“Dvořák, Slavonic Dances”, door de Czech Philharmonic o.l.v. Sir Simon Rattle, op het label Pentatone. Heerlijk!

Onder de indruk van Dvořáks “Moravische duetten”, ook al moesten ze nog uitgegeven worden, schreef de in Berlijn gevestigde uitgever Fritz Simrock, een brief aan de jonge Antonín Dvořák, waarin hij hem de opdracht gaf voor een ander werk en zijn idee uiteenzette dat hij het in de lijn wou van de Hongaarse Dansen van Brahms. Dvořák schetste binnen een paar uur de eerste reeks Slavische Dansen en voltooide de versie voor piano vierhandig in drie weken tijd. Tegelijkertijd werkte hij ook aan de orkestratie. Het resultaat waren levendige orkestrale parels, vol ritmische vitaliteit, folkloristische kleuren en innemende, lyrische charme.

De 16 Slavische Dansen (Slovanské tance), gecomponeerd in 1878 en 1886, werden respectievelijk gepubliceerd in twee reeksen, op. 46 en op. 72. De levendige stukken werden destijds immens goed ontvangen en worden tegenwoordig beschouwd als een van de meest memorabele werken van de componist. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, zijn de dansen niet zozeer geïnspireerd door Slavische volksmuziek in het algemeen, maar specifiek door stijlen en vormen uit Bohemen. In deze stukken citeerde Dvořák nl. eigenlijk nooit volksmelodieën, maar riep hij hun stijl en geest op door gebruik te maken van traditionele ritmische patronen en structuren, die aansloten bij traditionele volksdansen.

Voorafgaand aan de publicatie van de Slavische Dansen, op. 46, was Dvořák nog een relatief onbekende componist en beschikte over bescheiden middelen. Daarom had hij de Oostenrijkse staatsprijsbeurs aangevraagd om zijn componeerwerk te financieren. Nadat hij de prijs drie keer in vier jaar tijd had gewonnen (1874, 1876 en 1877), verwees Johannes Brahms, als één van de leden van de commissie die verantwoordelijk was voor de toekenning van het stipendium, Dvořák naar zijn eigen uitgever, Fritz Simrock. De eerste muziek van Dvořák die door Simrock werd uitgegeven, waren de Moravische duetten, die wijdverbreid succes boekten. Aangemoedigd vroeg Simrock de componist iets te schrijven “met een dansachtig karakter”.

Dvořák wist niet goed hoe hij moest beginnen en gebruikte de Hongaarse Dansen van Brahms als model. Maar, enkel als model, want er waren een aantal belangrijke verschillen tussen de twee werken. Terwijl Brahms gebruik maakte van echte Hongaarse (zigeuner) volksmelodieën, maakte Dvořák alleen gebruik van de karakteristieke ritmes van de Slavische volksmuziek. De melodieën waren met name geheel van hemzelf, maar hij componeerde ze wel in de vorm van een oorspronkelijke furiant, dumka, polka, sousedská, skočná, mazurka, odzemek, špacírka, kolo of polonaise.

Simrock was meteen onder de indruk en vroeg Dvořák ook om een orkestversie. Beide versies werden binnen een jaar gepubliceerd en vestigden al snel Dvořák internationale reputatie. Het enorm succes van de Op. 46 dansen brachten Simrock ertoe in 1886, een nieuwe reeks Slavische dansen te vragen. Dvořáks daaropvolgende op. 72 dansen werden op een soortgelijke manier onthaald.

In een uitgebreid essay in de “National Zeitung” in Berlijn, prees de invloedrijke criticus Louis Ehlert, Dvořák zo positief dat hij de toen nog onbekende Boheems/Tsjechische kunstenaar van de ene op de andere dag beroemd maakte: “Ik beschouw de Slavische Dansen als een stuk dat de wereld zal omcirkelen, net zoals de Hongaarse Dansen van Brahms … Goddelijke natuurlijkheid circuleert in deze muziek… Dvořák schrijft zulke vrolijke en bijzondere baslijnen dat het hart van een echte muzikant opspringt van vreugde… Ik denk hoe geweldig het zou zijn om opnieuw een muzikant te zien opkomen over wie we zo min mogelijk ruzie hoeven te maken”. Gedurende het eerste jaar na de publicatie werden geselecteerde Slavische dansen uitgevoerd in Praag, New York, Boston, Londen, Berlijn, Dresden, Hamburg, Keulen, Bonn, Nice, Graz, Luzern en andere steden.

Dvořák Slavonic Dances Czech Philharmonic Sir Simon Rattle cd Pentatone PTC 5187414