Ontdek “La Navarraise” van Massenet, gezongen door man en vrouw, Roberto Alagna en Aleksandra Kurzak. Een cd uitgave van Warner.

Tussen 1865 en 1912 componeerde Jules Massenet (1842-1912) iets meer dan 30! opera’s en liet er verschillende onvoltooid achter. Maar, buiten “Manon” en “Werther” en eventueel nog “Hérodiade”, zijn ze echter alle onbekend. Zelfs de opera “Thaïs”, waaruit zijn wereldberoemde “Méditation” komt, kent niemand. Laat staan,“La Navarraise”. Nochtans…

Jules Massenet, leerling van Ambroise Thomas en Gounod, was een veelzijdig en verfijnd operacomponist. Voor het componeren leerde hij de libretti uit het hoofd en noemde zijn opera’s, Opéra comique Opéra romanesque, Drame lyrique, Épisode lyrique, Pièce lyrique, Conte lyrique, Conte de fées, Miracle, Drame sacré, Comédie chantée, Drame musical, Comédie héroique of Opéra légendaire. Hij was de meest productieve en artistiek en commercieel, meest succesrijke, Franse operacomponist van zijn tijd en bewoonde een kasteel in  Égreville (Seine-et-Marne). Tijdens de renaissance, schonk de Franse koning François 1er, het “domaine d’Egreville” aan zijn maîtresse, Anne de Pisseleu, duchesse d’Etampes (foto).

“La Navarraise” is een korte opera/”épisode-lyrique” (net geen 45 min.) in twee akten (een prélude en 20 nummers) op een libretto van Jules Claretie en Henri Cain, gebaseerd op Claretie’s kortverhaal “La Cigarette” uit 1890. Jules Claretie (1840-1913) was een vruchtbaar schrijver, theateracteur en historicus uit Limoges. Behalve novelle- en romanschrijver was hij ook een historicus van betekenis. 

Claretie (foto) schreef zelfs een boek over de componist en librettist Ludovic Halévy, (librettist van o.a. “Carmen”), de neef van de componist Fromental Halévy. Vele jaren was Claretie vaste medewerker van Le Temps waarvoor hij wekelijks artikelen schreef, getiteld “La Vie à Paris”, stukken waarin hij de kern van het Parijse leven op een boeiende maar vooral geestige manier beschreef. Claretie was sinds 1883 lid van de Académie française en was gedurende de laatste jaren, rapporteur van de Directionnaire-commissie.

“La Navarraise” werd voor het eerst opgevoerd in Covent Garden in Londen op 20 juni 1894, met Emma Calvé in de titelrol. Met zijn korte maar warmbloedige en actievolle opera gaf Massenet in de jaren 1890, een Frans antwoord op de uit Italië gekomen mode van het verisme. Op deze opname van dit zelden uitgevoerd werk is Roberto Alagna de Spaanse soldaat Araquil en is Aleksandra Kurzak, Anita, “het meisje uit Navarre”, dat bereid is te doden uit liefde. Alberto Veronesi (foto) dirigeert het Opera Orkest van New York. Een meerwaarde voor de expressie in de zang is wellicht dat de Frans-Italiaanse tenor Roberto Alagna (°1963) en de Poolse sopraan Aleksandra Kurzak (°1977), in 2015, met elkaar in het huwelijk traden. Een uitvoering, gezongen door man en vrouw, dus. Bijzonder.

De eerste opvoering van “La Navarraise” werd bijgewoond door de Prins van Wales en op zijn vraag werd een opvoering gegeven in Windsor Castle. Philippe Flon dirigeerde de Brusselse première op 26 november 1894 met Georgette Leblanc in de titelrol, terwijl Calvé terugkeerde voor de première in Parijs in de Opéra-Comique in hun tijdelijk verblijf aan de Place du Châtelet (het huidige Théâtre de la Ville) in oktober 1895. Dit leidde tot meer dan 180! uitvoeringen van het werk in de komende 60 jaar. “La Navarraise” was dus ooit erg populair.. Deze populariteit is echter afgenomen sinds de operawereld aan het begin van de twintigste eeuw veranderde. Vandaag wordt de opera, hoewel er in 1975 twee memorabele opnamen zijn gemaakt met Lucia Popp en Marylin Horne, nog steeds zelden opgevoerd.

De opera speelt zich af in een Baskisch dorp nabij Bilbao in 1874, ten tijde van de derde Carlistenoorlog (1872-1876), onderdeel van heropflakkering van de Spaanse burgeroorlogen uit de periode 1833 tot 1849. De strijd ging tussen de regerende Bourbon-koningen, geleid door een pretendent naar de Spaanse troon enerzijds, en een “liberale” zijtak van het koninklijk huis, de broers Carlos (VII) en Alfonso Carlos de Borbón, het hoofd van de Carlistische opstand in Catalonië, anderzijds. “Liberalen” streefden naar opvolging door de afgezette Isabella II. De Derde Carlistenoorlog onder Carlos (VII), bracht vrijwel heel Noord-Spanje in handen van de carlisten. Na 23 dagen een Republiek geweest te zijn, besteeg Isabella’s zoon Alfons XII, na een staatsgreep, gesteund door brigadegeneraal Arsenio Martínez Campos, in 1874, de troon, en herstelde daarmee de monarchie.

Essentie was dat de Franse koning Louis-Philippe, Antoine d’Orléans, Duc de Montpensier, een zoon van hem, op de Spaanse troon wilde. Zijn dochter Louise, was immers reeds (eerste) koningin der Belgen en tot aan de Franse Revolutie droegen de Franse koningen officieel de titel “koning van Frankrijk en Navarra”. Een Carlistische pretendent naar de troon van Spanje vond zichzelf dan ook een Legitimistisch pretendent naar de troon van Frankrijk.

Eén enkel vrouwelijk hoofdpersonage, Anita, een meisje uit Navarra, moet het vocaal opnemen tegen vijf indrukwekkende mannenstemmen, van wie vier militairen zijn, twee sergeanten (Araquil en Bustamente) en Ramon, een kapitein van het regiment van Biskaje, Garrido, een generaal van het liberaal leger, en Remigio, de vader van Araquil, één van die sergeanten.

Het verhaal gaat over dat eenvoudig, devoot meisje uit Pamplona in Navarra, Anita (“La Navarraise”), “brune comme la nuit, avec des yeux d’étoiles” (sic), dat verliefd is op de soldaat, Araquil. Ze zagen elkaar voor het eerst op de dag van de Romeria (bedevaart) in,Loyola. Araquils vader, de herenboer Remigio, vindt Anita, “la pauvre Navarraise”, echter te min en dringt erop aan dat ze een som van tweeduizend duro als bruidsschat betaalt, wetende dat ze dat geld toch niet heeft. Wanneer ze dit hoort, zingt Anita een klaagzang, terwijl de commandant Garrido, zijn haat bezingt over de vijandelijke, Carlistische  commandant Zuccaraga, nadat hij heeft vernomen dat Zuccaraga de dood van zijn vriend op zijn geweten heeft. Anita hoort Garrido en stelt voor dat zij Zuccaraga vermoordt voor een bedrag van tweeduizend duro’s. Garrido aanvaardt het aanbod, hoewel hij op zijn hoede en achterdochtig is. Garrido vraagt ​​haar naam, maar ze antwoordt enkel “Ik ben maar het meisje uit Navarra”. Anita wordt door de soldaat Ramon naar het vijandig kamp gebracht. Wanneer Ramon hoort dat Araquil op zoek is naar Anita, vertelt hij (Ramon) Araquil dat ze in het vijandig kamp is. Ramon interpreteert dit verkeerd, denkend dat Anita eigenlijk een spionne is, en Araquil denkt dat ze naar een geheime minnaar in het vijandig kamp is gegaan.

Na een orkestraal intermezzo (Nocturne) slaagt Anita erin om Zuccaraga te vermoorden en krijgt ze haar beloning. Ze moet weliswaar zweren aan niemand iets te vertellen. Op dat moment wordt de dodelijk gewonde Araquil binnengebracht, op zoek naar Anita. Hij confronteert Anita die, onder de eed niemand iets te vertellen, alleen kan zeggen: “Ik heb niets verkeerd gedaan.” Als hij het geld ziet, beschuldigt hij haar ervan zichzelf te verkopen, waarop ze gewelddadig bezwarend reageert. Dan verschijnen Remigio, Ramon en een dokter. Klokken zijn in de verte te horen en Araquil vraagt ​​zijn vader waarom ze luiden. Remigio vertelt hem, omdat Zuccaraga is vermoord.

Wanneer Araquil dan opnieuw naar Anita kijkt, beseft hij de waarheid met zijn laatste woorden “de prijs van bloed! hoe vreselijk!” en hij sterft. Anita stort in afgrijzen en probeert zichzelf te doden. Tijdens het zoeken naar een zelfmoordwapen vindt ze een beeld van de Maagd Maria (“Merci, la bonne vierge”). Ze wordt gek door de dood van Araquil en zegt alsof hij er nog steeds was: “Araquil, ik heb de bruidsschat … We moeten gaan … De kerk is vol! Het geluk is nabij!” Dan vervalt ze bij dat mysterieus klokkenspel, in uitzinnig gelach, terwijl de opera indrukwekkend eindigt op Garrido’s woorden “La folie! La folie!”. Schitterend.

De uitvoerders zijn Aleksandra Kurzak (Anita), Roberto Alagna (Araquil), George Andguladze (Garrido), Brian Kontes (Remigio), Issachah Savage (Ramon) en Michael Anthony McGee (Bustamente), het Opera Orchestra of New York en het New York Choral Ensemble, het geheel o.l.v. Alberto Veronesi. Dat Veronesi (°1965) dirigeert is geen toeval. Deze Italiaanse dirigent, een zoon van de bekende oncoloog en politicus Umberto Veronesi, staat bekend om zijn uitvoeringen van Italiaanse, veristische opera’s, bekende, minder bekende en onbekende (o.a. Puccini’s “Edgar”, Leoncavallo’s “I Medici” en “La Nuit de mai”, Giordano’s Fedora“ en Mascagni’s “L’amico Fritz”). Niet te missen.

Massenet La Navarraise Aleksandra Kurzak Roberto Alagna Opera Orchestra of New York New York Choral Ensemble Alberto Veronesi cd Warner 0190295605704