Ter gelegenheid van de 400-jarige herdenking van het Beleg van Breda schreef cultuurhistoricus en letterkundige Paul Hulsenboom een schitterend, rijk geïllustreerd boek, dat een nieuw licht werpt op één van de grootste, belangrijkste en langste belegeringen uit de geschiedenis van de Tachtigjarige Oorlog (1566-1648), de opstand van de Zeventien Provinciën tegen het Spaans/Habsburgse Rijk. Niet te missen!
Het Beleg van Breda van 27 augustus 1624 tot 2 juni 1625, niet te verwarren met het Beleg van Breda in 1637, was het gevolg van de verovering door Spinola van Oostende in 1604 en van de tweede, mislukte belegering door de Spanjaarden van Bergen op Zoom van midden juli tot 2 oktober 1622. In 1588, was er nl. reeds een poging gedaan om Bergen op Zoom in te nemen door Alexander Farnese (foto), hertog van Parma, de zoon van de landvoogdes over de Habsburgse Nederlanden, Margaretha van Parma. De troepen van prins Maurits van Oranje (foto) joegen Farnese echter op de vlucht.
Het Beleg van Breda van 1624-1625, was opnieuw een strijd tussen het staatse leger van de Verenigde Provincies onder leiding van de stadhouder, prins Maurits van Nassau en het internationaal samengesteld, Spaans/Habsburgs “Leger van Vlaanderen” (“Ejército de Flandes”), onder het bevel van de maestre de campo general, Ambrogio Spinola (foto). Door Spinola’s beleg in 1625, kwam Breda in Spaanse handen en werd de stad ingelijfd bij de Zuidelijke Nederlanden. Negen maanden lang werd Breda omsingeld door een immens leger. De bevolking doorstond beschietingen, ziektes, honger en andere ontberingen, maar moest zich uiteindelijk toch gewonnen geven. Voor het eerst sinds 1590, viel Breda weer in Spaanse handen.
Dagboekfragmenten, brieven, gedichten, reisverslagen, pamfletten en vele andere bronnen bieden een vernieuwend perspectief op een van de meest befaamde gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog. Brieven van de Franse kapitein, graaf Saint-Amour, Maria van Reigersberch uit Zeeland of van de Pools-Litouwse militair, Krzysztof Arciszewski (foto), “El sitio de Breda”, een toneelstuk van Pedro Calderón de la Barca (foto) over de wanhoop van de plaatselijke bevolking, een heldendicht van de Engelse kapelaan, William Crosse, en een spotdicht, gedrukt door Abraham Verhoeven, in Antwerpen, tonen aan dat men in heel Europa over het Beleg sprak. “Alle ogen van Europa waren gericht op dat schouwspel”, schreef Cornelius de Paep, een student uit Leuven kort na het einde van het Beleg in juni 1625.
De woorden van de student illustreren dat de strijd om de stad alom aandacht trok, zowel binnen de Lage Landen als ver daarbuiten. Ooggetuigen en andere tijdgenoten grepen naar de pen om in allerlei genres en talen, de belegering vanuit hun standpunt te beschrijven. Bovendien inspireerde het conflict talrijke cartografen, prentmakers en schilders. Het resultaat was een waaier aan Europese perspectieven op het Beleg van Breda.
Het boek “Krijgstoneel van Europa” belicht de strijd vanuit vijftien verschillende, min of meer chronologisch geordende hoeken. Hoe zag het leven in de stad eruit tijdens het beleg, hoe reageerde de buitenwereld en wat waren de effecten voor het omliggend platteland? Deze en andere vragen worden uitgediept en verrijkt met contemporaine teksten in origineel en in vertaling, voorzien van commentaar en passende illustraties. “Elk van de vijftien hoofdstukken”, zo lezen we in de inleiding, “belicht een andere dimensie of episode van het Beleg van Breda. Sommige hoofdstukken richten zich op militaire zaken, zoals de organisatie van Spinola’s kampementen of Staatse ontzettingspogingen, andere hebben culturele, politieke of maatschappelijke thema’s, zoals de verspreiding van nieuws over de strijd, de imago’s van de verschillende hoofdrolspelers en de desastreuze gevolgen voor het Brabants platteland.
Frederik Hendrik (foto), stadhouder, kapitein-generaal en admiraal-generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, kon de sterke vestingstad Breda weliswaar 12 jaar later opnieuw innemen. Het boek eindigt dan ook met een epiloog over de herovering van Breda door de Staatse troepen in 1637, en de wijze waarop Nederlandse auteurs die gebeurtenis vergeleken met de belegering van twaalf jaar daarvoor.
“400 jaar Overgave van Breda” in Stedelijk Museum Breda nog t/m 26 september ’25.
Paul Hulsenboom (1990) voltooide de bachelor Griekse en Latijnse Taal en Cultuur aan de Radboud Universiteit, alwaar hij vervolgens afstudeerde binnen de Research Master Literary Studies (beide cum laude). Tijdens zijn studie deed hij bovendien onderzoek aan het Corpus Christi College aan de University of Oxford en was hij er vier keer student-assistent. Zijn in delen uitgegeven MA scriptie, getiteld ‘The Sarmatian Horace in Antwerp: Three authors praise Sarbiewski’ (2013), betrof Neo-Latijnse lofdichten uit het 17e-eeuwse Antwerpen, gericht aan de Poolse dichter Maciej Kazimierz Sarbiewski (1595-1640). Hij is vertaler Pools-Nederlands en zijn publicaties hebben dan ook voornamelijk betrekking op de historisch culturele interactie tussen Polen en de Nederlanden.
Paul Hulsenboom Krijgstoneel van Europa Tijdgenoten over het Beleg van Breda 1624-1625 184 bladz. uitg. WBooks ISBN 9789462587069