Richard Wagners “Geschriften uit de nalatenschap, open brieven en herinneringen”, uitgegeven door Ijzer.

In het negende deel van Richard Wagners prozageschriften volgen we de componist gedurende zijn hele scheppend leven in een omvangrijke reeks artikelen, die grotendeels ontleend zijn aan de na Wagners overlijden uitgegeven, aanvullende banden op zijn verzamelde werken. Met dit deel is nagenoeg al het prozawerk van Richard Wagner in het Nederlands beschikbaar. Niet te missen!

Al in zijn vroegste opstellen en recensies uit de jaren ’30 tekenden de contouren van Wagners levenswerk zich af: het scheppen van een volwaardige en originele Duitse operastijl. In de revolutionaire periode van 1848-1849 werkt hij deze nader uit in zijn grote geschriften, die sinds 2013 in Nederlandse vertaling verschenen zijn. De opstellen in deze band bieden hierbij extra context en achtergronden, Verder krijgen we in de teksten uit de jaren ’60 meer inzicht in Wagners nauwe betrekkingen met zijn grootste bewonderaar en sponsor, koning Ludwig II van Beieren. Tenslotte werpen de teksten uit de jaren ’70 en ’80 extra licht op de bekroning van Wagners levenswerk: de Bayreuther Festspiele en de maatschappelijke ambities van de Bayreuther Kreis.

Naast componist en theatervernieuwer schreef Richard Wagner (1813-1883) talloze korte en lange stukken over muziek, kunst, religie, theater etc. Bij IJzer verschenen reeds 8 delen met teksten vertaald, ingeleid en geannoteerd door Philip Westbroek. Dit negende deel eveneens van de hand van Philip Westbroek bevat een voorwoord van de bekende en geliefde Hans van den Boom (foto) (AVRO klassieke-muziekprogramma’s op Radio 4).

Van Wagner verscheen eerder bij IJzer: Het kunstwerk van de toekomst, Geschriften over kunst, politiek en religie, Opera en drama, Geschriften over eigen werk, Geschriften over muziek, Geschriften over theater, Geschriften over cultuur en maatschappij en Geschriften over Parijs. Daarnaast zal van de hand van vertaler Philip Westbroek een boek verschijnen waarin hij Wagners kunsttheorie en revolutionaire & controversiële, maatschappelijke & culturele ideeën helder uiteenzet.

Dit negende deel bevat als sluitstuk van de reeks, een groot aantal kortere en enkele langere teksten, die zijn ontstaan over de gehele periode van Wagners componerend en schrijvend leven over een periode van vijftig jaar. De teksten, die bestaan uit programmatische en polemische opstellen, open brieven en herinneringen, zijn voor een deel pas na het overlijden van Wagner gepubliceerd. Ze geven daarnaast extra context bij de meer bekende kunstgeschriften, die in de eerdere delen zijn uitgebracht. Aldus krijgt u een veelzijdig beeld van de stappen die Wagner heeft gezet bij het volbrengen van zijn levenstaak: het scheppen van een nieuwe vorm van muzikaal drama – het Gesamtkunstwerk – en het creëren van een hiervoor noodzakelijke infrastructuur – de Bayreuther Festspiele als normatief instituut voor de uitvoeringspraktijk van dit nieuwe Duitse muziekdrama.

De stappen die Wagner bij zijn missiewerk heeft doorlopen, laten een fascinerende wisselwerking zien tussen de kunstenaar en de gebeurtenissen en omstandigheden van zijn tijd: de broeiende culturele stemming gedurende de Vormärz-periode, de politieke onrust van het jaar 1848-1849, de ideologische verschuivingen van de latere 19de eeuw en de stichting van het Tweede Duitse Keizerrijk van Wilhelm I in 1871. Dit alles heeft zijn stempel gedrukt op Wagners artistieke ideeën.

De geschriften, brieven en herinneringen worden voorafgegaan door een schitterende inleiding waarin de missie van de meester, de indeling van het boek  en de verantwoording van de vertaling worden besproken en geduid. De geschriften die volgen zijn o.a. een bericht uit 1842 over de eerste opvoering van ‘Das Liebesverbot”, een Parijs’ bericht voor Robert Schumanns ‘Neue Zeitschrift für Musik’ (1842), een bericht over het overbrengen van de stoffelijke resten van Carl Maria von Weber vanuit Londen naar Dresden (1845), Over de Koninklijke Kapel (1846) en over Eduard Devrients ‘Geschiedenis van de Duitse toneelkunst’ (1849), Theaterhervorming (1849), het Voorwoord bij een in 1850 beoogde uitgave van ‘Siegfrieds Tod’ en het voorwoord bij een in 1850 beoogde uitgave van het ontwerp van 1848 ‘Voor de organisatie van een Duits nationaal theater voor het koninkrijk Saksen’, Herinneringen aan Spontini, Opdracht van de partituur van ‘Lohengrin’ aan Franz Liszt (1852), Voorwoord bij de uitgave van het als manuscript gedrukte gedicht ‘Der Ring des Nibelungen’ (1853), Over het theater van de Weense Hofopera, Een reactie op het artikel ‘Richard Wagner en de openbare mening’, Bericht aan Zijne Majesteit de Koning Ludwig II vanBeieren over een in München op te richten Duitse muziekschool, Voorwoord bij de boekuitgave van de opstellen ‘Duitse kunst en Duitse politiek’, Opdracht van de tweede oplage van ‘Opera en drama’, Mijn herinneringen aan Ludwig Schnorr von Carolsfeld, Censuren (1867-1869) (Riehl, Ferdinand Hiller enb Eduard Devrient), Over ‘Het Jodendom in de muziek’ (brief aan Karl Tausig, april 1869), Het Münchens Hoftheater, Een inkijk in het huidig Duits operawezen, Over een opera-opvoering in Leipzig, Aankondiging van de opvoering van ‘Parsifal’, De zeven “Bayreuther Blätter” en “Aan koning Ludwig II over de opvoering van ‘Parsifal’”(1880).

Richard Wagner Geschriften uit de nalatenschap, open brieven en herinneringen 512 bladz. uitg. Ijzer ISBN 978-90-8684-184-4