Tussen de publicatie van de Quatrième Livre de Pièces de Violes in 1717 en de Cinquième in 1725 bood Marin Marais zijn publiek een uitzonderlijke verzameling werken aan die zowel de viool als de viola da gamba gebruiken. Deze werken verschillen sterk van de eerdere viola da gamba-stukken, van de gebruikte instrumenten tot de formele structuren van de werken: ze omvatten een sonate geïnspireerd op Italiaanse modellen gemarkeerd “à la marésienne” (in Marais’ eigen stijl), een stuk op een drie-noten basso ostinato dat de klokken in een Parijse kerk oproept, en een verbazingwekkend monument van een stuk, La Gamme, dat Marais beschreef als een voorbeeld van een kleine opera voor instrumenten.
Tussen 1680 en 1728 bracht Marin Marais (1656-1728) (foto) het pièce de viole naar het toppunt van perfectie. Hij was een gedreven leraar, was ook de uitgever van zijn eigen muziek, en bedacht speciale tekens om bepaalde ornamenten voor het spel op de gamba aan te duiden. Marin Marais werkte het grootste deel van zijn leven aan het hof in Versailles en componeerde hoofdzakelijk voor zijn instrument, de viola da gamba (viole), en basso continuo. Hij begon zijn loopbaan als zanger in het koor van de Saint-Chapelle en leerde gamba spelen bij Nicolas Hotman en Monsieur de Sainte-Colombe. Hij bekwaamde zich verder bij Lully en speelde in het orkest van de Académie Royale de Musique, dat onder leiding stond van Lully. In 1676 kwam hij als musicus in dienst van het koninklijk hof, werd drie jaar later ‘Ordinaire de la chambre du roy pour la viole’, en in 1685 volgde zijn benoeming tot solist.
Tot 1715 diende hij onder de Zonnekoning en tot 1725 onder Louis XV. Marin Marais componeerde tussen 1686 en 1725, vijf boeken, getiteld “Pièces de Violes”, een verzameling van wel meer dan 550 stukken, de meeste voor zijn eigen instrument en basso continuo. Elk van deze vijf boeken bevat een veertigtal suites, met soms ook karakterstukken zoals “Le Tombeau pour Monsieur de Sainte-Colombe”, “Le Tombeau pour Monsieur de Lully”, of “Le Tableau de l’Opération de la Taille”. De boeken bevatten ook enkele stukken voor 2 en 3 gamba’s. De “Pièces en trios pour les flûtes, violons et dessus de viole avec la basse continue” (1692) stellen een totaal andere zijde van het werk van Marin Marais voor. Hij componeerde ze niet voor zichzelf en zijn eigen basgamba, maar eerder voor zijn collega’s, de musici van de “Chambre du Roi”. Marais baande met deze trio’s, de weg naar een nieuw instrumentaal genre in Frankrijk. Samen met Lully was Marin Marais trouwens één van de eersten in Frankrijk die stukken voor een trio van twee dessus en een bas heeft gecomponeerd.
Het ensemble The Scale Knitters bestaat uit violiste Fiona-Émilie Poupard, Marion Martineau en Atsushi Sakai, gamba, Magnus Andersson, theorbe en klavecimbel Brice Sailly, klavecimbel.
Marin Marais Sonnerie de Sainte-Geneviève du Mont The Scale Knitters cd Ricercar RIC471