


Alleen in zijn werkplaats boetseert de beeldhouwer Pygmalion een beeld van onvergelijkbare schoonheid, waarop hij smoorverliefd wordt. Vervolgens vraagt hij L’Amour om zijn creatie tot leven te wekken en ontroerd door zijn pure toewijding, vervult de Liefde zijn wens. Terwijl “Pygmalion”, Rameau’s emblematisch werk, de passie onthult van een beeldhouwer die verliefd is op zijn creatie, onthult Pierre Iso’s “Zémide” de tedere tirannie van de liefde en weeft een allegorie waarin zelfs de felste harten zich overgeven aan haar kracht.



Rameau’s Acte de ballet, “Pigmalion” of “Pygmalion”, werd het eerst opgevoerd in augustus 1748 in de Académie royale de musique. Dit werk op een libretto van Ballot de Sauvot wordt algemeen beschouwd als Rameau’s beste eenakter. Hij zou trouwens het werk in nauwelijks acht dagen hebben gecomponeerd. “Pygmalion” en zijn tragédie lyrique “Castor et Pollux” waren daarenboven in de tweede helft van de 18de eeuw, Rameau’s meest opgevoerde opera’s. Ballot de Sauvot liet zich voor zijn libretto inspireren door een libretto van Antoine Houdar de la Motte in 1700, op muziek gezet door Michel de la Barre.
Sylvain Ballot de Sauvot (1703-1760) was een 18de eeuwse Franse advocaat bij het Parlement van Parijs en amateur-letterkundige die tot de entourage van Jean-Philippe Rameau behoorde. Sylvain Ballot de Sauvot bewerkte na de première vier jaar eerder in Versailles, ook het libretto van Rameau’s comédie lyrique “Platée” voor de heropvoering in februari 1749, in de Académie royale de musique Tijdens de “Querelle des Bouffons” verdedigde hij Rameau.


Het verhaal is gebaseerd op de mythe van Pygmalion zoals verteld in de Metamorfosen van Ovidius. In de versie van Rameau en Sauvot creëert de beeldhouwer Pigmalion een prachtig beeld waaraan hij zijn liefde verklaart. Zijn vriendin, Céphise, smeekt om aandacht maar Pigmalion wijst haar af en smeekt op zijn beurt de godin Venus om zijn beeld tot leven te wekken. Op magische wijze komt het beeld tot leven, zingt en danst. Cupido arriveert en prijst Pigmalion voor zijn kunstenaarschap en geloof in zijn krachten. Er volgt veel feestelijk dansen en zingen, als bewijs van de kracht van de liefde, waarbij Cupido weliswaar behulpzaam een andere geliefde vindt voor Céphise. Met “Pigmalion” creëerde Rameau zijn mooiste opéra-ballet, waarin marmer vleesgeworden schoonheid wordt en de hartstochtelijke zoektocht naar liefde tot uitdrukking komt.


Over Pierre Iso is zeer weinig bekend. Zelfs zijn geboorte- en sterfjaar (1715?-1794?) zijn onzeker. Hij vestigde zich in 1742 in Parijs en was daarvoor Maître de musique in het magnifieke Moulins-sur-Allier (foto’s) in de Auvergne streek, waar hij bekend werd om zijn religieuze muziek, waaronder een Benedictus anima mea, dat in 1753 uitgevoerd werd in de kapel (foto) van Versailles. Twee werken van hem werden samen opgevoerd in de Académie Royale de Musique, “Zémide” en “Phaétuse”. Hij nam deel aan de Querelle des Bouffons tegen Rousseau en het is verder bekend dat hij de eerste componist was in de geschiedenis van de muziek, die een rechtszaak wegens plagiaat aanspande.
Ook “Zémide” is een Acte de ballet, een eenakter, maar op een libretto van Antoine de Laurès (1708-1779). In het verhaal beschermt prinses Zémide zichzelf in naam van de vrijheid tegen de liefde. Cupido maakt echter gebruik van een moment van zwakte en schiet zijn laatste pijl op haar af, waarna de prinses meteen in de ban raakt van haar aanbidder, Phasis. Deze kleine romance is de aanleiding voor prachtige, vaak pastorale muziek. Hoogtepunten zijn twee duetten, eerst tussen Cupido en Zémide en vervolgens tussen Zémide en Phasis. De partituur bevat ook talrijke instrumentale stukken, bedoeld als ballet. Zoals Galatea ontwaakt onder Pygmalions blik, komt dit levendig programma van barokke passie tot leven onder de bezielende leiding van Reinoud Van Mechelen, met een spektakel waarin muziek en sentiment samenvloeien in prachtige harmonie.
Rolverdeling:
Zémide reine de Scyros et Céphise: Ema Nikolovska
Pygmalion: Reinoud Van Mechelen
L’Amour: Gwendoline Blondeel
La Statue: Virginie Thomas
Phasis, amant de Zémide: Philippe Estèphe
Chœur de Chambre de Namur
a nocte temporis



Rameau Pygmalion Iso Zémide a nocte temporis Reinoud Van Mechelen cd Château de Versailles Collection Opéra français N°34 CVS 174