Jef Van den Steen en Andrew Verschetze over “Belgische Trappisten en abdijbieren” bij Lannoo. Een magistraal boek. Op uw goeie gezondheid!

Als derde deel, na “Masterclass Single Malt Whiskies of Scotland” en “Champagne”, verscheen nu zonder enige twijfel, het mooiste abdijbierboek aller tijden. Abdijbieren zijn het nec plus ultra van de Belgische biercultuur. Maar, waar begint de kroniek van dit rijk patrimonium eigenlijk? Welke sterke verhalen gaan schuil achter dit eerlijk, arbeidsintensief product en vooral, waarin verschillen de trappisten van andere bieren?

Amber, blond of bruin, ze spreken alle tot de verbeelding. In “Trappisten en abdijbieren” ontrafelt Jef Van den Steen de verschillende fases in het productieproces van de bieren en vertelt hij honderduit over het ontstaan en de ontwikkeling van diverse abdijbierbrouwerijen binnen de muren of onder licentie van de abdij.

‘Alle trappistenbieren zijn abdijbieren, maar niet alle abdijbieren zijn trappistenbieren’, zo luidt het. De trappisten, de monniken die hun naam aan deze overheerlijke bieren geven, verschillen inderdaad op meerdere vlakken van de andere orden waarvan de kloosters naar bier verwijzen. Vooreerst zijn deze kloosterorden (benedictijnen, cisterciënzers, norbertijnen) al eeuwenlang aanwezig in onze streken, terwijl de trappisten (ook cisterciënzers van de strikte observantie), pas na de Franse Revolutie van 1789 naar België zijn gekomen. Hun aanwezigheid hier is dus van veel recentere datum.

Daarnaast brouwden de kloosters van die andere orden reeds eeuwenlang bier toen ze na de inval van de Fransen in 1794 afgeschaft werden. De trappisten hadden voor hun komst naar België nog nooit bier gebrouwen. Tenslotte, wanneer vanaf 1830 – de onafhankelijkheid van België – een aantal van die afgeschafte kloosters opnieuw tot leven komt, wordt er geen brouwerij meer opgestart. Maar de trappisten starten pas dan hun brouwactiviteiten, Westmalle in 1836, Westvleteren in 1838, Achel in 1850, Chimay in 1862, Rochefort in 1899 en Orval in 1931.

Trappistenbieren worden gebrouwen binnen de muren van hun abdijen, door of onder leiding van de monniken. De opbrengst komt ten goede aan de abdij om in haar levensbehoeften te voorzien en met de overschotten goede doelen te steunen. Dat garandeert het zeshoekig label ‘Authentic Trappist Product’ (ATP), in het leven geroepen door de Internationale Vereniging Trappist (IVT).

Deze vereniging telt twintig trappistenabdijen uit negen verschillende landen en werd in 1962 opgericht om de benaming ‘trappist’ te beschermen als oorsprongsbenaming.

“Het ATP-label kwam er om het onderscheid duidelijk te maken tussen de trappistenbieren en de abdijbieren. Voor deze laatste bieren wordt immers zo veel publiciteit gemaakt – de trappisten zijn op dat vlak veel bescheidener – dat de consument ging geloven dat alles wat naar een abdij genoemd wordt (vaak ook kazen) door monniken gemaakt wordt”, zo lezen we. De benaming ‘trappist’ of ‘trappistenbier’ moet dan ook beschouwd worden als een BOB (Beschermde Oorsprongsbenaming) en verwijst telkens naar de abdij waar het bier gebrouwen wordt. Trappistenbier is geen biersoort, daarvoor zijn de onderlinge verschillen te groot, zowel qua kleur, geur en smaak als qua alcoholgehalte. Toch zijn er ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken: het zijn allemaal bieren van hoge gisting die hergisten in de fles of in het vat.

Tot voor enkele jaren waren bier brouwende trappistenabdijen een bijna uitsluitend Belgische aangelegenheid, op “Koningshoeven” bij Tilburg in Nederland na. De laatste paar jaren is deze toestand sterk geëvolueerd: na Engelszell (Oostenrijk, vanaf 2012) en Zundert (Nederland, vanaf 2013), brachten Spencer (VS, vanaf 2013) en Tre Fontane (Italië, vanaf 2015) het voorlopig aantal op elf.

Als Belgische trappistenbieren en na “De trappisten, een hechte gemeenschap” komen, Westmalle, Westvleteren, Chimay, Rochefort, Orval  en Achel. Als erkende Belgische Abdijbieren worden besproken, Maredsous, Leffe, Saint-Feuillien, Tongerlo, Affligem, Bornem, Postel, Grimbergen, Steenbrugge, Ten Duinen, Floreffe, Val-Dieu, Ename, Keizersberg, Abdij Dendermonde, Abbaye de Saint Martin, La Ramée, La Paix Dieu, Abbaye de Forest, Ter Dolen, Herkenrode  en Averbode aan bod. Als laatste komen de  niet-erkende Belgische abdijbieren aan bod, Witkap Pater, Sint-Bernardus , Pater Lieven , Bonne-Espérance, Cambron  en Abbaye de Villers. Indrukwekkend! Magnifieke foto’s maken van het geheel een uitnodigend, smakelijk tot overheerlijk boek. Een magistrale  uitgave die u niet aan u mag laten voorbij gaan. Warm aanbevolen, op uw goeie gezondheid!

Jef Van den Steen Andrew Verschetze Belgische Trappisten en abdijbieren 360 bladz. geïllustreerd Uitg. Lannoo ISBN 97894 014 2058 7