Nikolaus Harnoncourt, “Über Musik, Mozart und die Werkzeuge des Affen”, een uitgave van Residenz Verlag.

De basisprincipes van Nikolaus Harnoncourts muziekpraktijk maakten hem beroemd in de muziekwereld. Met zijn ensemble Concentus Musicus brak hij met oude tradities en maakte hij de interpretatie van oude muziek op een nieuwe manier toegankelijk. Deze teksten getuigen van zijn inzicht aangaande luisteren en uitvoeren.Nikolaus Harnoncourt (1929-2016) was van 1952 tot 1969, cellist in de Wiener Symphoniker. In die periode begon hij met de bestudering en reconstructie van de authentieke uitvoeringspraktijk van barokmuziek. In 1953 richtte hij met zijn echtgenote, de violiste Alice Hoffelner, het ensemble “Concentus Musicus Wien” op, waarmee hij als één van eersten, oude muziek uitvoerde op kopieën van periode-instrumenten. De interpretatie van Nikolaus Harnoncourt van oude muziek op een nieuwe manier, was niet alleen het resultaat van zijn intensieve preoccupatie met de klank van de originele, historische instrumenten, maar vooral van het in twijfel trekken van de gebruikelijke luistergewoonten. Wat is muziek eigenlijk, hoe werkt het en hoe is het bedoeld door hun scheppers?, vroeg Harnoncourt zich af.De hier verzamelde teksten, samen gesteld door zijn echtgenote Alice (foto) zijn fragmenten van een theorie van muzikale hermeneutiek die de principes van de filosofische hermeneutiek, toepast op het maken van muziek. “Je kan niet doen alsof”, schrijft Harnoncourt, “alsof je een persoon uit een andere tijd bent. Het begrijpen van muziek kan niet los worden gezien van algemeen denken en voelen. Het heden zal altijd een beslissende invloed hebben op elke interpretatie en de receptie ervan. Muzikale interpretatie is dus geen reconstructie van de intenties van de auteur of van luister- en speelgewoonten op het moment dat de werken werden gemaakt, maar een versmelting van horizonten op basis van het belang van het heden met de eisen van de tekst van het werk.” Harnoncourt betreurde het overwicht van technologie boven ethiek en het overwicht van een versimpelde logica van consistentie. Volgens zijn cultureel pessimistische diagnose zitten we gevangen in een onuitsprekelijk en kankerachtig groeiend materialisme, dat niets meer is dan “de gigantische en logische toename van middelen, die de aap ook gebruikt als hij een steen pakt om een noot te kraken”.Als leraar en dirigent trad hij op met de retoriek van de strengheid tegen datgene wat hij meest verachtte bij het maken en consumeren van klassieke muziek, zoetheid, “klingende Tortenbüffet-Ästhetik”, en mentale zwaarlijvigheid. Maar het gebeurde keer op keer dat hij zijn radicale oordelen en interpretatieve beslissingen terugtrok uit het inzicht, dat hij zijn eigen ongelijk merkte en zichzelf corrigeerde. Dit toonde ook de grootsheid aan van een pionier, van iemand wiens muzikaal denken, de geschiedenis van muzikale interpretatie tussen Monteverdi en Beethoven, dieper dan wie ook, heeft veranderd.“In onze eeuw heeft zich een bijzonder subtiele vorm van leugenachtigheid gevestigd onder de trefwoorden ’trouw aan het werk’ en ‘authenticiteit’”, zo stelde Harnoncourt. Eerst werden de retouches en veranderingen verwijderd, en daarna richtte men zich als reactie op de bombastische pseudo-emoties uit de tijd vóór de eeuwwisseling, uitsluitend nog op hun inhoud, neergeschreven in aantekeningen. Men dacht dat de regels zelf alles waren. Tussen de regels was er niets dan willekeurige toevoegingen door ijdele vertolkers. “Maar, hoe meer men hervorming tot een morele kwestie maakte”, zo ging hij verder, “hoe leugenachtiger ze werd. Hoe ‘authentieker’ men beweerde de werken te interpreteren, des te verder distantieerde men zich van het essentiële, nl. van de betekenis van (de) muziek.”Harnoncourt heeft het over Aufführungspraxis, Phänomene des Musiklebens- Über das Musikhören, Über Authentizität und Werktreue, Warum immer Vebrato?, Von den Wurzeln der abendländischen Musik zur Revolution um 1600, Der 5. Oberton, Von der “Mitteltönigkeit” zur “Wohltemperierten Stimmung”, Zur Klangästhetik Monteverdis: Ist hässlich schön?, Barockmusik in Europa – das Barockorchester, Die vielen Arten von Cembalo, Wolfgang Amadeus Mozart, der rätselhafte Genius, Mozart und die Werkzeuge des Affen, Zeitgeist – Mode und Wahrheit, Ein Griffel in der Hand Gottes. Deze teksten over uitvoeringspraktijk, barokmuziek of instrumenten zoals het klavecimbel, lezen als welsprekend musiceren. Ze bevatten zijn gedachten over het luisteren naar en het begrijpen van muziek. Een wonderbaarlijke reis doorheen de muziekgeschiedenis. Zeker lezen.Bij Residenz Verlag verscheen ook van hem „Wir sind eine Entdeckergemeinschaft“ (2017) en „Meine Familie“ (2018).Nikolaus Harnoncourt Über Musik, Mozart und die Werkzeuge des Affen, Herausgegeben von Alice Harnoncourt Duits 176 bladz. uitg. Residenz Verlag ISBN 9783701735082

https://www.stretto.be/2017/10/02/de-engel-nikolaus-harnoncourt-over-concentus-musicus/