Richard Wagner in Graupa. Fenomenaal!

Naast verschillende plaatsen in Zwitserland was de regio rond Graupa nabij Dresden, de belangrijkste plaats waar Richard Wagner inspiratie opdeed voor zijn muziekdramatische werken. Het ligt in Saksisch-Zwitserland in oostelijk Duitsland en grenst nu aan Tsjechië. Omdat de regio bij ons totaal onbekend is, neem ik u eens mee. Volg de gids a.u.b.

„Gott sei Lob, ich bin wieder auf dem Lande, drei Stunden von Dresden in der reizendsten Gegend von der Sächsischen Schweiz, und fange wieder an, als Mensch und Künstler aufzuatmen.“  (Wagner in 1846)

In Wagners tijd was de regio Saksisch en Boheems Zwitserland een geliefde bestemming voor kunstenaars. In Saksisch en Boheems Zwitserland vonden ze inspiratie. De „Wolfsschluchtszene“ in Carl Maria von Webers “Freischütz” werd bedacht in de regio en Caspar David Friedrich vond er inspiratie voor zijn beroemd schilderij „Der Wanderer über dem Nebelmeer“. Schilders, schrijvers en musici uit heel Europa kwamen naar de regio om er de natuurlijke schoonheid te aanschouwen en om er het sublieme en het mooie, schilderachtig  verenigd te zien.

De Richard  Wagner locaties in Graupa, nu deel van de stad Pirna nabij Dresden, bestaan ​​uit een jachtslot en het zogenaamd Lohengrinhuis. Dit is een voormalige boerderij (het “Schäferschen Bauerngut”) waar Wagner in de zomer van 1846 (van 15 mei tot eind juli), twee kamers huurde als vakantieverblijf  voor hem, zijn (eerste) vrouw Minna en hun hond Peps. Daar schetste hij naar Wolfram von Eschenbachs middelhoogduits verzenepos “Parzival”, zijn romantische opera “Lohengrin”. Vandaar de huidige naam van het huis. Het is nu een museum maar de Richard Wagner plaatsen in Graupa zijn veel meer dan louter een museum.

Op de tweede verdieping  is er een  gespecialiseerde Wagner bibliotheek en een Richard Wagner documentatiecentrum. Beschermheer is (u kan het al raden) jawel, dirigent Christian Thielemann. In het oude jachtslot van keurvorst Friedrich August II, de zoon van de legendarische Frederik August I, keurvorst van Saksen en als August II “de Sterke”, koning van Polen en grootvorst van Litouwen,  is een multimediale tentoonstelling “Richard Wagner in Sachsen” te zien.

In het idyllische Graupa vond Wagner wat hij nodig had om tot rust te komen en om zich te ontspannen. In Graupa vond hij inspiratie voor zijn muzikale scheppingen. Van hieruit schreef hij enthousiaste brieven aan vrienden en in Graupa schreef hij in een soort van creatieve uitzinnigheid op heel korte tijd, het prachtigste resultaat van zijn verblijf. Hij schreef er nl. het gehele ontwerp van zijn meesterlijke, romantische opera “Lohengrin”.

De natuurlijke schoonheid van deze streek is overweldigend. Graupa, in Wagners tijd heette het nog “Gross-Graupe”, was en is gelegen op een heel, heel bijzondere  plaats.  Er loopt nl. een  “überwältigend, landschaftlich und Reizvol” wandelpad door Graupa. Het pad is zo maar eventjes 112 km lang en dit prachtig “Wanderglück” heet de “Maler-Weg”. Men noemt het pad  “Der König aller Wanderwege”.

De plaats was en is nog steeds de natuurlijke verbinding tussen de culturele en natuurlijke regio Dresden, het wijndorp Pillnitz en Liebethaler Grund, en het indrukwekkend “Elbsandsteingebirge” in Boheems-Saksisch Zwitserland. Maar heel weinig niet-Duitsers kennen dat. Wagner genoot van Graupa en verkende de indrukwekkende omgeving te voet, terwijl de adembenemend mooie muziek reeds in zijn hoofd klonk. De regio wordt daarom  omschreven als “Wagners Wunderland”, naar zijn eigen woorden. Dé plaats voor de echte kenner!

Richard Wagner was gefascineerd door het “Elbsandsteingebirge”. Aan de inspirerende kracht van de mystieke wereld van de rotsen aan beide zijden van de Duits-Tsjechische grens, dankte hij enkele van zijn grootste  ideeën.

“God zij geprezen, ik ben weer op het platteland van Dresden in het meest charmante gebied van Saksisch Zwitserland, en begin opnieuw te ademen als mens en als kunstenaar.” Zo schrijft Richard Wagner in mei 1846 aan een vriend in Berlijn. Wagner is op dit moment in Gross-Graupe, het Graupa van vandaag dus, aan de rand van de “Sächsische Schweiz”. Samen met zijn vrouw Minna bracht hij in de boerderij een langverwachte vakantie door om eindelijk elf weken verlost te zijn van zijn zenuwslopende positie als kapelmeester aan de Dresdense  Opera.

Herhaaldelijk ontspande de jonge dirigent zich in Graupa tijdens lange wandelingen door de idyllische omgeving. Zijn enige metgezel was dan zijn dwergspaniel “Peps”. Wagner wandelde naar de nabijgelegen Borsberg, naar de Liebethaler Grund en naar de Bastei, de toen al beroemde rotsformatie van het feeëriek Saksisch Zwitserland. Wagner noemde het later „Mein altes Wunderland Böhmen“.

Ook al zwenkt de “Malerweg” aan de Tsjechische grens vandaag, Wagners enthousiasme voor het landschap eindigde hier niet. Reeds in zijn jeugd trok hij vaak naar zijn “oude Wonderland Bohemen”, zoals hij het liefkozend noemde. Hij was gefascineerd door de Slavische folklore en de Slavische taal, maar ook door de religieuze vroomheid, die wordt uitgedrukt door de talloze kruisen en kapellen, en het vreemd, vulkanisch landschap dat het Boheems Hoogland domineert. In het bijzonder vertoefde Wagner graag in de driehoek Teplice – Praag – Marienbad. „Ach, dieses Teplitz mit seiner weiten Umgebung, das ist wohl das schönste, was ich kenne”, schreef Wagner aan zijn halfzuster Cecilia.

Ook het toevluchtsoord van de katholieken tijdens de Hussietenoorlogen van 1420-1430, “Burg Schreckenstein” (vandaag Střekov) nabij Aussig (vandaag ÚstÍ), denk aan de schilderijen „Überfahrt am Schreckenstein“ van Ludwig Richter (1803-1884) en “Burg Schreckenstein” van Ernst Gustav Doerell (1832-1877), fascineerde hem mateloos. Mede deze burcht, ooit het bezit van Jan de Blinde, graaf van Luxemburg, inspireerde Wagner trouwens tot zijn “Tannhäuser”. Alleen, toen heette het nog “Aussiger Region” terwijl u vandaag naar “Ústecký kraj” moet. Dat is hetzelfde, maar dan in het Tsjechisch.

Een tocht te voet in maart 1827, als 14-jarige, van Dresden langs Teplitz (waar in 1812 Beethoven en Goethe elkaar ontmoetten) en Aussig naar Praag, was zijn eerste grote wandelavontuur. Zijn eerste liefde, Jenny, de mooie dochter van de graaf,  vond de jonge Wagner in Bohemen. De libretti voor “Die Hochzeit, “Tannhäuser” en “Lohengrin”, schreef hij hier op verschillende tijdstippen en ook ideeën voor zijn  “Liebesverbot” en later voor zijn  latere “Meistersinger von Nürnberg”, vond hij in zijn wonderland.

Het was niet zijn eerste vakantie in de regio. Tien jaar eerder bracht de 24-jarige Wagner er een aantal “vrolijke, met onschuldige, jeugdige arrogantie gevulde dagen” door met zijn toekomstige vrouw Minna (foto) en haar zus. Later herinnerde hij zich „eine beim schönsten Sommerwetter fast gänzlich durchwachte anmuthige Nacht in Bad zu Schandau (foto), die liebste, fast einzige Erinnerung an heiter beglücktes Dasein aus meinem ganzen Jugendleben.“

Voor Wagnerianen is het een bijzondere ervaring de paden en wegen te volgen en het dramatisch landschap te verkennen dat Wagner zo diep bewoog. Wie het Elbezandsteengebergte kent, begrijpt daardoor niet alleen Wagners esthetiek beter maar ook de plastische gevoeligheid van de ganse Wagner verbeeldingswereld. Donkere ravijnen en bizarre rotspunten, donkere sprookjesbossen, zonsopgangen over ochtendnevels, akelige rotsformaties, Wagner heeft dit alles verklankt. En hoe!

Als  herinnering aan het verblijf van Wagner in Graupa werden op initiatief van de Leipzigse Prof. Dr. Max Gaßmeyer (1864-1935) in 1907 in de voormalige boerderij tentoonstellingsruimten ingericht en werd de  “Verein zur Erhaltung des Lohengrinhauses” opgericht. Het lukte prof. Max Gaßmeyer om zijn persoonlijke Wagner collectie aan te vullen met schenkingen van particulieren en van de familie Wagner in Bayreuth. Zo legde hij de basis voor de huidige collectie van dit  oudste Wagner museum ter wereld. Sinds het meer dan honderd jarig bestaan van het  Lohengrinhuis werd het echter herhaaldelijk ​​ gesloten  omwille van structurele veranderingen en om  inventaris te maken.

Originele memorabilia uit de tijd van Wagner in Parijs, Wagner en Liszt portretten, Festival souvenirs uit  Bayreuth en vooral foto’s van eigentijdse Wagner zangers maakten deel uit van de basis van de collectie. De “Stube” en de slaapkamer op de eerste verdieping werden in de stijl van de Saksische boerderijen van de 19de eeuw gereconstrueerd. Later kwamen er  affiches  en  eerste edities van de werken van Wagner bij en instrumenten van de voormalige koninklijke kapel van Dresden, die tussen 1842 en 1849 nog geklonken hebben onder Wagners  leiding. Wie heel stil is, hoort nog hun verzuchtingen. Recentelijk is één van de  originele dodenmaskers van Wagner aan de collectie  toegevoegd.

Sinds de laatste heropening in 1982, is vooral zijn tijd als kapelmeester in Dresden gedocumenteerd en wordt onder de noemer “Wagner und Seine Gäste”, zijn geestelijke en artistieke relatie met de revolutionaire democraat Karl August Röckel (1814-1876) met talrijke  belangrijke objecten en documenten, aanschouwelijk gemaakt. Het was Röckel die in Dresden de republikeinse „Volksblätter“ uitgaf en het was aan Röckel dat Wagner in 1854 vanuit zijn ballingsoord in Zürich, zijn belangrijke “Ring-Brief” schreef. Er zijn verschillende kamers te bezoeken die zijn ingericht met meubilair uit de tijd van Wagner en verder worden er geschriften en  teksten van Richard Wagner gepresenteerd. In de intieme en heel mooie zaal op de bovenste verdieping organiseert men lezingen en concerten.

Het door de Heimatverein Graupa e.V. aangelegde Richard-Wagner-cultuurpad toont in het prachtig natuurlandschap van het park, de 17 belangrijkste fasen in het leven van Wagner. Het biedt de bezoeker de mogelijkheid om zijn of haar informatief museumbezoek te combineren of af te wisselen met een ontspannen wandeling in  het park, dat een schitterend uitzicht biedt op het aangrenzend Elbtal.

Een andere heel bijzondere bezienswaardigheid in de omgeving van Graupa is ’s werelds grootste Wagner monument. Het werd ontworpen door de Duitse schilder en beeldhouwer Richard Guhr (1873-1956) en in 1933, aan de vooravond van Wagners 120ste verjaardag, door toedoen van de Duitse schilder Sizzo Stief (1900- 1975), ingewijd  in  Liebethaler Grund, nabij Lohmen. Door de treden aanleg van zandsteen en de sokkel met opschrift, is het twaalf meter hoge “Denkmal” met zijn vier meter hoge bronzen figuur, nabij de alte Lochmühle, monumentaal. Het toont Wagner als Graalridder, omringd door vijf allegorische vrouwenfiguren die de vijf elementen van zijn muziek vertegenwoordigen: het sferische, het lyrische, het dionysische, het tragische en het demonische. Overweldigend!

„Als Künderin aller Herrlichkeiten von Gottes freier Natur hat Richard Wagners Kunst Monumentales verwirklicht. Dafür soll dieses monumentale Mal inmitten von Gottes freier Natur Zeuge sein. Wagner habe in seiner Kunst also auf monumentale Weise Deutschtum und völkische Kunst ausgedrückt. In König Heinrichs Aufruf im Lohengrin heiße es: „des Reiches Ehr’ zu wahren, ob Ost ob West […], Was deutsches Land heißt, stelle Kampfesscharen, dann schmäht wohl niemand mehr das deutsche Reich, denn auch wir waren ja bedroht von feindlichen Horden aus dem Osten, von den Kommunisten und Bolschewisten. Daß sie ihr Ziel nicht erreichten, das ist dem Aufbruch der Nation unter Führung Adolf Hitlers zu danken. Und so gilt auch für das Deutschland Hitlers, was für das Deutschland König Heinrichs galt, und was für unser Vaterland gelten soll, solange die Welt steht: „Nach Deutschland sollen noch in fernsten Tagen / des Ostens Horden siegreich nimmer zieh’n“

(Uit de toespraak van de legendarische Duitse musicoloog Eugen Schmitz (1882-1959) bij de inhuldiging van het Wagner monument in 1933). De eerbiedwaardige “Herr Professor” kon weliswaar toen nog niet weten dat het in 1942 geen haar zou schelen, of beeld en sokkel werden om gegoten voor de oorlogsindustrie..!

Het verblijf van de Wagners in Graupa klinkt misschien idyllisch, maar de toen 33-jarige Wagner was er in werkelijkheid ellendig aan toe. De sopraan Wilhelmine Schröder-Devriendt had dan wel geschitterd als Adriano, Senta en Venus, maar wou hem niet langer geld lenen. Ook Meyerbeer weigerde. De conflicten met de nieuwe dramaturg Karl Gutzkow (1811-1878) in Dresden, namen toe. Wagner had problemen met zangers en met de levering van decors voor zijn Tannhäuser en moest verhuizen naar een goedkopere woning in een wijk die u niet meteen zou verbinden aan Richard Wagner…

De ganse periode in Dresden, van 12 april 1842 tot zijn vlucht op 9 mei 1849 om precies te zijn, werd gekenmerkt door grote problemen en tegenspoed. Wel heeft Wagner in die tijd ontzettend veel gelezen en is hij daardoor in contact gekomen met “Parzival” van Wolfram von Eschenbach en met de verhalen over de ridder Lohengrin en de schoenmaker Hans Sachs. Na heen en weer gereis tussen Zürich, Parijs (waar cholera heerste) en Bordeaux, heeft hij in 1850 Jessie Laussot (foto) leren kennen met wie hij wou vluchten en om wie hij wilde scheiden van Minna. De regio rond Graupa is adembenemend. Wagneriaanser kan niet. Fenomenaal.

Richard-Wagner-Stätten Graupa :

-Lohengrinhaus

Richard-Wagner-Straße 6, 01796 Pirna OT Graupa

-Jagdschloss

Tschaikowskiplatz 7, 01796 Pirna OT Graupa

Tel. 03501-461 965-0

Fax 03501-461 965-44

http://www.wagnerstaetten.de/