Purcells “King Arthur” door de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn, o.l.v. René Jacobs. Een dvd uitgegeven door Naxos. Schitterend!

Aan de Staatsoper Unter den Linden in het Schiller Theater in Berlijn hebben de regisseur Sven-Eric Bechtholf en Julian Crouch zich aan dit werk gewijd. Het resultaat is een verbeeldingsvolle enscenering, passend bij de schoonheid van de muziek, schitterend gedirigeerd door René Jacobs.

De machtsovername in 1688-1689 door de Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje-Nassau en zijn gemalin Maria Stuart II als koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland, ging de geschiedenis in als de “Glorious Revolution”. De muziek hernam geleidelijk haar plaats in de rituelen en genoegens van het koninkrijk en het was Henry Purcell die Engeland opnieuw een stem gaf, waardig aan zijn glorieuze wedergeboorte en grandioze ambities.

Naast toneelmuziek (incidental music), bv. “Abdelazer or The Moor’s Revenge” (1695), componeerde Purcell tussen 1690 en 1695, vier semi-opera’s, “The Prophetess, or the History of Dioclesian”, “King Arthur, or the British Worthy”, “The Fairy-Queen” en “The Indian Queen”. De Engelse advocaat, biograaf en amateur musicus, Roger North (1653-1734), bedacht de term semi-opera om een mengvorm tussen opera en gezongen toneelmuziek met gesproken dialogen aan te duiden. De masque was daarentegen eerder een dansspektakel en Purcells beroemde “Dido and Aeneas” uit ca. 1688, was een doorgecomponeerde kameropera. De eerste semi-opera, “Macbeth” op een libretto van William Davenant naar Shakespeare’s “Macbeth”, werd in 1673 gecomponeerd door Matthew Locke. Purcells meesterwerk, “King Arthur”, een semiopera uit 1691, op een libretto van de beroemde toneelschrijver John Dryden, was één van de opvallendste en populairste werken van de Engelse operaliteratuur uit deze periode. Bekende fragmenten zijn de “Frost Scene” en “Fairest Isle”.

“King Arthur, or the British Worthy” werd voor het eerst opgevoerd in het Queen’s Theatre, Dorset Garden in Londen, in juni 1691. Het was de tweede van Purcells vijf semiopera’s. De toon van het werk is patriottisch met hier en daar een behoorlijk cynische ondertoon. John Dryden, die onder de regering van Karel II “poet laureate” was geweest, (Walter Scott noemde hem “Glorious John”), was nl. zijn baan kwijtgeraakt en vervangen door Thomas Shadwell, omdat hij zich tot het katholicisme had bekeerd. Zijn masque “Albion and Albanius”, op muziek van Louis Grabu, was bedoeld als ophemeling van Karel II en werd tijdens het schrijven aangepast toen de koning plotseling overleed. Na de “Glorious Revolution” in 1689 regeerden William en Mary. Deze Nederlandse William III (de Stadhouder Willem III) heeft Dryden in zijn tekst voor de laatste aria van King Arthur verwerkt.

Alhoewel Merlijn verschijnt, is het verhaal niet één van de vele legenden over Koning Arthur en Camelot. Het verhaal gaat over de strijd tussen de Keltische Britten en de Saksen, een confederatie van Germaanse stammen uit de Noord-Duitse Laagvlakte. Emmeline is de blinde dochter van Conon, de hertog van Cornwall. De koning van Kent, Oswald, is een Saks. Hij maakt Emmeline het hof, alhoewel zij de verloofde van Koning Arthur is. Oswald besluit de Britten de oorlog te verklaren om Emmeline. Daar begint het muzikaal gedeelte van het werk. De veldslag loopt af in het nadeel van de Saksen, maar Oswald schaakt Emmeline op het eind van het eerste bedrijf. Arthur gaat naar haar op zoek. Zijn tovenaar Merlijn heeft hem nl. verteld dat niet alles wat hij ziet, echt is. Dwaallichten proberen nl. zijn ridders van de wijs te brengen, Arthur ontmoet Sirenen die naakt baden in een beek en hem proberen te verleiden. Hij belandt in het vierde bedrijf in een betoverd bos.

Het komt uiteindelijk in het vijfde bedrijf tot een verzoening. In een pastorale bieden herderinnetjes de herders huwelijkscontracten aan en de boeren schelden in hun komische liedje op de kerkbelasting. De opera wordt besloten met een feestelijke masque.

Dryden verrichtte naar eigen zeggen grondig onderzoek naar de oude gebruiken van de Britten en de Saksen, maar tegelijkertijd bevatte het werk een aantal hoogst ironische anachronismen. Het werk dient men in de tijdgeest van de Restauratie te plaatsen. Dichters konden zich veel veroorloven en de kritieken op het werk waren dan ook lovend, afgezien van enkelen die tegen de halfnaakte sirenen bezwaar maakten. De vele erotische toespelingen waren voor het Restauratie-theater weliswaar allerminst ongebruikelijk.

Op muzikaal gebied behoort King Arthur tot Purcells memorabelste werken: de aria’s “Fairest Isle”, “How blest are shepherds” en “St George” zijn bekend, alsook de dwaallicht scène “Hither, this way” en de echo in “Come if you dare”. Bijzonder geslaagd was eveneens de muzikale uitbeelding van het bibberen van de Koude Genius die oprijst, geïnspireerd door Lully’s muziek voor een soortgelijke scène in de vijfde akte van zijn opera “Isis” uit 1677.

Deze audiovisuele productie bevat een eersteklas cast van geesten, zowel uit het verleden als het heden. De samenwerking uit 1691 tussen dichter John Dryden en componist Henry Purcell voor koning Arthur betekende een opvallende sprong voorwaarts in de ontwikkeling van de Engelse opera. Purcells semi-opera verbaasde het publiek van die tijd niet alleen met zijn vocale toppers, zoals Fairest-isle en de Frost Scene, maar ook door zijn indrukwekkende kostuums, weelderige decors en ingenieuze toneelmachines. Meer dan 300 jaar later wordt niets van deze impact verminderd in een voorstelling met een brede aantrekkingskracht. De instrumentale en vocale krachten o.l.v. dirigent René Jacobs bewijzen in deze voorstelling eens te meer hun reputatie als leidende vertolkers van barokmuziek. De productie werd opgenomen in de Staatsoper in het Schiller Theater in Berlijn, in Januari 2017.

KING ARTHUR (Sung in English with German dialogue)

Libretto by John Dryden with German text by Wolfgang Wiens & Hans Duncker

singers:

Philidel / Shepherdess / Cupid / Siren / Nymph / Venus – Anett Fritsch

Priest / Shepherdess / She / Siren / Nymph – Robin Johannsen

Priest / He / Sylvan – Benno Schachtner

Priest / Herold / Sylvan / Comus – Mark Milhofer

Priest / Shepherd / Sylvan / Comus – Stephan Rügamer

Priest / Fisherman / Comus – Arttu Kataja

Priest / Grimbald / Cold Genius / Sylvan / Aeolus / Peasant / Comus – Johannes Weisser

actors:

Arthur – Michael Rotschopf

Oswald – Max Urlacher

Conon – Axel Wandtke

Merlin – Hans-Michael Rehberg

Osmond – Oliver Stokowski

Grimbald – Tom Radisch

Aurelius – Steffen Schortie Scheumann

Emmeline – Meike Droste

Matilda – Sigrid Maria Schnückel

Skills Ensemble

Berlin State Opera Chorus

(chorus master: Martin Wright)

Berlin Akademie für Alte Musik

René Jacobs, conductor (foto)

Sven-Eric Bechtolf and Julian Crouch, stage directors

Julian Crouch, set designer

Kevin Pollard, costume designer

Olaf Freese, lighting designer

Gail Skrela, choreographer

Picture format: NTSC 16:9

Sound format: AC3 2.0 / AC3 5.1

Region code: 0 (worldwide)

Audio languages: English, German

Subtitles: English, German, French, Japanese, Korean

Running time: 170 min.

Henry Purcell King Arthur Sung in English with German dialogue Choir of the Staatsoper Unter den Linden Berlin Akademie für Alte Musik René Jacobs Anett Fritsch Robin Johannsen Mark Milhofer Johannes Weisser Michael Rotschopf Meike Droste Hans-Michael Rehberg Stage directors Sven-Eric Bechtolf and Julian Crouch dvd + Blu-Ray Naxos 2.110658