv. over dat het drama niet echt begon tot de 3de Akte. Saint-Saëns’ muziek was te symfonisch, vond men. Men verweet het “Cinq sens, mais pas d’âme”.

De uitvoerders zijn hier Véronique Gens (Proserpine), Marie-Adeline Henry (Angiola), Frédéric Antoun (Sabatino), Andrew Foster-Williams (Squarocca) en Jean Teitgen (Renzo), en het Munchner Rundfunkorchester, het Vlaams Radio Koor o.l.v. Ulf Schirmer

Lyrische hoogtepunten zijn de aria van Sabatino, “Pourquoi me demander cette épreuve insensée?” en de Pavanne, “Va; c’est fort à propos qu’elles les congédie!” (Proserpine, Renzo) in de 1ste akte, de Prélude et Ave Maria (Choeurs des femmes), “Un cavalier à la moustache noir” (Angiola, Une Religieuse, Trois Novices, Trois Jeunes Filles) en de aria van Sabatino “Comment dire bien ce que je veux dire?” (Angiola, Sabatino, Renzo) in de 2de akte. Daarnaast had Saint-Saëns inspiratie voor de “Tarentelle”, de aria van Proserpine “Pourquoi suis-je venue …et que puis-je espérer?” (Proserpine, Squarocca) en het Chanson de Squarocca: “Là! Chantont maintenant la chanson des ivrognes” in de 3de akte. Ten slotte beluistert u best ook de “Entracte” en, de aria “Puis-je croire que c’est bien vrai” van Sabatino, het Duo “Vous ici!” (Proserpine, Sabatino) en de Scène, trio et finale, “Vos menaces, madame… “(Angiola, Proserpine, Sabatino, Renzo) van de 4de akte.

Véronique Gens schittert met haar altijd expressieve stem in de hoofdrol, van hovaardige en hoogmoedige courtisane, tot wanhopige minnares. De rol is geschreven voor een falcon, een timbre ergens tussen een dramatische sopraan en een mezzo, die op de première gezongen werd door Caroline Salla. Zij zong eerder het drame lyrique “Le Timbre d’argent” van Saint-Saëns. Gens heeft niet de meest dramatische sopraanstem maar doet niettemin recht aan haar rol. Ze vormt een geslaagd contrast met Marie-Adeline Henry’s engelachtige sopraan als Angiola. Frédéric Antoun is een stijlvolle Sabatino. Andrew Foster-Williams’ bariton zorgt voor een prachtige Squarocca, die als spion van Proserpine optreedt. Het Münchens Radio Orkest maakt indruk, vooral in de pulserende entr’acte muziek, die Proserpine’s vlucht naar Firenze uitbeeldt.

Het bijhorend boek bevat naast de korte inhoud en het libretto, vier teksten zowel in het Engels als in het Frans, Marie-Gabrielle Soret, “From genesis to reception” (“De la genèse à la réception”), Gérard Condé, “A look through the score” (“Regards sur la partition”), Camille Saint-Saëns, “A few remarks on Proserpine” (“Quelques mots sur Proserpine”) en Hugh J. Macdonald, “Proserpine, Goddess of the Underworld” (“Proserpine, déesse de l’enfer”). Alweer een prachtige uitgave en een must voor liefhebbers van de Franse, 19de eeuwse Opéra.

Saint-Saëns Proserpine Véronique Gens Marie-Adeline Henry Frédéric Antoun Andrew Foster-Williams Jean Teitgen Munchner Rundfunkorchester Flemish Radio Choir Ulf Schirmer 2 cd + boek Palazzetto Bru Zane Ediciones Singulares  ES1027

Camille Saint-Saëns Les Barbares Hunold Gertseva Montvidas Teitgen Chœur Lyrique et Orchestre Symphonique Saint-Étienne Loire Laurent Campellone Palazzetto Bru Zane / Opéra français  ES 1017