


Glazen overkappingen en glas-in-lood, de gekrulde zweepslag, golvende ornamenten, gebroken lijnen en geplooide structuren, evenwicht door asymmetrie en de combinatie van hout of ijzer met marmer en van ijzer met steen, het zijn maar enkele kenmerken van de magistrale stijl van Victor Horta. Vier van zijn gebouwen werden in 2000 dan ook door Unesco ingeschreven als werelderfgoed, nl. de hotels Tassel, Solvay, van Eetvelde en het Hortahuis, nu het Hortamuseum. Dit rijkelijk geïllustreerd boek met bouwplannen en nieuwe doorsneden, richt de schijnwerpers op het magistraal Hôtel Solvay, wellicht hét meesterwerk van architectuur en interieurdecoratie in art-nouveau. 

De in Gent geboren Victor Horta (1861-1947) verrichtte baanbrekend werk als architect, van het nog klassiek huis Matyn uit 1890 in Sint-Gillis, over het beroemd, exuberant Hôtel Solvay, tot het meer geometrisch Paleis voor Schone Kunsten en het Brussels Centraal Station. Denk aan de typische decoratievormen, aan de experimentele indeling van de interieurs rond een centrale lichtschacht, de niveauverschillen, de bijzondere raampartijen, trappenhuizen en wintertuinen, en denk aan het gebruik van metaal en glas, als wezenlijke onderdelen van zijn constructies. Dit alles was ongezien in Horta’s tijd. Hij haalde het licht naar binnen, creëerde daardoor een ongekend ruimtegevoel in de burgerwoningen en luidde daarmee een heel nieuw architecturaal tijdperk in.


Brussel was een schaalmodel van het beste wat de westerse cultuur tussen 1850 en 1914 te bieden had. Het was een artistiek kruitvat, maar evengoed een laboratorium waar de nieuwe maatschappij vorm kreeg. In de hoofdstad van het jong koninkrijk België, toentertijd toch wel de derde economische wereldmacht, werden oude vormen en gedachten vakkundig gefileerd en door andere vervangen, van symbolisme en art nouveau tot meedogenloze avant-garde, van socialistisch veldwerk tot anarchistische oproer.


Brussel was de wieg van de art nouveau en Victor Horta was de vader van de Belgische art nouveau. Ondanks de sloop van veel panden tussen het eind van de Tweede Wereldoorlog en het eind van de jaren 1960, o.a. Horta’s “Huis Wiener” aan de Sterrekundelaan in Sint-Joost-ten-Node, telt Brussel nog meer dan 500 gebouwen in art-nouveaustijl. Een aantal Brusselse buitenwijken, zoals Schaarbeek, Etterbeek, Elsene en Sint-Gillis, waren nl. nog in ontwikkeling tijdens het hoogtepunt van de art nouveau en bezitten gelukkig nog een groot aantal gebouwen in die stijl.

Wist u trouwens dat het grafmonument voor Johannes Brahms (foto) op het Zentralfriedhof in Wenen, in samenwerking met de beeldhouwster Ilse Conrat, in 1903, ontworpen werd door Victor Horta? Ilse was nl. een gewezen leerlinge van Charles Van der Stappen (1843-1910) uit… Sint-Joost-ten-Node. Om te ontsnappen aan de gruwel van de nazivernietigingskampen, pleegde de in Wenen geboren, joods-Oostenrijkse Ilse von Twardowski-Conrat (1880-1942) (foto), zelfmoord…

In het midden van de Lebeaustraat, naast neorenaissance en neogotische huizen, pronkt in Brussel de andere Art Nouveau parel van Victor Horta, het huis Frison. In 1894-1895 gebouwd in opdracht van Maurice Frison, vriend en advocaat van de architect, ontwierp Horta het huis en alle decoraties tot in de kleinste details, van de deurklinken tot de schitterende marmeren haarden, van de mozaïekvloeren tot de sierlijke trapleuning, van de wandlampen tot zelfs het traliewerk van de kelderlampen. Het Hôtel Frison was het tweede Art Nouveau-huis van Victor Horta in Brussel, waarvan de bouw werd voltooid in 1895, tussen de voltooiing van het huis van Eugène Autrique, ingenieur bij Solvay, en dat van Emile Tassel, hoogleraar aan de ULB.


Victor Horta ontwierp Hôtel Solvay tussen 1895 en 1902, voor Armand Solvay, de zoon van de gefortuneerde, Belgische grootindustrieel en scheikundige, Ernest Solvay (1838-1922). Armand wou een ruime woning met royale receptieruimten, dienstvertrekken en een uitgebreid privaat gedeelte. In juli 1898 was het huis bewoonbaar, hoewel Horta nog enkele jaren verder werkte aan het interieur en de afwerking. Ruim een eeuw later zijn de interieurinrichting en het meubilair uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Het gedurfd bouwplan, dat bedoeld was om zo veel mogelijk natuurlijk licht naar binnen te brengen en de combinaties van industriële en kostbare materialen, waren nooit eerder te zien in een prestigieuze, Brusselse herenwoning. Weet dat de stad Brussel in 1895, bezwaar maakte tegen de erkers aan de gevel, omdat die het zicht van de buren konden belemmeren…



Het Hôtel Solvay was niet de enige opdracht die de familie Solvay gaf aan Horta. De Solvays waren nl. grote mecenassen en gaven opdrachten aan verscheidene grote architecten uit die periode, naast Horta, Paul Hankar, Henry Van de Velde, Gustave Serrurier-Bovy, Ernest Blerot en Paul Cauchie. Horta ontwierp ook het Solvay Paviljoen voor de Wereldtentoonstelling van 1905 en het grafmonument (foto) van Ernest Solvay in Elsene/Ixelles.

Na inleidende hoofdstukken over de Art nouveau & Victor Horta en over Ernest Solvay, bespreekt Françoise Aubry de verschillende stilistische, decoratieve en architecturale aspecten van het Hôtel Solvay aan de Louizalaan, de voorgevel in “pierre bleue”, gebruikt als “pierre de taille” (vrijmetselaarssymboliek), de benedenverdieping, de bel-etage met het balkon, erkers, het salon en de eetkamer, de bordestrap met het schilderij “La lecture dans le parc” van Théo Van Rysselberghe, de 3 verdiepingen en de stallen in de tuin, om te besluiten met het overzicht van de restauratiewerken. Niet te missen!


Françoise Aubry, specialiste op het gebied van Victor Horta, was van 1981 tot 2018 conservator van het Hortamuseum in Sint-Gillis (Brussel). Eerder schreef ze Architectuur in België (2006), De 19de Eeuw in België (1994), Horta (1996) en Het Brussel van Horta (2023).


Françoise Aubry Hotel Solvay Een meesterwerk van Victor Horta en de art nouveau 160 bladz. geïllustreerd uitg. Lannoo ISBN 9782390253556![]()