


“Minimal” is de eerste stap van het ensemble “Les Percussions de Strasbourg” in de wereld van de minimalistische muziek. Trouw aan hun legendarische geschiedenis, maar open voor andere sonische horizonten, claimt het ensemble een meervoudige identiteit, gevoed door een gevoelige dialoog tussen erfgoed, esthetische diversiteit en creatieve vrijheid. Deze opname, gecentreerd rond Steve Reichs vermaard “Mallet Quartet”, brengt werken samen van Nik Bärtsch, Camille Pépin en Shelley Washington, en weerspiegelt hun openheid voor jazz-, pop- en klassieke invloeden als een levend manifest van hedendaagse creativiteit. 

De ondertussen in de kunstgeschiedenis ingeburgerde term “Minimalisme” werd in 1965 bedacht door de Britse kunsttheoreticus en filosoof, Richard Wollheim (1923-2003) in zijn essay getiteld, “Minimal Art”. Hij bedoelde daarmee letterlijk “een minimum aan kunst” (‘minimal art’-inhoud) in de werken van Donald Judd (foto: “Large Stack (1968)), Dan Flavin (foto: “The Diagonal of May 25” of “The Diagonal of Personal Ecstasy” (1963)) en Yayoi Kusama (foto: “Infinity Nets (1959)). De kunstenaars die met minimalisme werden geassocieerd, hadden dan ook een hekel aan de term en de bijbehorende connotatie van “te weinig kunst” of “gebrek aan kunst”.

De term “minimal” werd voor het eerst in verband met muziek gebruikt in 1968, in een recensie van “The Great Digest” van Cornelius Cardew door Michael Nyman (1944). die ‘minimal music afleidde uit het entertainment, gepresenteerd door de celliste, Charlotte Moorman en Nam June Paik in het ICA, waaronder een uitvoering van “Springen” door de Deense componist en lid van de Fluxus-beweging, Henning Christiansen (1932-2008) (foto), en een aantal niet-geïdentificeerde performances. Nyman breidde zijn definitie van minimal music in 1974 uit in zijn boek “Experimental Music: Cage and Beyond”. Late jaren ’50 en begin jaren ’60 werd de nieuwe muziek van La Monte Young, Terry Riley en Steve Reich, die toen allen aan de East Coast woonden, de “New York Hypnotic School” genoemd en geassocieerd met de “New York Downtown scene”, in 1960, in downtown Manhattan, gestart door de Fluxus kunstenares, Yoko Ono. Componisten van minimalistische muziek zijn o.a. Morton Feldman, John Adams, Philip Glass, Steve Reich en Terry Riley. La Monte Young wordt beschouwd als de ‘vader’ van het minimalisme.
De in New York geboren, joods-Amerikaanse componist, Stephen (Steve) Reich (°1936) (foto), behaalde in 1957, met een thesis over Ludwig Wittgenstein, zijn Bachelor Filosofie aan de privé Cornell University in Ithaka (Tompkins County, New York). Hij studeerde privé, compositie bij de jazz pianist, Hall Overton, en ging daarna naar de Juilliard School in New York om te studeren bij William Bergsma en Vincent Persichetti (van 1958 tot 1961), tevens de leraar van Philip Glass (op de foto met Steve Reich). Vervolgens ging hij naar Mills College in Oakland, waar hij les kreeg van Luciano Berio en Darius Milhaud (1961-1963) en er een master in compositie behaalde.


Steve Reich heeft niet alleen westerse klassieke muziek omarmd, maar ook de structuren, harmonieën en vooral ritmes van niet-westerse muziek (bv. Balinese gamelan en de trommels van de Ewe in het Afrikaanse Ghana), te horen in “Drumming” uit 1971. Hij werd beïnvloed door Amerikaanse muziek, o.a. jazz en er was en bleef in zijn muziek verwantschap met de minimal art van bv. Sol LeWitt (1928-2007) en Richard Serra (1939-2024). Omgekeerd werd bv. de visueel kunstenaar, Bruce Nauman (1941) beïnvloed door Steve Reich.
Het was een gesprek met Camille Pépin, dat tot het project “Minimal” leidde. Deze componiste heeft zich nl. met een voornamelijk orkestraal repertoire, internationaal onderscheiden door de combinatie van Franse impressionistische muziek uit de late 19de eeuw met de Amerikaanse minimalistische beweging. Op deze cd ontdekt u haar “Avant, pendant, et pourtant”, dat formele strengheid combineert met emotie. Camille Pépin (1990) (foto) studeerde aan het Regionaal Conservatorium van Amiens, vervolgens aan de Pôle supérieur d’enseignement artistique de Paris Boulogne-Billancourt (PSPBB) waar ze werkte aan arrangementen met Thibault Perrine, en aan het Nationaal Conservatorium voor Muziek en Dans van Parijs, waar ze wel vijf eerste prijzen behaalde (orkestratie, analyse, harmonie, contrapunt, fuga en vormleer). Ze studeerde ook bij componisten Thierry Escaich, Guillaume Connesson en Marc-André Dalbavie, die haar muzikale carrière beïnvloedden.
Naast Pépin, ontdekt u Shelley Washingtons “Sunday”, doordrenkt met zachte melancholie. De Amerikaanse componiste, saxofoniste en zangeres, Shelley Washington (1991) (foto) behaalde een Master of Music in compositie aan de Steinhardt School of Culture, Education, and Human Development van de New York University, een bachelor diploma saxofoon en een Master of Education aan de Truman State University.
Als derde, ontdekt u nog de ritmische texturen en rituele groove van de Zwitserse jazzpianist, Nik Bärtsch (1971). In 1980, startte Nik Bärtsch al in Zürich zijn eerste bandje met zijn huidige slagwerker Kaspar Rast (1972). Bärtsch studeerde jazz aan de Muziekhogeschool Zürich (1987-1997) en volgde aanvullende studies filosofie, taalwetenschappen en musicologie aan de Universiteit van Zürich. Ondertussen speelde hij concerten, waarbij een uitgebreid spectrum van muziekstijlen aan bod kwam. In 2001, richtte hij zijn band “Ronin” op, genoemd naar het Japans begrip voor een bij de shogun in ongenade gevallen samouraï. De strak-ritmische muziek wordt door Bärtsch als Zen-funk omschreven en bevat rustige ritmische muziek met trekjes van minimal music en funk.
Het programma voor het MINIMAL-album werd bedacht door Minh-Tâm Nguyen en vormgegeven door de Franse accordeonist, klarinettist, zanger en componist, Vincent Peirani (1980) (foto). Minh-Tâm Nguyen (1980) (foto) volgde zijn opleiding aan het Conservatoire national supérieur de Musique et de Danse de Lyon bij Jean Geoffroy, nadat hij de Percussionsprijs van het Conservatoire de Nice had gewonnen. Tijdens zijn studie won hij de Eerste Prijs op het Internationaal Percussieconcours van Luxemburg met het Trio Yarn en een Tweede Prijs op het Internationaal Vibrafoonconcours van Clermont-Ferrand in 2002. In januari 2003 werd hij door het gezelschap Arcosm geselecteerd voor de voorstelling ECHOA, als percussionist en tevens danser. Hij doceert percussie aan het Nationaal Conservatorium voor Muziek en Dans in Lyon en is sinds 2018, de artistiek directeur van Les Percussions de Strasbourg.
Het ensemble Les Percussions de Strasbourg werd opgericht in 1962, door percussionist Jean Batigne. Wanneer Pierre Boulez in 1959 uitgenodigd werd in Straatsburg voor een jubileumuitvoering van zijn “Le Visage Nuptial”, werd er een gelegenheidsensemble samengesteld. De zes percussionisten die voor de gelegenheid bijeen kwamen besloten vervolgens om een ensemble op te richten. Aanvankelijk heten ze “Groupe Instrumental à Percussion” tot de naam veranderd werd in “Les Percussions de Strasbourg”. 
Ze speelden hun eerste concert in januari 1962, voor het Office de Radiodiffusion Télévision Française (ORTF) en in 1967, voerden de zes percussionisten “Ionization” uit, in samenwerking met de componist Edgard Varèse. De bezetting bleef stabiel tot 1974, wanneer de oudere groepsleden hun opvolgers begonnen op te leiden. In 1996, nam een derde generatie het roer over. In 2015 veranderde de klassieke opzet van een groep van zes muzikanten naar een grotere formatie met variabele bezetting. Inmiddels bestaat Les Percussions de Strasbourg uit “een vierde generatie” percussionisten. Uniek!
Tracklist:
Steve Reich: Mallet Quartet
- Fast
- Slow
- III. Fast
Nik Bärtsch: Seven Eleven
Camille Pépin: Avant, pendant, et pourtant
- Avant
- Pendant
- Et Poutant
Shelley Washington: Sunday


Minimal Les Percussions de Strasbourg cd PDS125