Ontdek “Gilles Joye, Missa O Rosa bella & Chansons” door ClubMediéval o.l.v. Thomas Baeté, op het label Musica ficta.

De overgeleverde vocale, wereldlijke en uitsluitend driestemmige composities van Gilles Joye (1424/1425-1483) zijn een waardevol getuigenis van de Bourgondische polyfonie van de 15de eeuw. Hoewel deze Vlaming, afkomstig uit het Bisdom Doornik, vermoedelijk Kortrijk, helaas grotendeels vergeten is, genoot hij in de 15de eeuw grote faam. ClubMediéval nodigt u uit om 5 van zijn chansons, o.a. het uitgesproken schunnig “Ce qu’on fait” en één van zijn twee Missen te ontdekken. 

Zijn roem (foto, portret door Hans Memling), gevoed door zowel schandalen als door zijn talent als zanger en componist, was onmiskenbaar. Ondanks zijn liederlijk leven werd Joye priester en kanunnik, verbonden aan de “Propstei- und Stiftskirche St. Mariä Himmelfahrt”, het kapittel van de Maria-Hemelvaartkloosterkerk van Kleve/Kleef, en was hij zanger en later kapelaan in de Bourgondische hofkapel van Filips de Goede en Karel de Stoute.

“O rosa bella” is de titel van twee populaire chansons uit de 15de eeuw, waarvan de eerste gecomponeerd werd door Johannes Ciconia en de laatste oorspronkelijk toegeschreven werd aan John Dunstable , maar nu aan de Engelse componist uit de vroege Renaissance, John Bedyngham (?-1459/1460), die verbonden was aan St. Stephen’s Chapel in het oude Palace of Westminster (foto). De tekst, gebaseerd op een gedicht van Leonardo Giustiniani (1388-1446), is een klaagzang van een jongeman die ervan overtuigd is dat hij sterft van liefde voor een onbereikbaar jong meisje.

Het chanson werd gebruikt als basis voor verschillende andere werken, o.a. van Johannes Ockeghem en voor missen die aan Gilles Joye worden toegeschreven. Joye, die vanaf 1449, tevens verbonden was aan de Sint-Donaaskerk (foto) in Brugge en kapelaan was aan de Sint-Basiliuskapel, die van Sint-Donaas afhing, leefde nl. samen met “Rosabelle”, een prostituee, die bekend stond als de beruchtste vrouw van lichte zeden van de stad…  

“O rosa bella, O dolce anima mia

Non mi lassar morire in cortesia.

Een lasso mi dolente dezo fine

Per ben servie e lialment’ amare ?”

(“O, prachtige roos, o mijn lieve ziel,

laat me niet sterven, ik smeek je!

Helaas! Moet ik mijn dagen in pijn eindigen

om u goed te dienen en u trouw te beminnen?)

Thomas Baeté (1978), geboren in Oostende, is de oprichter van ClubMediéval, ensemble voor laatmiddeleeuwse muziek waar hij de artistiek leider van is. Hij studeerde eerst viool bij Vegard Nilsen aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen, maar besloot vervolgens om zich helemaal aan de viola da gamba te wijden. Hij studeerde bij Wieland Kuijken in Brussel en daarna in Barcelona bij Jordi Savall, Sophie Watillon en Pedro Memelsdorff. Ondertussen volgde hij masterclasses en stages bij o.a. Paolo Pandolfo en Sigiswald Kuijken.  Als docent gamba en middeleeuwse muziek is Thomas Baeté verbonden aan het Stedelijk Conservatorium van Leuven en de Academie van Sint-Lambrechts-Woluwe. 

Tracklist:

Gilles Joye Ce qu’on fait à catimini (rondeau)

John Bedyngham O Rosa bella, prima stanza (ballata)

Gilles Joye Mercy, mon deuil (rondeau)

John Bedyngham O Rosa bella, seconda stanza (ballata)

Gilles Joye Poy che crudel Fortuna (ballata)

Gilles Joye […] (rondeau sans texte)

Anon. Ce qu’on fait à catimini

Gilles Joye Non pas que je veuille penser (rondeau)

Anon. Preambulum

Gilles Joye Missa super O Rosa Bella

Gilles Joye Missa O Rosa bella & Chansons ClubMediéval Thomas Baeté cd Musica ficta MF8039