“Écrire Bruxelles”/Brussel schrijven”, een uitzonderlijk interessant boek over de relatie tussen de stad en de literatuur, uitgegeven door VUBPRESS

“Brussel schrijven” belicht de relatie tussen de Belgische hoofdstad en de literatuur sinds de 19de eeuw, met enerzijds historische studies over Brussel als literair en politiek actieterrein, en anderzijds met letterkundige bijdragen over de manier waarop de stad verbeeld wordt in literaire teksten in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Italiaans en Spaans.

Dit is een primeur. Nooit eerder verscheen een boek over dit onderwerp. Brussel verschijnt hier in allerhande gedaantes, als stedelijke doolhof, palimpsest, multiculturele grootstad, meertalig Babylon, surreële verschijning, en als stad met verschillende finaliteiten en identiteiten, hoofdstad van België en Europa, internationaal zakencentrum, toeristische attractiepool, bruisende kunstscène, politiek toevluchtsoord, koloniaal machtscentrum en bezette stad.

Aan het begin van de 21ste eeuw, zo lezen we, waren de relaties tussen stad en literatuur uitgegroeid tot een heus studiedomein voor letterkundigen en historici, zo ,lezen we. Een blik op dit bloeiende domein leert echter dat niet alle steden een even nauwe band hebben met de literatuur. Voor menig lezer en literatuurwetenschapper zijn steden als Amsterdam, London, Parijs en New York vertrouwd terrein. Verschillende bloemlezingen en letterkundige studies die ondertussen tot de standaardwerken worden gerekend, bewijzen ruimschoots de fascinatie die deze grote steden uitoefenen op de literatoren. De literaire aantrekkingskracht van Belgisch grootste metropool is echter veel minder gekend. Meer nog, Brussel zou op literair vlak een slechte reputatie genieten en weinig stimulerend zijn voor de verbeelding, noch voor Belgische noch voor buitenlandse schrijvers. De chaotische urbanisatie van de stad, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog standaardvoorbeeld van hoe het niet moet, zou die situatie geenszins hebben verbeterd. Het literaire prestige van Brussel, zo wordt gesteld in de late jaren tachtig, mist een boegbeeld met allure.

“Brussel schrijven/ Écrire Bruxelles” nuanceert dit negatief beeld en toont hoe Brussel de voorbije twee eeuwen een niet te verwaarlozen rol speelt in de literatuur en wel degelijk voor veel schrijvers een inspirerende plaats blijkt te zijn. Bepaalde aspecten van deze geschiedenis waren reeds min of meer bekend, zoals bijvoorbeeld de openheid van Brussel voor verbannen Franse intellectuelen of de impact van een verblijf in de stad op de latere schrijfcarrière van Charlotte Brontë (foto). De vijftien opstellen in deze tweetalige bundel frissen deze bekendere thema’s op aan de hand van nieuw bronnenmateriaal of recenter ontwikkelde perspectieven, maar nog vaker ontginnen ze totaal nieuw terrein. Hiermee levert het boek een originele bijdrage aan zowel de studie van de relatie van Brussel met de literatuur als van de stadsliteratuur in het algemeen.

Het vertrekpunt van “Brussel schrijven/ Écrire Bruxelles” is de link tussen Brussel en literatuur in de breedste betekenis van het woord. Canonieke genres komen uiteraard uitvoerig aan bod. Zo wordt ingegaan op het Brussel beeld in de werken van beroemde Nederlandstalige, Engelstalige, Latijns-Amerikaanse en Italiaanse romanciers, zoals Willem Frederik Hermans, Herman Teirlinck (foto), Charlotte Brontë, Joseph Conrad, Thomas Pynchon, Alejo Carpentier en Alberto Arbasino. Voor het eerst wordt ook aandacht geschonken aan de representatie van Brussel in romans uit de weinig bekende Duitstalige literatuur van België. Ook de poëzie krijgt een plaats met werk van de in Brussel wonende Belg William Cliff (foto).

De bijdragen tonen eveneens dat Brussel sporadisch opduikt in reisberichten en meer persoonlijk getinte teksten van zeer uiteenlopende aard, zoals de vlijmscherpe dagboeknotities van Charles Baudelaire, de indringende getuigenissen van politieke gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog of het recente blogverslag van een Zuid-Afrikaanse writer in residence. Brussel krijgt ook een plaats in meer populaire genres zoals het lied, met Jacques Brel als prominent voorbeeld. Ten slotte worden ook de essays uit het interbellum belicht die de rol van Brussel als hoofdstad van Europa bepleiten.

De bundel omvat de periode vanaf de val van Napoleon tijdens de Slag bij Waterloo (1815) tot vandaag; Open City van de Nigeriaans-Amerikaanse schrijver en kunsthistoricus Teju Cole (foto) de recentste roman die hier ter sprake komt, dateert uit 2011. Een aantal literair-historisch bijdragen staan in het teken van de ideologische strijd die tijdens de negentiende eeuw gevoerd werd tussen de voor- en tegenstanders van de Franse revolutie. Ze beschouwen de invloed die de instroom van politieke bannelingen uit Frankrijk had op de literaire en artistieke scene van Brussel. Ook hier stonden liberalen en republikeinen in oppositie met katholieken en conservatieven, zoals het bestaan van een aantal kringen en internationale netwerken bewijst. Via het thema Brussel komen ook verschillende andere historische fenomenen ter sprake, die vaak nog niet aan actualiteit hebben ingeboet. Er wordt onder meer verwezen naar de Belgische kolonisatie- en migratiepolitiek, de weerstand tijdens de Tweede Wereldoorlog, de grootstedelijke urbanisering, de culturele en talige diversifiëring van hedendaagse metropolen en de moeizame verwerkelijking van de Europese gedachte.

“Brussel schrijven/Écrire Bruxelles” belicht een ruim spectrum aan aspecten van de relatie tussen stad en literatuur, met enerzijds historische studies die de vruchtbaarheid van de literaire en politieke activiteit van de laatste twee eeuwen in de Brusselse context bewijzen en anderzijds artikels over het variabele beeld van de stad in de teksten zelf, en dit voor de literatuur uit verschillende taalgebieden.

De bijdragen zijn gebundeld rond vier, fundamentele, menselijke attitudes, die het domein van de stad weliswaar overstijgen, maar er toch een bijzondere verwerkelijking in vinden: het engagement, de houding ten aanzien van het vreemde, de sociabiliteit en de omvorming van de werkelijkheid door de verbeelding. Deze attitudes worden op hun beurt belichaamd door een aantal concrete figuren, personages zo men wil, die op verschillende wijzen de uitdaging van de stad aangaan, en die als titel dienen voor de vier delen van het boek: de denkers en doeners engageren zich in woord of in daad ; de migranten en reizigers meten zich een houding aan tegenover het onbekende ; de flaneurs en socializers ontdekken diverse zo niet tegengestelde vormen van sociabiliteit ; ten slotte stellen de utopisten en surrealisten de omvorming van de werkelijkheid door de verbeelding voor.

De grote Brussel mythe mag dan nog uitblijven, de hier verzamelde teksten bewijzen niettemin dat de literaire omgang met de hoofdstad van België de gelegenheid biedt belangrijke antropologische thema’s op te nemen, die hier al naargelang het historische moment en de betroffen taal en cultuur een specifieke invulling krijgen. De auteurs van “Brussel schrijven/Écrire Bruxelles” nemen de uitdaging aan om de lezer te overtuigen dat op literair vlak de stad zeker geen “onontgonnen gebied” is, maar hoogstens, en geheel onterecht, “onbekend”, en tonen op welke gevarieerde en intrigerende wijze Brussel al 200 jaar lang als inspiratiebron geldt.

U leest over Bérangers liederen en de politiek-culturele strijd in het Brussel van koning Willem I (1815-1830), de Belgische hoofdstad als Frans literair-politiek toevluchtsoord in de tweede helft van de 19de eeuw, Bruxelles, capitale de l’européisme, Mémoire de la Seconde Guerre mondiale à Bruxelles, Récits de la prison de Saint-Gilles, migranten en reizigers, Brussel als aantrekkingspool voor interculturele maatschappijkritiek in het Engelstalige proza, en over Bruxelles dans les lettres italiennes.

Verder gaat het over Regards hispano-américains sur Bruxelles. La ville d’après Carpentier, Molina et Mondragón, Oost-Belgische percepties van Brussel in “Bosch in Belgien” van Freddy Derwahl, meertaligheid en Europabeelden in Koen Peeters’ Grote Europese roman, Flaneurs en socializers, Félix Bovie, Bard van de Brusselse burgerlijke bohème in de tweede helft van de 19de eeuw (foto), de representatie van Brusselse cafés bij Heiermans en Teirlinck, Mésaventures et surprises de la flânerie de Charles Baudelaire à William Cliff, des temps où Brel bruxellait, Utopisten en surrealisten, F. Bordewijk, Willem Frederik Hermans en Brussel als surrealistische stad, en over Brussel in Thomas Pynchons “Against the Day”. Dit alles beschreven door Elisabeth Bekers, Daniel Acke, Wim Lemmens, Christoph De Spiegeleer, Geneviève Duchenne, Daniel Weyssow,  Dirk Vanden Berghe, Daniele Comberiati, Diana Castilleja, Lesley Penné, Thomas Ernst, Jeffrey Tyssens, Hans Vandevoorde, Marc van Zoggel, Catherine Thomas en Christophe Collard. Een uniek en uitzonderlijk interessant boek. Niet te missen!

Daniel Acke en Elisabeth Bekers (red.) ÉCRIRE BRUXELLES BRUSSEL SCHRIJVEN La ville comme source d’inspiration depuis le 19e siècle De stad als inspiratiebron sinds de 19de eeuw 339 bladz. VUBPRESS  ISBN 978 90 5718 485 7