Frank Meester en Aline D’Haese, “De zijkant van de filosofie, een dialoog over vrouwelijk denken”, uitgegeven door Boom uitgevers Amsterdam. Niet te missen!

Dit boek gaat over de geschiedenis van het vrouwelijk denken. Maar, bestond en bestaat er eigenlijk wel zoiets als ‘vrouwelijk denken’, wat was dan de inhoud, en wie waren de vertegenwoordigers ervan ?Iedereen kent Socrates, Kant en Nietzsche, maar wat met Theano, Porete, Cereta en Salomé? De westerse canon van de filosofie wordt grotendeels gevormd door mannen, hoog tijd om te luisteren naar de wijsvrouwen die elk tijdperk kent. In hun nieuw boek “De zijkant van de filosofie”, gaan Aline D’Haese en Frank Meester met elkaar in dialoog over wijsgerige vrouwen die in de loop van de geschiedenis, stelselmatig werden weggedrukt naar de zijkant.“Wijswijven” zoals ze in het boek genoemd worden, zijn van alle tijden. De vroegst bekende, vrouwelijke (Griekse) filosofen, veelal wiskundigen, zoals Theano in de 6de eeuw v.Chr., behoorden tot de school van Pythagoras. Eén van hen, Cleobulina van Rhodos -of Cleobulina van Lindus- (ca. 570 v.Chr.), bekend om haar raadsels in hexametrische verzen, was zelfs één van de Zeven Wijzen (met o.a. Thales), de grondleggers van de presocratische filosofie. Ook tijdens de middeleeuwen, van de periode van Roswitha van Gandersheim (ca. 935 – ca. 1010) en Hadewijch (13de eeuw), Beatrijs (1200-1267) en Mechtild von Magdeburg (1210– ca. 1285), tot Catharina van Siena (1347-1380) en Christine de Pisan (ca. 1364– ca. 1430), wanneer o.a. ten tijde van de Scholastiek, filosofie neerkwam op een beschouwing en een verdediging van het christelijk geloof, waren er heel wat vooraanstaande, vrouwelijke denkers.In de 16deeeuw, de eeuw van o.a. Theresia van Ávila (1515-1582), vertegenwoordigden ook vrouwen de secularisering van de filosofie, die teruggreep naar de antieke denkers. In de 17de eeuw ontwikkelden zich mede door vrouwen, epistemologie, logica, esthetica, metafysica, politieke filosofie, wetenschapsfilosofie, psychologie, religie en wiskunde. Het rationalistisch gelijkheidsdenken van de daaruit vloeiende Verlichting (ca. 1650 tot 1800), lag aan de basis van het proto-feminisme. Olympe de Gouges (Marie Gouze) (foto)bv., stelde in 1791, de “Verklaring van de rechten van de vrouw en de vrouwelijke burger” op, als tegenhanger van de Verklaring van de rechten van de mens (man) en de (mannelijke) burger van de Franse Revolutie. Mary Wollstonecraft (foto) publiceerde in 1792, “A Vindication of the Rights of Woman”. In het utopisch socialisme (van ca. 1750 tot 1850 en vooral in de periode 1820-1840) en in de opwekkingsbewegingen voor geestelijke vernieuwing binnen het Amerikaans en Engels protestantisme van het evangelisch protestantisme (ca. 1720 tot 1900), schreven vrouwelijke denkers over het mystieke en het paranormale, de aard van het denken, het geloof, moraliteit, vrijheid, logica en de rechten van de vrouw.Het boek volgt de traditionele chronologie. In de dialogen tussen Frank Meester en Aline D’Haese, over de Oudheid en de Middeleeuwen, gaat het o.a. over Ban Zhao (ca. 45-ca. 116), de oudste bij naam bekende intellectueel geschoolde vrouw, een historica, filosoof en schrijver met politieke macht aan het keizerlijk hof, Macrina de Jongere (ca. 330-379) en de Romeinse keizerin, Julia Domna (160-217), de islamitische soefi mystica en heilige, Rabia Al – Basra, Beatrijs Van Nazareth (1200-1268), de benedictines, mystica en Rijnlandse heilige, Elisabeth von Schönau (1129-1164), en Magaret Roper (1505-1544), de oudste dochter van Thomas More.Aangaande de Renaissance komen o.a. Isotta Nogarola (foto), de auteur van “De pari aut impari Evae atque Adae peccato” (“Dialoog over Adam en Eva”), de eerste vrouw die heeft bijgedragen aan de humanistische cultuur, Moderata Fonte, de auteur van “Giustizia delle donne” en “Il merito delle donne”, en Louise Labé (“La Belle Cordière”) (foto), die samen met o.a. de dichters Maurice Scève en Pontus de Tyard, het middelpunt vormde van de groep dichters, de “École de Lyon”, aan bod. Het vrouwelijk denken van de Verlichting komt tot leven in de gesprekken over Betje Wolff, Josina Carolina van Lynden (1715-1791), (de eerste vrouw die een boek schreef over logica), de wiskundige, Marie-Sophie Germain (1776-1831), die een belangrijke bijdrage leverde aan de getaltheorie, Mary Wollstonecraft (1759-1797), Laura Bassi (1711-1778), een Italiaanse hoogleraar in de natuurkunde, en Dorothea Erxleben-Leporin (1715-1762), de eerste vrouwelijke arts in Duitsland.Wat de periode van de Romantiek betreft, kozen de auteurs o.a. voor de Engelse sociologe, Harriet Martineau (1802-1876), Bertha von Suttner (1843-1914), Olive Schreiner, de auteur van “The Story of an African Farm” (1883), de Indische Pandita Ramabai Sarasvati (foto), en de Joods- Amerikaanse anarchiste en feministe, Emma Goldman (1869-1940). De 20ste– en 21ste eeuw, worden vertegenwoordigd door o.a. Edith Stein (1891-1942), Donna Haraway (°1944), Ksenija Atanasijević (1894-1981), Susan Sontag (1933-2004), Annie Leibovitz, Virginia Woolf (1882-1941), Gloria Wekker (°1950), Beate Roessler, Ingrid Robeyns, Stine Jensen, Patricia De Martelaere, Susan Neiman, Julia Kristeva, Naomi Klein en de jonge, heel jonge, Zweedse klimaatactiviste, Greta Thunberg (°2003).

U heeft het al begrepen, naast de zeer onderhoudende, vlot te volgen gesprekken tussen de beide auteurs, bevat dit boek een schat aan verruimende en verrijkende informatie over tientallen en tientallen, vrouwelijke denkers, gesitueerd in hun tijd, verlevendigd met vergelijkingen en leuke tot sappige anekdotiek, gekruid met wat meningsverschillen en een beetje discussie, en heel interessante uitweidingen over de maatschappelijke problematiek van de betreffende perioden. Ronduit schitterend!Aline D’Haese studeerde klassieke talen aan de KU Leuven. Daarna studeerde ze summa cum laude af in de wijsbegeerte. Ze is docent Latijn, Grieks en filosofie en is verbonden aan de Universiteit van Leuven. Ze leverde een bijdrage, “Een Bergsoniaanse melodie van cannoli”, aan het boek, “Diner pensant” van Valerie Granberg, en aan het werkboek van Het goede leven en de vrije markt.Frank Meester is assistent-lector filosofie en beroepspraktijk aan De Haagse Hogeschool. Verder is hij actief als schrijver en publicist. Van zijn hand verscheen onder andere het boek Zie mij. Filosofie van de ijdelheid (2010; genomineerd voor de shortlist van de Socrates Wisselbeker 2011). Samen met zijn broer Maarten schreef hij onder de naam Gebroeders Meester, Meesters in de filosofie (2005) en Meesters in religie (2006).

Frank Meester en Aline D’Haese, De zijkant van de filosofie, Een dialoog over vrouwelijk denken 208 bladz. Boom uitgevers Amsterdam ISBN 978 90 2443 522 7