Dit bijzonder aantrekkelijk recital van Jean-François Borras eert de fascinerende geschiedenis van de Opéra de Monte Carlo, het huis dat meer Frans repertoire heeft uitgevoerd dan welk ander huis. Op het programma staan aria’s van Raoul Gunsbourg (1860-1955), Hector Berlioz (1803-1869), Georges Bizet (1838-1875), Charles Gounod (1818-1893), Pietro Mascagni (1863-1945), Jules Massenet (1842-1912) en Jacques Offenbach (1819-1880).
Het operagebouw van Monte Carlo, of Salle Garnier met het aangrenzend casino, kwamen er op initiatief van François Blanc (foto), de oprichter van de “Société des bains de mer de Monaco”, bijgenaamd “le magicien de Monte-Carlo”. Beide magistrale gebouwen werden ontworpen door Charles Garnier, de architect van de Opera in Parijs. De Opéra de Monte-Carlo werd in januari 1879, geopend door Sarah Bernhardt, verkleed als nimf. Ongeveer zestig jaar lang had de opera dezelfde directeur, nl. de Roemeens-joodse impresario, componist en schrijver, Raoul Samuel Gunsbourg (foto).
In 1892 werd Gunsbourg, op aanbeveling van tsaar Alexander III van Rusland, door prinses Alice (Heine) (foto), de Duits-joodse-Amerikaanse (tweede) echtgenote van Albert I, prins van Monaco (foto), uitgenodigd om directeur te worden van de Opéra de Monte Carlo. Marcel Proust gebruikte haar als model voor de Princesse de Luxembourg in zijn “À la recherche du temps perdu”. Raoul Gunsbourg bleef directeur tot 1951!
Jean-François Borras, die terecht beschouwd wordt als een van de beste tenoren van zijn generatie, is een internationaal gerenommeerd ambassadeur van de Franse lyrische kunst. Op de cd “Souvenirs de Monte-Carlo” presenteert hij 14 aria’s uit opera’s, die specifiek voor de Opera van Monte-Carlo werden gecomponeerd en die hij zelf op het podium van de Opéra de Monte-Carlo heeft gezongen, waaronder uit Roméo et Juliette (Gounod), Manon, Herodiade en Werther (Massenet), Carmen (Bizet) en Les Contes d’Hoffmann (Offenbach). Hij wordt daarbij begeleid door het prestigieus Orchestre Philharmonique de Monte-Carlo o.l.v. een jonge Franse dirigent en specialist in het operarepertoire.
De Franse lyrische tenor, Jean-François Borras (1975), geboren in Grenoble, zong 15 jaar lang als kind in het jongenskoor van de “Petits chanteurs de Monaco”, waar hij op 8-jarige leeftijd lid van werd. In 1998 ging hij naar de Académie de musique Rainier III de Monaco om een opleiding tot tenor te volgen. Hij maakte vervolgens zijn debuut in de klassieke, lyrische rollen en vanuit de Opera van Rouen, begon zijn glansrijke carrière in de grote operahuizen.
De fagottist, Pierre Dumoussaud (1990) (foto), bereikte als dirigent de internationale operascène, dankzij de prijs die hij in 2017 won op het Concours International de Chefs d’Orchestre d’Opéra, georganiseerd door de Opéra Royal de Wallonie. Hij raakte als fagottist gefascineerd door het symfonisch repertoire en volgde een opleiding tot dirigent aan het Conservatoire de Paris tot 2014, toen hij de eerste prijs won op de “Talents Chefs d’Orchestre” van ADAMI (Administration des droits des artistes et musiciens interprètes). Het jaar daarop, toen hij 25 werd, verving hij op het laatste moment Alain Lombard voor een televisieconcert met het Orchestre National Bordeaux Aquitaine. Hij heeft een bijzondere band met deze instelling onderhouden en werd assistent-dirigent, waarna hij aan het hoofd stond van verschillende operaproducties en balletten.
Hij werd uitgenodigd om het orkest van het Festival de Pâques de Deauville te dirigeren en werkte nauw samen met Renaud Capuçon, Bertrand Chamayou en Nicholas Angelich. “Helder en modern, maar ook welsprekend en levendig”, om Christian Merlin (Le Figaro) te citeren, wordt Pierre Dumoussaud zowel door instrumentalisten als door zangers en dansers gewaardeerd. De jonge dirigent trad trouwens voor het eerst op in de Opéra National de Paris in mei 2021, in de productie, “Hommage à Roland Petit”.
Tracklist:
Raoul Gunsbourg: Quand je pense à Zina (“Le Viel Aigle”)
Jules Massenet: Pourqoui me réveiller
Lorsque l’enfant revient (“Werther”)
Hector Berlioz: Ah! je vais l’aimer (“Beatrice et Benedict”)
Charles Gounod: Le Sommeil de Juliette
Salut! Tombeau sombre et silencieux (“Romeo et Juliette”)
George Bizet: La Fleur que tu m’avais jetée (“Carmen”)
Jacques Offenbach: Il Etait Une Fois à la Cour d’Eisenach (“Les Contes d’Hoffmann”)
Jules Massenet : Ah! Fuyez, douce Image
En Fermant les yeux (“Manon”)
Je Vais La Voir (“Roma”)
Pietro Mascagni: Intermezzo
Vous restez à l’écart (“Amica”)
Jules Massenet : Prélude
Adieu donc, vains objets (“Herodiade”)
Charles Gounod: Source delicieuse (“Polyeucte”)
Souvenirs de Monte-Carlo Jean-François Borras Orchestre Philharmonique de Monte-Carlo Pierre Dumoussaud cd Alpha1095