Barbarije was het Noord-Afrikaans kustgebied van West-Marokko tot Egypte. De Barbarijse zeerovers waren Noord-Afrikaanse zeerovers die vanuit Tunis, Tripoli, Algiers, Salè (Rabat) en andere havens in Marokko opereerden. Hun belangrijkste doelwitten waren zowel de rijke koopvaardijschepen die de Middellandse Zee bevoeren alsook de Atlantische route naar Azië rond Kaap de Goede Hoop. Ze stonden in de 17de eeuw bekend als “de schrik van de Middellandse Zee”…
Piraten of zeerovers en aanverwante boekaniers en vrijbuiters zijn bekende termen maar wie waren ze eigenlijk en wat deden ze? In “De laatste dagen van Barbarije” volgt Erik de Lange de koers van piraten langs bombardementen, desastreuze zeeslagen, wankele allianties en de belangrijkste koloniale invasie van de 19de eeuw. Wat voor Europeanen draaide om veiligheid op zee, bleek langs de Barbarijse kust het begin van een nieuw, verwoestend imperialisme.
Vooreerst, wat was het verschil tussen een piraat en een kaper of corsaire? Een kaper was aangesteld door de overheid. Hij handelde veelal in opdracht van de overheid, opereerde alleen in oorlogstijd tegen de vijanden van zijn land en erkende dus en diende het gezag. Zijn acties waren duidelijk gericht tegen de schepen van de vijand. Een piraat of zeerover daarentegen erkende helemaal geen gezag. Hij opereerde voor zichzelf en viel elk willekeurig schip aan. Er waren ook vrouwen onder deze zeerovers, bv. de Nederlandse Dieuwertje van Roptema, alias “Dutch Doverty”, de Amerikaanse/Ierse Anne Bonny en de uit Engeland afkomstige Mary Read.
Kapers waren al actief ten tijde van de kruistochten en hun acties werden pas effectief gestopt in de eerste helft van de negentiende eeuw. De christelijke Maltezer kapers, tot ver in de 18de eeuw de tegenvoeters van de Barbarijse zeerovers, handelden in moslimslaven. “Er waren echter piraten met valse kaperbrieven op zak”, schrijft Erik de Lange, en ”er waren kapers die hun mandaten bewust te buiten gingen en niet-vijandige schepen aanvielen. Wie nou een piraat was en wie niet, was uiteindelijk een politieke vraag.”
Tot 1815 waren Europeanen hun leven niet zeker op de Middellandse Zee. Rovers uit Noord-Afrika maakten de wateren onveilig en joegen ijverig op schepen, ook die onder de Nederlandse vlag. De gevaren waren ernstig want zeelui konden eindigen als slaven in Algiers, Tunis en Tripoli. Na de ondergang van Napoleon trokken de staten van Europa ten strijde tegen die gedeelde dreiging van de Barbarijse kust, een samenwerking waar de Middellandse Zee voorgoed door zou veranderen. Nederland speelde hierbij een vrijwel vergeten sleutelrol. Mondige kapiteinsvrouwen in Vlaardingen, verhitte commandanten van de Koninklijke Marine en angstige kooplui uit Amsterdam namen het voortouw bij de bestrijding van piraterij. In de loop van de 19de eeuw werd de Middellandse Zee geleidelijk een oord voor toeristen, ontdaan van piraten en hun overrompelend geweld.
In dit schitterend boek ontdekt u hoe de Middellandse Zee is geworden wat ze vandaag is. “We zullen daarom teruggaan naar 1814”, schrijft de auteur, “en bekijken hoe en waarom de zee tot een plek van veiligheid gemaakt werd. We zullen zien dat piraterijbestrijding het hart van die verandering was. En we zullen gaan begrijpen hoe de hang naar veiligheid de deur opende voor Europees imperialisme en koloniale overheersing, met name in Noord-Afrika. Zoals zal blijken was Gerrit Metzon een van de laatste Nederlanders die tegen zijn zin naar de Barbarijse Kusten werd getrokken. Na hem kwamen de imperiale legers en Europese kolonisten.” Een boeiend, vertellend, vlot geschreven boek met een schat aan informatie en een rijkdom aan deskundige kennis. Warm aanbevolen.
Erik de Lange (1991) is universitair docent geschiedenis internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Hij werkte als gastonderzoeker bij King’s College in Londen en ontving een beurs van het Humboldt Yale History Network voor onderzoek in de nationale archieven van de Verenigde Staten. Sinds 2024, is hij lid van het Nederlands comité voor het VN Oceaandecennium. Zijn onderzoek gaat over de omgang met de zee in het internationaal recht en de internationale betrekkingen. Zijn eerste monografie, “Menacing Tides: Security, Piracy and Empire in the Nineteenth-Century Mediterranean”, verscheen in 2024 bij Cambridge University Press. Dit werk verklaart hoe tussen 1815 en 1856, verschillende staten, piraterij op de Middellandse Zee gezamenlijk begonnen te bestrijden, en daarmee de deur openden naar imperiale expansie in Noord-Afrika. Hierbij waren nieuwe ideeën over veiligheid cruciaal. Het boek toont aan hoe de geschiedenis van internationale samenwerking in post-Napoleontisch Europa leidde tot een nieuwe vorm van coöperatief imperialisme.
Erik de Lange De Laatste dagen van Barbarije Hoe piraterij verdween van de Middellandse Zee 303 bladz. geïllustreerd uitg. prometheus ISBN 9789044645590