Martin Mittelmeier, “Adorno in Napels, Hoe natuur in filosofie kan veranderen”, een schitterende uitgave van Ten Have.

“Adorno in Napels” laat zien hoe een reis naar Napels, een doorbraak betekende in het denken van de beroemde filosoof, Theodor W. Adorno (1903-1969). In het door de vele uitbraken van de Vesuvius, poreus geworden landschap, in de chaotische structuur van de stad zelf, vond hij nl. de inspiratie voor zijn latere filosofie, een denken dat zich radicaal verzette tegen alle toe-eigening. Martin Mittelmeier laat zien hoe Adorno’s hermetische filosofie uiteindelijk wortelde in een concrete ervaring. In 1921 ontmoette de in Frankrijk geboren, Duitse, marxistische econoom en filosoof, Alfred Sohn-Rethel  (1899-1990) (foto), een vriend van de filosoof Ernst Bloch, Walter Benjamin (foto). Tussen 1924 en 1927 verbleef hij in Italië, voornamelijk in Anacapri en Capri, waar ook Benjamin en Bloch verbleven. Daar ontmoette hij Adorno en Siegfried Kracauer. In september 1925, bracht de jonge compositiestudent, Theodor Wiesengrund-Adorno, nl. met zijn vriend, Siegfried Kracauer, bijna drie weken door aan de Golf van Napels en de kust van Amalfi.  Martin Mittelmeier interpreteert dit verblijf als een keerpunt in Adorno’s intellectuele biografie. Hier vond Adorno nl. onder invloed van Benjamin, de belangrijkste vorm van representatie voor zijn teksten, de “constellatie”.De Joods-Duitse schrijver, journalist, socioloog, cultuurcriticus en filmtheoreticus, Siegfried Kracauer (1889-1966) (foto), studeerde architectuur en werkte tot 1920 als architect in Osnabrück, München en Berlijn. Van 1922 tot 1933 was hij film- en literatuureditor van de Frankfurter Zeitung. Hij schreef “Der Detektiv-Roman” en “Ornament der Masse” en publiceerde in 1930, “Die Angestellten”, een kritische kijk op de nieuwe klasse werknemers die toentertijd ontstond. Met de opkomst van het nationaalsocialisme in 1933, migreerde Kracauer naar Parijs en vluchtte in 1941 naar de Verenigde Staten. Van 1941 tot 1943, werkte hij in het Museum of Modern Art in New York. In 1947 publiceerde hij “From Caligari to Hitler: A Psychological History of the German Film”, en in 1960, “Theory of Film: The Redemption of Physical Reality”. In zijn laatste jaren was hij als socioloog verbonden aan verschillende instituten, o.a. in New York, aan de Universiteit van Columbia. Zijn laatste boek, “History, the Last Things Before the Last”, werd in 1969 postuum uitgegeven.Wat deed de jonge Adorno (foto) als hij in september 1925 aan de rand van de krater van de zo geschonden Vesuvius stond, wat deed hij met deze zo ambivalente toeristische ervaring? Hij schreef geen romantisch reisverslag, schreef niets satirisch over de toeristische ontwijding van het demonisch verhevene door kabelbaan, souvenirwinkeltjes of prentbriefkaartengeluk, hij maakte wat hij meende te zien, tot de kern van zijn filosofie.“Adorno in Neapel”, Mittelmeiers levendige beschrijving van de bohème aan de Amalfikust, met tal van citaten uit het werk van Adorno en Benjamin, werd vertaald door Mark Wildschutt (°1957), bekend als vertaler van Duitse filosofische werken. Hij vertaalde onder meer werken van Heideggers “Sein und Zeit”, Nietzsche, Hans-Georg Gadamer, Karl Barth en Max Weber.

Martin Mittelmeier (°1971) is een Duitse literatuurwetenschapper, redacteur en schrijver. Eerder schreef hij “Ungeschriebene Werke. Wozu Goethe, Flaubert, Jandl und all die anderen nicht gekommen sind” (München, 2006). “Adorno in Napels” is zijn eerste boek in het Nederlands.Martin Mittelmeier Adorno in Napels, Hoe natuur in filosofie kan veranderen 271 bladz. geîllustreerd uitg. Ten Have ISBN 9789025908676