De filosoof en jurist, Herman Dooyeweerd (1894-1977), hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam, publiceerde in 1936, zijn magnum opus, het driedelige “De wijsbegeerte der wetsidee” (in 1958, in het Engels uitgegeven als “A New Critique of Theoretical Thought”), een boek over de religieuze oorsprong van wijsgerig denken.
In “New Critique of Theoretical Thought” legde Dooyeweerd als reactie op de traditionele, scholastieke, christelijke filosofie en op het niet-godsdienstig karakter van het modern humanisme, op basis van de calvinistische leerstellingen van Herman Bavinck (1854-1921) en Abraham Kuyper (1837-1920) (foto), de fundamenten voor de reformatorische wijsbegeerte. De Nederlandse theoloog, predikant, staatsman en journalist, Abraham Kuyper was de oprichter in 1879, van de Anti-Revolutionaire Partij, de eerste politieke partij in Nederland en was in 1880, de oprichter van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Reeds tijdens zijn werkzaamheid bij de Abraham Kuyperstichting in Den Haag in de jaren ’20, ontwierp Dooyeweerd een specifiek christelijke wijsbegeerte, uitgaand van een standpunt dat hij de ‘calvinistische wetsidee’ noemde. Dooyeweerd gaf een indringende oecumenisch-reformatorische analyse van de grondslagen van de cultuur en de wetenschappen van zijn tijd en ontwikkelde daartoe een indrukwekkend begrippenapparaat, o.a. Griekse, christelijke, rooms-katholieke en humanistische “grondmotieven”, het geheel van beginselen, uitgangspunten en principes, en “wetskringen” of “modale aspecten van de werkelijkheid”, om de werkelijkheid te ontleden. Daarmee toonde hij aan dat elke filosofie, alle wetenschap en elke politieke opvatting, gedreven wordt door religieuze of wereldbeschouwelijke opvattingen.
Samen met zijn collega, Dirk Vollenhoven (1892-1978) (foto), hoogleraar in Letteren en Wijsbegeerte, richtte Dooyeweerd de “Vereeniging voor Calvinistische Wijsbegeerte” op. Van 1936 tot 1976, was Dooyeweerd hoofdredacteur van het wetenschappelijk tijdschrift “Philosophia Reformata”. Zijn werk staat tegenwoordig wereldwijd in de belangstelling. Van Amerika tot Korea, van Nieuw-Zeeland tot Brazilië en van Nederland tot Zuid-Afrika zijn filosofen, ingenieurs, politici, economen en andere professionals bezig om zijn denkwerk verder te ontwikkelen voor hun eigen vakgebied. Tegelijk wint zijn werk aan actualiteit nu onze samenleving vandaag bepaalde verschijnselen vertoont die herinneren aan ontwikkelingen in de Europese cultuur van een eeuw geleden. Dertien boeken van hem zijn in het Engels gepubliceerd.
Het boek, “De filosofie van Herman Dooyeweerd” biedt een schitterende introductie tot Dooyeweerds belangrijkste denkbeelden rond Gods woord en Gods werk. In het boek staan 4 vragen centraal; waarom was zijn filosofie zo radicaal, welke kritische vragen stelde hij aan de moderne filosofie en welke hedendaagse problemen zou zijn filosofie kunnen oplossen, en waarom en wat zouden filosofen en geïnteresseerden in filosofie, ongeacht hun religie, wereldbeschouwing of levensfilosofie, aan zijn filosofie kunnen hebben?
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden o.a. het probleem dat Dooyeweerd had met de autonomie van de rede, de neutraliteit van de wetenschap en de autonomie van het wijsgerig denken, besproken, de context waarbinnen deze confrontatie plaatsvond en de kern van zijn oplossing. Aansluitend volgt de beschrijving van zijn oplossing op een systematische manier en de bespreking van de waardering en kritiek die dit deel van zijn filosofie heeft ontvangen, afgesloten met hoe we vanuit Dooyeweerd, kunnen doordenken over hedendaagse problemen. In het laatste hoofdstuk van dit eerste deel wordt de receptie van de filosofie van Dooyeweerd besproken en hoe zijn gedachtegoed onvoorspelbaar uitwaaierde over de hele wereld, niet alleen bij filosofen maar ook bij een brede laag van studenten en academici.
In het tweede deel, “Toepassing”, gaat de aandacht naar hoe ingenieurs en wetenschappers van verschillende disciplines, natuurwetenschappelijk, technisch, economisch en politiek, het gedachtegoed van Dooyeweerd gebruiken om fundamentele vragen en problemen in hun eigen vakgebied te begrijpen. In dit tweede deel zijn het ontwikkelen van zinvolle techniek, het bieden van een normatief perspectief op economische vooruitgang, het benadrukken van gerechtigheid als kerntaak van de overheid en de noodzaak om de zorg te zien als een normatieve praktijk aan de orde.
“De filosofie van Herman Dooyeweerd (1874-1977). Hoopvol, actueel en praktisch”, gesponsord door o.a. Stichting voor Christelijke Filosofie, biedt een toegankelijke en inspirerende introductie tot het werk van Nederlands belangrijkste maar helaas ook meest vergeten filosoof. Het geïllustreerd boek, bijzonder deskundig geschreven met oog voor de vragen van onze tijd, is het resultaat van jarenlange bezinning en toepassing van Dooyeweerds kerngedachten in tal van maatschappelijke, wetenschappelijke en professionele contexten.
Maarten Verkerk is chemicus en filosoof. Hij werkte in het bedrijfsleven en de gezondheidszorg. Hij was senator en daarnaast hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Maastricht en de Technische Universiteit Eindhoven.
Gerrit Glas is psychiater en filosoof. Hij is emeritus-hoogleraar christelijke filosofie (VU) en emeritus-hoogleraar filosofie van de neurowetenschappen (Amsterdam UMC).
Suzan Sierksma-Agteres is docent Nieuwe Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit. Ze combineert expertise van klassieke talen/culturen en theologie en richt zich in haar onderzoek op de interacties tussen het vroege christendom en de Hellenistische/Romeinse cultuur, literatuur en filosofie. Zij heeft de figuren ontworpen en tekst en verbeelding op elkaar afgestemd.
Maarten Verkerk Gerrit Glas Suzan Sierksma-Agteres De filosofie van Herman Dooyeweerd 1894-1977, Hoopvol, actueel en praktisch 273 bladz. geïllustreerd uitg. Amsterdam University Press ISBN 9789048569441