


Met de verandering van de samenleving verandert ook het recht, maar de samenleving lijkt daarbij emotioneler en sneller geschokt te zijn dan vroeger, constateert Beunders. De media schenken nl. almaar meer aandacht aan emoties oproepende rechtszaken en hebben het over ‘de ernstig geschokte rechtsorde’, of het nu gaat over fatale verkeersongelukken, lustmoorden of de vrijheid van meningsuiting, en boze burgers bemoeien zich via demonstraties of sociale media, steeds sterker met de manier waarop recht wordt gesproken.

“Emotie werd vroeger met ziekte in verband gebracht, niet met de ratio, het verstand of de redelijkheid”, stelt Beunders. Reeds in 2002, publiceerde hij de studie, “Publieke Tranen. De drijfveren van de emotiecultuur”, over het feit dat Nederlanders veel meer dan daarvoor hun emoties in het openbaar gingen uiten, of het nu uit vreugde was of uit verdriet. Nu is er zijn boek over de thema’s strafrecht, democratie, emoties en publieke opinie.
“Alles verandert, ook in het denken, over de vraag welk gedrag wij geoorloofd achten, wat wij strafbaar vinden, en wat dan het antwoord van ‘de samenleving’ zou moeten zijn als de anderen ervan overtuigd zijn dat iets niet geoorloofd is. Hierover gaat dit boek”, schrijft Beunders.
Hij stelt zich daarbij de vraag of wij onszelf en onze veranderende omgeving wel ‘met nuchtere ogen’ bezien en of de maatschappij en de rechtsorde, wel zo’n nuchtere aangelegenheid is geworden of dat het, net als bij de oude Grieken en Romeinen, bij de processen van verandering, die vanzelf op gang komen of die actief in gang worden gezet, de emotionele argumenten zijn die het belangrijkste zijn geworden? “Het gevoel dat de hoogtechnologische en bureaucratische cultuur waarin we leven van de weeromstuit ook een emotionelere cultuur is geworden, is in de afgelopen jaren alleen maar sterker geworden”, schrijft Beuners.
Dit boeiend en leesbaar boek met illustraties van Floris Tilanus over de emotionalisering van het strafrecht, bestaat uit zes hoofdstukken waarvan de eerste vijf in 2017, afzonderlijk verschenen zijn in het weekblad “De Groene Amsterdammer” en waarvan een fragment uit hoofdstuk 6, over de cultuur van het slachtoffer, reeds eerder verscheen in het dagblad “Trouw”.
De Nederlandse historicus, publicist en emeritus hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Henri Beunders (1953) (foto), studeerde nieuwe geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, waarna hij de opleiding voor Buitenlandse Zaken volgde. Hij verkoos weliswaar journalistiek en begon in 1979, als redacteur buitenland bij de Haagsche Courant. In 1984, promoveerde hij op de dissertatie “Weg met de Vlootwet!”, een studie naar de parlementaire en sociaal-politieke beroeringen over militaire bewapening in de jaren ’20. Daarna trad hij in dienst bij NRC Handelsblad als redacteur buitenland, onderzoeksjournalist en correspondent in Berlijn voor, tijdens en na de val van de Muur in 1989. In 1990, werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar Geschiedenis van Maatschappij, Media en Cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Tot 2015, was hij Academic Director van de Postacademische Dagbladopleiding Journalistiek en van 2013, tot zijn emeritaat in 2019, was hij Erasmus-research-professor “Ontwikkelingen in de Publieke Opinie”, aan het gerenommeerd “International Institute of Social Studies” in Den Haag.


Floris Tilanus (1966) werkt al decennia als illustrator en grafisch vormgever. Samen met zijn vrouw Elena Beelaerts heeft hij het “Paleisje voor Volksvlijt” opgericht, waarmee ze theatrale evenementen organiseren waarin kunst, vermaak en wetenschap bij elkaar komen. Hij is pianist in een trio en won in 1997 de eerste sju-kom voor amateur jazzcomponisten. Met “Keizer Karel verliefd” trad hij in 2015, voor het eerst naar buiten als maker van prentenboeken.


Henri Beunders Hoeveel recht heeft de emotie Straffen in de slachtoffercultuur 185 bladz. uitg. Amsterdam University Press ISBN 9789462987258