Patrice Lumumba, Joseph Kasavubu, Moïse Tsjombe, Kinshasa, Katanga, Lubumbashi en Mobutu, zijn voor velen bekende namen uit de geschiedenis van de onafhankelijkheid van Belgisch-Congo. Patrice Lumumba (1925-1961), (eigenl. Isaïe Tasumbu Tawosa), die samen met Joseph Kasavubu, de leider was van het “Mouvement national Congolais” (MNC) en die de eerste democratisch verkozen premier was van het onafhankelijk Congo, wordt daarbij echter vaak gezien als een onverdraagzame extremist. Als u daarentegen zijn speeches, essays en brieven onderzoekt krijgt u volgens de auteur misschien wel een heel ander beeld.
Even kort situeren. De Onafhankelijke Congostaat of “État indépendant du Congo”, ook “Congo-Vrijstaat” genoemd, was tussen 1885 en 1908, een soevereine staat onder het persoonlijk bewind van de Belgische koning, Leopold II. In 1908, werd deze “Onafhankelijke Congostaat” door de koning geschonken aan de staat België en werd onder de naam “Belgisch-Congo”, een kolonie. Bij de onafhankelijkheid op 30 juni 1960, werd het officieel de “Republiek Congo”.
De “Republiek Congo” werd vervolgens in 1964, de “Democratische Republiek Congo”, weliswaar vaak aangeduid als “Congo-Leopoldstad” of “Congo-Kinshasa”, om verwarring te vermijden met “Congo-Brazzaville”. In 1920, was Leopoldstad/Léopoldville nl. de hoofdstad van Belgisch-Congo geworden ter vervanging van de havenstad Boma. In 1966, werd de naam “Léopoldville” gewijzigd in “Kinshasa”, genaamd naar een dorpje dat oorspronkelijk op die plaats lag. In 1969, werd in “Congo-Brazzaville” de socialistische Volksrepubliek Congo (“République populaire du Congo”) uitgeroepen. Deze bleef bestaan tot 1991.
Na de staatsgreep van Mobutu in 1965, onderging het land in 1971, een naamswijziging en werd het bekend als de “Republiek Zaïre”. Na de Eerste Congolese Burgeroorlog (1996-1997) en de val van het regime van Mobutu in 1997, werd Laurent-Désiré Kabila, president. Hij werd in 2001 vermoord.
Lumumba’s MNC vormde een kartel met het ABAKO, de “Alliance des Bakongos” van Joseph Kasavubu. Na de eerste parlementsverkiezingen in juni 1960, in het toen nog “Belgisch Congo”, won Lumumba’s electorale alliantie met ruime meerderheid de verkiezingen. Kasavubu werd president en Lumumba, eerste minister. Maar, ondanks of omwille van de uitslag van die verkiezingen, was er grote onenigheid, waren er rellen en raakte het land verwikkeld in een heftige crisis tussen Katanga en Zuid-Kasaï.
Reeds in juli had de provincie Katanga zich, nl. onder leiding van Moïse Tsombe met de financiële steun van het Belgisch mijnbedrijf “Union Minière”, afgescheurd, enkele dagen later gevolgd door Albert Kolonji (foto), die de soevereiniteit van de mijnbouw en diamantprovincie Kasai uitriep. De oorspronkelijke provincie, Zuid-Kasaï is als staat weliswaar nooit erkend. De afscheiding werd trouwens beëindigd door een “militaire actie” van de regering en de Verenigde Naties. Het Armée nationale congolaise, dat door premier Lumumba naar Kasaï gestuurd werd om de afscheuring neer te slaan, waarbij hele dorpen uitgemoord werden, maakte zoveel doden onder de plaatselijke Bantoe bevolking, (de Luba of Baluba), bekend als “Het bloedbad van Bakwanga”, dat VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld van genocide sprak.
De Union Minière leverde tijdens de Tweede Wereldoorlog uranium uit het ertsenrijk Katanga aan de Verenigde Staten. Door het verrijken van dit uranium slaagden de Verenigde Staten erin de eerste kernbommen te maken. Deze kernbommen werden de 2 atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.
Vertwijfeld zocht Lumumba steun bij de Sovjet-Unie, waardoor hij door het Westen, in volle Koude Oorlog, ervan verdacht werd communist te zijn. De uitzichtloze situatie werd doorbroken toen de toen nog compleet onbekende legerkolonel Joseph-Désiré Mobutu, later bekend als “Mobutu Sese Seko”, Lumumba arresteerde. Lumumba werd afgezet en naar Katanga overgebracht en werd aan de Katangese “opstandelingen” uitgeleverd. Nog in dezelfde nacht van 17 januari 1961, werd hij samen met twee van zijn politieke medewerkers, de minister van Binnenlandse Zaken Maurice Mpolo en de Senaatsvoorzitter Joseph Okito, geëxecuteerd door een inderhaast bijeengeroepen vuurpeloton. De lijken werden in stukken gezaagd en opgelost in zwavelzuur. Naast financiële en logistieke steun zou de Belgische “Union Minière du Haut-Katanga” (UMHK) het zwavelzuur hebben geleverd, waarin de stukken van de lijken werden opgelost.
In 2002, werden er door de Verenigde Staten documenten vrijgegeven die de rol van de CIA in de moord op Lumumba onthulden. De CIA zou Lumumba’s tegenstanders financieel en politiek gesteund hebben, en zou aan Mobutu wapens en militaire opleiding geleverd hebben. In 2010, dienden de nabestaanden van Patrice Lumumba bij het Brussels gerecht een klacht in tegen een tiental Belgen voor hun betrokkenheid bij de moord. De klacht werd ontvankelijk verklaard, de feiten werden in België als oorlogsmisdaden gekwalificeerd en bevestigd door het Brussels Hof van Beroep, waardoor ze niet kunnen verjaren en er een onderzoek werd opgestart. In België loopt dat onderzoek naar de Belgische betrokkenheid bij de moord op de voormalige Congolese premier Patrice Lumumba, weliswaar nog steeds…
De dekolonisaties en de daarmee gepaard gaande burgeroorlogen van de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw, kunnen enkel grondig begrepen en geduid worden binnen het kader van het situeren van de twisten en conflicten tussen de innerlijke partijen onderling en het tijdens de Koude Oorlog, geopolitiek al dan niet aanleunen of steun vragen aan, enerzijds West-Europa en de Verenigde Staten, of anderzijds aan de communistische landen, in de eerste plaats de toenmalige Sovjet-Unie.
In zijn boek stelt Kanobana, Lumumba voor als verbinder, pan-Afrikanist, antiracist, postkoloniale transfrontalier, pedagoog, journalist en feminist. In het besef dat geschiedschrijving vanuit genuanceerde gezichtspunten, onpartijdig en objectief moet zijn, gebaseerd op historisch verantwoorde, onderbouwde feiten, is dit boek een geschikte introductie tot de oorsprong, de achtergrond, de persoon en het gedachtegoed van Lumumba.
Sibo Rugwiza Kanobana (1975) is universitair docent sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de Open Universiteit. Daarnaast is hij schrijver en woordkunstenaar. Hij is samensteller van de essaybundel ”Zwarte bladzijden. Afro-Belgische reflecties op Vlaamse (post)koloniale literatuur” (2021) en auteur van ”Witte orde. Over ras, klasse en witheid” (2024). Zijn werk richt zich op de intersectie van ras, taal en sociale klasse. Als essayist levert hij scherpe en toegankelijke bijdragen aan het maatschappelijk debat over dekolonisatie en structurele ongelijkheid.
Sibo Rugwiza Kanobana Lumumba’s droom Wat zijn gedachtegoed ons vandaag kan leren 151 bladz. uitg. De Geus ISBN 9789044549669