“Nigun, Jewish Choral Music”, door het SWR Vokalensemble o.l.v. Yuval Weinberg, op het label SWR music.

In 1955, richtte dirigent Gary Bertini het Rinatkoor op en vestigde daarmee de professionele koormuziek in Israël. De oprichting van het Rinatkoor had een belangrijke invloed op de ontwikkeling van de Israëlische koorwereld. In 1972 werd het koor uiteindelijk uitgeroepen tot nationaal koor. Psalmen, verzen en hymnen werden voor het Rinatkoor op muziek gezet door de belangrijkste componisten van het land en omgezet in uitgebreide Hebreeuwse motetten en oratoria.

Gary Bertini (1927- 2005) (foto’s), één van de belangrijkste Israëlische musici en dirigenten, bekend door zijn opname van de complete symfonieën van Mahler met het WDR Kölner Symphonieorchester, werd geboren als Shloyme Golergant in Bricheva, Bessarabië, nu in het district Donduşeni in Moldavië. Zijn vader was dichter en vertaler van Russische en Jiddische literatuur van het Jiddisch naar het Hebreeuws en van het Hebreeuwse naar het Jiddisch, en zijn moeder, Berta Golergant, was arts en bioloog. Ze emigreerden in 1946 naar Palestina, waar Gary aan het Music Teachers’ College in Tel Aviv studeerde. Vervolgens studeerde hij in Milaan en studeerde daarna bij o.a. Nadia Boulanger, Arthur Honegger en Olivier Messiaen aan het Conservatorium van Parijs.

Na zijn terugkeer naar Israël richtte Bertini in 1955, Rinat (het Israëlisch Kamerkoor) op. Hij was muzikaal adviseur van het Batsheva Dansgezelschap en componeerde originele muziek voor talloze producties van Habima, het Israëlisch Nationaal Theater en het Cameri Theater. Hij richtte in 1965 het Israëlisch Kamerorkest op en was er dirigent tot 1975. Bertini was van 1978 tot 1986 dirigent van het Jerusalem Symphony Orchestra en van 1987 tot 1991, was hij Intendant en Generalmusikdirektor van de Opera van Frankfurt am Main, waar hij ook de Museumskonzerte leidde. Van 1988 tot 1997, was hij tevens artistiek leider van de Israëlische Opera, promootte de Israëlische muziek en hielp deze vorm te geven.

De generatie die de Israëlische muziek stichtte, bestond uit vooraanstaande professionele musici die rond de eeuwwisseling in Europa waren geboren. Hoewel deze componisten voornamelijk uit Duitsland, Oost-Europa en Rusland kwamen, kunnen hun inspiratiebronnen geenszins worden herleid tot de muziek van hun respectievelijke landen van herkomst. Integendeel: wat veel van deze componisten verenigde, was hun fascinatie voor de Joodse, traditionele muziek, met name die van Sefardische, Perzische en Jemenitische afkomst, en voor de Arabische muziek die ze in Palestina hoorden.

De volgende generatie Israëlische componisten werd niet noodzakelijkerwijs in Israël geboren, maar werd vanaf het begin muzikaal sterk beïnvloed door dit land. In de jaren 60 en 70 verspreidde deze generatie haar inspiratiebronnen en ontleende ze eigentijdse stijlen die ze had leren kennen tijdens hun studies in Europa en de VS. Terwijl sommige vertegenwoordigers van deze generatie de traditie van de oorspronkelijke generatie voortzetten, introduceerden andere componisten actuele ontwikkelingen in de muziekwereld in de Israëlische kunstmuziek van hun tijd.

Een nigun (melodie) is een vorm van Asjkenazische Joodse vocale muziek die in groepsverband wordt gezongen. Nigunim zijn melodieuze melodieën, die vaak repetitieve niet-lexicale vocabulaires gebruiken zoals “bim-bim-bam”, “lai-lai-lai”, “yai-yai-yai” of “ai-ai-ai” in plaats van formele teksten. Soms wordt een nigun uitgedrukt als een mystieke muzikale vorm van Joods gebed of glossolalie (klanktaal). Bijbelse, Hebreeuwse verzen of citaten uit andere klassieke Joodse teksten worden soms repetitief gezongen om een ​​nigun te vormen. Sommige nigunim worden gezongen als klaaggebeden terwijl andere vreugdevol zijn.

Yuval Weinberg (1990) begon zijn muzikale opleiding op jonge leeftijd als pianostudent en zanger in het Israëlisch jeugd- en kinderkoor Li-Ron. Hij studeerde aanvankelijk orkestdirectie aan de Buchmann-Mehta Muziekacademie in Tel Aviv. In 2012 stapte hij weliswaar over naar de Hanns Eisler Muziekacademie in Berlijn en studeerde koordirectie bij Jörg-Peter Weigle. Daar behaalde hij een bachelordiploma. Vanaf 2014 voltooide hij vervolgens een tweejarige masteropleiding koordirectie bij Grete Pedersen aan de Muziekacademie van Oslo.

Sinds 2014 is Weinberg beurshouder van het Dirigentenforum van de Duitse Muziekraad. Als onderdeel van dit programma heeft hij samengewerkt met verschillende professionele koren, waaronder het Rundfunkchor Berlin, het Zweeds Radiokoor, het MDR Radiokoor, het NDR Radiokoor en het Duitse Operakoor Berlin. Hij heeft masterclasses gevolgd bij Stefan Parkman, William Spaulding en Jörg-Peter Weigle. Tijdens zijn studie in Berlijn werkte Weinberg met verschillende kamerkoren, waaronder het Neuer Chor Berlin, Enchore en Hortus vocalis, waar hij van 2014 tot 2018 artistiek leider was. Van 2015 tot 2017 was Weinberg dirigent van het Oslo Kamerkoor NOVA en het Nationaal Jeugdkoor van Noorwegen. Weinberg was gastdirigent bij het Det Norske Solistkor (Noors Solistenkoor), het Koor van de Beierse Radio en het Koor van de Berliner Philharmoniker. In oktober 2019 werd Yuval Weinberg benoemd tot chef-dirigent van het SWR Vokalensemble Stuttgart.

Tracklist:

Aharon Harlap Akeidat Yitzchak (The Binding of Isaac)

Ödön Pártos Hamawdil (Shabbat Song)

Yehezkel Braun Vayimaleit Kayin (Thus Fled Cain)

Yehezkel Braun D’ror Yikra (He Will Proclaim Freedom)

Shiri Riseman Chidot (Riddle)

Tzvi Avni Mizmorei Tehilim (Psalm Canticles)

Yehezkel Braun Shir Hashirim (Song of Solomon 3)

Yehezkel Braun Uri Tsafon (Awake, North Wind!)

Traditional Tsur mishelo achalnu (The Lord Is my Rock)

Gil Aldema Tsur mishelo achalnu

Menachem Wiesenberg Wer wet bleib’n, wos wet bleib’n (Who Will Be Left, What Will Be Left)

Menachem Wiesenberg Two Yiddish Songs

Pinchas Minkovsky Shabbat Hamalka (Shabbat the Queen) (arr. Sara Shoham)

Nigun Jewish Choral Music Jüdische Chormusik SWR Vokalensemble Yuval Weinberg cd SWR music SWR19163