“Brahms, Sonatas Op. 78 & Op. 120, arranged for cello” en “Brahms, Cello Sonatas”, door Raphael Wallfisch en John York, op het label Nimbus Records. Magnifiek!

Ontdek o.a. hoe innemend het bedachtzaam, melancholisch karakter van de drie Sonaten van Brahms klinken op cello.  Op de cd staan de arrangementen van zijn beide Klarinetsonaten op. 120 en van de Vioolsonate nr. 1 in G op. 78. Brahms hield van de muziek van Mozart en keek trouwens ook graag eens achteruit naar andere, illustere voorgangers. Dat deed hij bvb. met Bach en Couperin. Maar voor Mozart koesterde hij een heel grote bewondering. In het Duitse Meiningen hoorde hij diens Klarinetconcerto, gespeeld door het Hoforkest met als solist een zekere Richard Mühlfeld. Brahms raakte zo in de ban van die solist dat hij zich onmiddellijk ging verdiepen in het instrument. Op 12 december 1891, honderd jaar na de première van het Klarinetconcerto van Mozart, vond in Berlijn de eerste uitvoering plaats van  Brahms’ magistraal Klarinetkwintet. Vanaf 1891 groeide er tussen Mühlfeld en  Brahms, die sinds 1881 nauw  met de Meininger Hofkapelle samen werkte, een nauwe persoonlijke en muzikale vriendschap. De beide klarinetsonaten op. 120 zouden ze trouwens samen op één jaar tijd op wel twintig verschillende concerten uitvoeren.

De beide klarinetsonaten heeft Brahms in 1894 samen met Mühlfeld voor het eerst uitgevoerd. Het tekende de relatie tussen beiden, dat de opbrengst van de gezamenlijke concerten zonder uitzondering, naar de klarinettist ging. Brahms wilde er nl. niets aan verdienen.  Integendeel, Brahms schonk Mühlfeld een set zilveren theelepels met monogram als blijk van zijn vriendschap. De twee sonaten van Brahms, op. 120, elegant en expressief, sublimeren de extreme gevoeligheid van de klarinet of altviool, die alleen met de perfecte beheersing van de cello, bereikt kan worden.

De vioolsonate nr. 1 in G, op. 78, “Regensonate”, voor viool en piano, werd gecomponeerd tijdens de zomers van 1878 en 1879 in Pörtschach am Wörthersee (foto). Ze werd voor het eerst uitgevoerd in november 1879 in Bonn, door Robert Heckmann, viool en zijn vrouw, Marie Heckmann-Hertig, piano. Elk van de drie bewegingen van deze sonate deelt gemeenschappelijke motieven of thematisch materiaal uit de liederen (Lieder und Gesänge), “Regenlied” en “Nachklang” op. 59 uit 1870-1873, van Brahms. Dit is waarom deze sonate de “Regen-Sonate” wordt genoemd.

“Walle, Regen, walle nieder,

Wecke mir die Träume wieder,

Die ich in der Kindheit träumte,

Wenn das Naß im Sande schäumte!”

(“Regenlied” – Klaus Groth)

In de originele toonaard van G, was de eerste Vioolsonate van Brahms sprankelender en transparanter dan de transcriptie in D voor cello van Paul Klengel (1854-1935). De Sonate was ook veel betoverender in het openend Vivace. Cellisten koesteren de cellotranscriptie van Paul Klengel (foto). De oorspronkelijke Sonate werd meteen samen met de cello transcriptie uitgeven in 1897, het laatste levensjaar van Brahms.

Paul Klengel (foto), broer van de cellist, componist en beroemde leraar, Julius Klengel (foto) (leraar van o.a. Gregor Piatigorsky), studeerde aan het Conservatorium en aan de Universiteit van Leipzig. In 1886 behaalde hij daar zijn doctoraat met het proefschrift “Zur Ästhetik der Tonkunst”. Van 1881 tot 1886 was hij koordirigent van de “Euterpe Musik Verein” in Leipzig, en van 1888 tot 1891 werkte hij aan de Hofkapelle in Stuttgart. Daarna  dirigeerde hij van 1898 tot 1902, Duitse koorverenigingen in New York. Klengel keerde weliswaar naar Leipzig terug om er de “Arion Verein” te leiden en werd docent viool en piano aan het Leipzigs Conservatorium.

Hij was een veelzijdig musicus en een volleerd violist en pianist, die een carrière als concertmusicus en solist uitbouwde. Hij componeerde voor viool, altviool en piano, evenals liederen en koorwerken. Klengel was de ‘huisarrangeur’ van de uitgeverij Simrock, waar hij bekend stond om zijn artistiek hoogstaande arrangementen voor o.a. viool en altviool.

De eerste beweging, Vivace ma non troppo, is gecomponeerd in de sonatevorm in G groot. De tweede beweging, Adagio – Più andante – Adagio, is een uitgebreide ternaire vorm in Es groot en de derde beweging, Allegro molto moderato, is een rondo met een coda in G groot. Het gepunt ritmemotief van de twee liederen wordt niet alleen als thema geciteerd in de derde beweging, maar verschijnt ook constant als gefragmenteerd ritmisch motief in alle drie de bewegingen, wat de hele sonate een zekere samenhang geeft. Het ritme van het “regenmotief” dat in het middelste gedeelte van de tweede beweging verschijnt, is aangepast als treurmars. De twee keer dat het hoofdthema van het Adagio ook nog eens in de derde beweging verschijnt,  accentueert daarbij ook nog eens de cyclische vorm van de ganse compositie.

De Cellosonate nr. 1 in mi klein, op. 38, getiteld “Sonate für Klavier und Violoncello”, werd gecomponeerd in 1862-1865. Brahms componeerde de eerste twee bewegingen in de zomer van 1862, evenals een Adagio dat hij later verwijderde. De laatste beweging werd gecomponeerd in 1865. De sonate is getiteld “Sonate für Klavier und Violoncello”, en de piano “moet een leidende, waakzame en attente partner zijn, die onder geen enkele voorwaarde, een zuiver begeleidende rol  mag hebben” (Brahms). De Sonate werd opgedragen aan Josef Gänsbacher, een professor zang en amateur-cellist. De cellosonate nr. 2 in F, op. 99, werd gecomponeerd in 1886, meer dan twintig jaar na de eerste Cello Sonate en werd voor het eerst gepubliceerd in 1887. Ze werd opgedragen aan en voor het eerst uitgevoerd door Robert Hausmann, die de eerste Sonate had gepopulariseerd, en die het jaar daarop, Brahms’ Doppelkonzert voor viool en cello, samen met Joseph Joachim in première zou spelen.

Raphael Wallfisch werd in 1953 in Londen, geboren in een familie van vooraanstaande musici. Zijn vader was de pianist, Peter Wallfisch en zijn moeder was de celliste, Anita Lasker-Wallfisch, één van de laatst bekende overlevende leden van het Vrouwen orkest van…Auschwitz! Hij studeerde o.a. bij Amaryllis Fleming, Derek Simpson en Gregor Piatigorsky en was prijswinnaar op de Internationale Gaspar Cassadó Cello-wedstrijd in Florence. Hij is benoemd tot lid van de faculteiten van het Konservatorium Zürich Winterthur en de Musikhochschule Mainz en heeft opgenomen voor de labels EMI, Chandos, Black Box, ASV, Naxos en Nimbus.

Hij heeft cd-opnames gemaakt van bijna het gehele cello-repertoire, inclusief werken van Britten, Finzi, Leighton, Sjostakovitsj, Bloch, Ravel, Busch, Schumann, Zemlinsky en Tsjaikofski, en een breed scala aan Britse cello-concerti, waaronder werken van James MacMillan, Finzi, Delius, Walton, Bax, Bliss, Britten, Moeran en Leighton. Zijn vrouw is de Australische barokvioliste, Elizabeth Wallfisch en zijn zus is de psychotherapeute, Maya Jacobs-Wallfisch. Hij heeft drie kinderen, Benjamin (dirigent en Hollywood-componist), Simon (bariton en cellist) en Joanna (een vocaliste).

De Britse pianist, John York is bekend geworden als solo-pianist, kamermuziekspeler, een duo pianist met zijn vrouw, Fiona York, en leraar, en heeft een aanzienlijk deel van het cello- en piano-repertoire opgenomen met Raphael Wallfisch. York groeide op in het Engelse Eastbourne, in East Sussex. Zijn moeder was pianiste en de pianostemmer van de familie, die het talent van York inzag, raadde aan om hem les te laten volgen bij de beste pianoleraar van de stad, die in de buurt woonde. York ging daarna eind jaren zestig naar de Guildhall School of Music and Drama en studeerde vervolgens in Parijs en Wenen. Door zijn groeiende fascinatie voor het Frans pianorepertoire, wilde hij een ​​professionele pianist worden.

Hij studeerde verder in Parijs, waar hij in 1973 de Internationale Debussy-prijs won. York maakte zijn debuut in Wigmore Hall in Londen in 1974, waarna een succesvolle solocarrière volgde met de London Philharmonic en de London Mozart Players. Na verloop van tijd lag de nadruk in zijn carrière op kamermuziek. Hij richtte het York Piano Trio en York Piano Quartet op, en hij trad op met een selectie van internationale topmusici en ensembles, onder wie het Wihan- en Lindsay-kwartet, zangeres Sarah Walker en de  violiste Rivka Golani. Zijn belangrijkste samenwerkingsverbanden waren weliswaar met Wallfisch, met wie hij twee cycli van Beethovens werken voor cello en piano opnam, en met zijn vrouw, Fiona York, met wie hij in 2004 een concert gaf in de Wigmore Hall, ter gelegenheid van de 30ste verjaardag ​​van zijn debuut.

Brahms Sonatas Op. 78 Op. 120 arranged for cello Raphael Wallfisch John York cd Nimbus NI5974

Brahms Cello Sonatas Raphael Wallfisch John York cd Nimbus Records NI5972