Peter de Caluwe over “Opera – Passie en controverse”, een uitgave van Lannoo. Fascinerend!

Peter de Caluwe pleit voor de opera van de 21ste eeuw. De opera, een ivoren toren van vermaak, die steeds door dezelfde insiders wordt bezocht? Niet als het van Peter de Caluwe afhangt. Als directeur van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel verdedigt hij vurig het belang en de relevantie van zijn kunst door in te zetten op engagement, mensen tot nadenken te dwingen en terug te grijpen naar de dramatische kracht van de begindagen.

“Opernwelt” noemde De Munt in 2011 het beste operahuis ter wereld. Ook in 2011 werd Peter de Caluwe door Radio Klara en Muziekcentrum Vlaanderen gekozen tot Muziekpersoonlijkheid van het Jaar. Peter de Caluwe kreeg ook de eerste Master Honoris Causa van de Kunsthogeschool Sint-Lucas in Brussel. Van 2011 tot 2013 was hij President van Opera Europa, de organisatie van professionele operahuizen en festivals in Europa. Macbeth kreeg in 2014 de prijs voor de beste productie en de Caluwe werd in 2013 overheidsmanager van het jaar 2012.

De Belgische dramaturg Peter de Caluwe (°1963) uit Dendermonde, is sinds 2007 algemeen directeur-intendant van de Koninklijke Muntschouwburg van Brussel. Hij studeerde literatuur en theatergeschiedenis aan de universiteiten van Gent, Brussel en Antwerpen. Een gedenkschrift over de geschiedenis van de enscenering van opera leverde hem zijn licentiaatsdiploma op. In 1986 wierf Gerard Mortier hem aan als dramaturg van De Munt. Hij werd er eveneens verantwoordelijk voor perscontacten, public relations en projecten voor jongeren.

Vanaf 1990 nodigden Pierre Audi en Truze Lodder, de nieuwe directietandem van De Nederlandse Opera in Amsterdam hem uit om zich bij hun team aan te sluiten. Hij bekleedde de functie van directeur interne en externe communicatie. In 1994 werd hij benoemd tot castingdirecteur en aanvaardde hij vanaf 1998 de functie van artistiek coördinator voor Pierre Audi. Hij was in totaal 16 jaar actief voor de Nederlandse Opera. In juli 2007 keerde hij terug naar De Munt, als directeur-intendant volgde hij Bernard Foccroulle op. Hij leidt er een instelling met 400 personeelsleden en een budget van 33 miljoen euro. In 2017 werd zijn mandaat alvast verlengd voor een derde zesjarige ambtstermijn van 2019 tot 2025.

Het boek bevat een reeks taboeloze interviews met Stéphane Renard waarin Peter de Caluwe geen enkele vraag uit de weg gaat en waarin hij zijn visie over opera die het publiek zowel met zijn passies als met de excessen van zijn tijd confronteert, met de lezer deelt.

“Opera”, zo lezen we, “is ontstaan aan de aristocratische hoven en was vierhonderd jaar lang het privilege voor bepaalde sociale en culturele elites. De kunstvorm staat dus niet meteen bekend om zijn rebelse aard. Een a priori waartegen Peter de Caluwe, algemeen directeur van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel, zich blijft verzetten. Bij het begin van zijn derde mandaat van zes jaar blijft hij vastberaden de koers volgen die hij initieel heeft uitgestippeld. Mortier was een vernieuwer en een anticonformist, hij ging als eerste tegen de stroom in. Foccroulle was een intellectueel en humanist, hij bracht opera dichter bij de maatschappij.

Typisch voor de Caluwe is dat hij op zijn beurt het veld van mogelijkheden aftast en kiest voor een nieuw paradigma, waarbij opera niet langer de ivoren toren is die steeds door dezelfde insiders wordt gefrequenteerd. Opera moet aansluiting vinden bij de realiteit en daaraan zijn legitimiteit ontlenen, want al te vaak blijven muziektempels vastgeroest in het verleden. Om het bestaansrecht van de opera in onze huidige leefwereld te verantwoorden is hij vastbesloten voorstellingen te programmeren die deze wereld in vraag durven te stellen.

Daarnaast kiest hij voor kunstenaars die zijn artistieke credo delen, waaronder getalenteerde maar soms omstreden regisseurs als Krzysztof Warlikowski, Romeo Castellucci, Andrea Breth, Olivier Py, Dmitri Tcherniakov, Christophe Coppens… ‘Ik zoek mijn eigen artistieke familie, mensen met wie ik me verbonden voel. Mijn keuzes zijn steeds erg gericht op Europa, zowel op het Zuiden als op de Angelsaksische en Duitstalige gebieden’.”

Opera kan je zien als een politieke daad in de nobele zin van het woord, iets wat Peter de Caluwe samenvat in een bezwerende formule: ‘Het enige wat verplicht is in de opera, is de vestiaire. Laat daar ook je vooroordelen achter. In een tijd waarin onze samenlevingen de grenzen sluiten, zet de opera ze wagenwijd open’. Treffende kleurenfoto’s maken het belang van opera aanschouwelijk. Zeker lezen.

Peter de Caluwe Opera – Passie en controverse uitg. Lannoo 109 bladz. EAN: 9782390250968