Schumanns “Dichterliebe” en “Kernerlieder” door Julian Prégardien (tenor), Sandrine Piau (sopraan) en Eric Le Sage (piano) op het label Alpha, en door de bariton Matthias Goerne en pianist Leif-Ove Andsnes, op harmonia mundi. Schitterend!

Julian Prégardien besloot de meesterlijke Dichterliebe-cyclus (met o.a. “Im wunderschönen Monat Mai”, “Die Rose, die Lilie, die Taube, die Sonne” en “Ich grolle nicht”) vast te leggen nadat hij de nieuwe Bärenreiter-editie kon inzien. Hij ging het werk op concerten verkennen met zijn vaste begeleider, Eric Le Sage, waartussen hij andere werken van Robert en ook Clara Schumann invoegde, wiens tweehonderdste verjaardag in 2019 wordt gevierd. Bariton Mathias Goerne en pianist Leif-Ove Andsness creëren op hun beurt met hun nieuwe cd, een muzikaal-poëtisch universum die u als luisteraar meeneemt naar een hoger bewustzijn!

Toen Clara in de jaren zestig “Dichterliebe” op. 48 speelde, had ze nl. de gewoonte om fragmenten uit “Kreisleriana” tussen de liederen te spelen. Prégardien vroeg Eric Le Sage (foto) dezelfde fragmenten op te nemen op een Blüthner-piano uit 1856, het jaar van Roberts overlijden, en ook om Romances op te nemen, gecomponeerd door Robert en Clara, in een tijd dat hun gepland huwelijk nog steeds onzeker was.

Robert Schumann componeerde in 1840, zijn “Liederjahr”, maar liefst 150! “Lieder für eine Singstimme, mit Begleitung des Pianoforte”, waaronder de liedcycli “Liederkreis” op. 24 (negen liederen) en de twaalf “Kernerlieder” op. 35. Reden voor deze enorme liedproductie was Schumanns liefde voor Clara Wieck, de dochter van zijn voormalige pianoleraar, die zich verzette tegen het huwelijk van zijn dochter met Robert.

Schumanns liefde voor Clara leidde nl. tot jarenlange conflicten met zijn pianoleraar, haar vader Friedrich Wieck, die zijn oogappel beschouwde als een veelbelovend pianiste, die hij terecht beschouwde als de kroon op zijn leraarschap. Het kwam tot een openlijke breuk, Wieck had Schumann verboden Clara te ontmoeten en ging met haar op concertreis. Maar in Schumanns werken uit deze tijd bleef Clara aanwezig. In 1837 verloofde het paar zich tegen de wil van vader Wieck en de intriges van Wieck leidden bij Schumann tot een zenuwcrisis en aanvallen van zwaarmoedigheid. Uiteindelijk werd via de rechtbank, de toestemming voor het huwelijk geforceerd en het paar kon op 12 september 1840, daags voor de 21ste verjaardag van Clara, in de dorpskerk van Schönefeld trouwen. In datzelfde jaar werd Schumann door de Universiteit van Jena tot eredoctor benoemd en het echtpaar bleef tot 1844 in Leipzig wonen.

De sublieme ballade “Löwenbraut”, een herinnering aan het leed van de jonge Robert over Clara’s vertrek op concerttournee, maakt ook deel uit van het programma . Op voorstel van Julian werd Sandrine Piau uitgenodigd om drie duetten te zingen, een eenvoudige Canon gecomponeerd door Clara, en twee duetten van Robert, “Wenn ich ein Vöglein wär” en het subliem “In der Nacht”. Vier verdere nummers completeren de cd: “Sängers Trost”, een kort stuk in belcanto-stijl, “Kurzes Erwachen”, gecomponeerd door Robert op achttienjarige leeftijd, “Aus den hebräischen Gesängen”, een melancholisch lied, een uittreksel uit de cyclus “Myrthen” (Roberts huwelijksgeschenk aan Clara), en “Mein Wagen rollet langsam”, een lied uit de eerste versie van “Dichterliebe”. Van de Dichterliebe-liederen werd verwacht dat Schumann triomfantelijk verheugd zou zijn in dat jaar 1840, toen hij nl. eindelijk met Clara kon trouwen. Toch werden ze gekenmerkt door bittere ironie, nostalgische Sehnsucht en een gevoel van angst.

Op de Alpha cd staan “In der Nacht”, (nr.4 uit “Spanisches Liederspiel op.74”), Clara Schumann: Andante-Allegro passionato-Andante (nr. 2 uit “3 Romances op.11”), “Die Löwenbraut”, (nr. 1 uit “3 Gesänge”) op. 31), Clara Schumann: Canon “Wenn ich ein Vöglein wär”, Robert Schumanns “Wenn ich ein Vöglein wär” (nr. 5 uit “Zweistimmige Liede op. 43), “Aus den hebräischen Gesängen” (nr.15 uit “Myrthe op. 25), de 16 liederen, “Dichterliebe”, op. 48, “Kurzes Erwachen” (uit “Sechs frühe Lieder”, WoO 21), “Sängers Trost” (Justinus Kerner) (nr. 1 uit “5 Lieder und Gesänge” op. 127), “Sehr markirt” & “Einfach” (uit “3 Romanzen” op. 28, en “Mein Wagen rollet langsam”, (nr. 4 uit “4 Gesänge” op. 142). Magnifiek!

“Liederkreis” op negen gedichten van de Duitse dichter Heinrich Heine, weerspiegelden in hoop, verlangen en liefdesverdriet, Schumanns liefde voor Clara. De liederencyclus Kernerlieder is opgebouwd uit twaalf gedichten van Justinus Kerner (1786-1862) (foto). Bariton Mathias Goerne en pianist Leif-Ove Andsness creëren hier een magistraal muzikaal-poëtisch universum dat u meeneemt naar een hoger dichterlijk en muzikaal bewustzijn! Niet te missen!

Schumann Dichterliebe Julian Prégardien Eric Le Sage Sandrine Piau cd Alpha ALPHA457

ROBERT SCHUMANN LIEDERKREIS op. 24 KERNER-LIEDER op. 35 Matthias Goerne Leif-Ove Andsnes cd harmonia mundi HMM 902353