William Shield (1748-1829) van relatief bescheiden afkomst, groeide uit tot de huiscomponist van Covent Garden, waarvoor hij opera’s en toneelmuziek componeerde. In Covent Garden raakte hij bevriend met Joseph Haydn, die een blijvende invloed op hem zou hebben. Shield werd in 1782 benoemd tot huiscomponist van Covent Garden. Zijn opera “Rosina” ging dat jaar in première en zijn 6 strijkkwartetten op. 3 werden gepubliceerd, hier als eerste album opgenomen in een reeks opnames van Shields complete kamermuziek.
Begin 18de eeuw trokken buitenlandse musici o.a. naar de Engelse hoofdstad Londen, waar het concertpubliek graag kennismaakte met muziek van bv. Geminiani, Corelli en Handel. De jaren 1720 waren getuige van een koortsachtige vraag naar muziek die veel buitenlandse virtuozen ertoe bracht naar de stad te verhuizen. Concert minnende Londenaren genoten van de laatste sonates in de stijl van de oude meester Corelli, van de eerste blokfluit- en fluitconcerti, en van het werk van de jeugdige nieuwkomer, Händel. Er ontstond een nieuw cultureel muzikaal leven dat meer en meer gebaseerd was op vraag en aanbod. Na de generatie 18de eeuwse, Engelse componisten, bv. Thomas Arne (1710-1778), William Boyce (1711-1779) en Charles Avison (1709-1770), volgden enkele componisten, veelal organisten, die de overgang maakten naar de late Georgische periode (“The Late Georgian era”) in de 19de eeuw, o.a. Samuel Wesley (1766-1837), Charles Hague (1769-1821), Jane Mary Guest (ca. 1762-1846) en William Shield.
William Shield kreeg aanvankelijk muziekles van zijn vader, maar nadat zijn beide ouders overleden toen Shield nog een kind was, zette hij zijn muziekstudie voort bij Charles Avison. Hij werd een gerenommeerd violist tijdens de concerten in Newcastle voor hij naar Scarborough verhuisde om er een theaterorkest te leiden. In 1772 werd hij door Felice Giardini aangesteld als vioolspeler in de opera van Covent Garden (nu het Royal Opera House), en vanaf 1773 was hij daar solo-altviolist. In 1778 componeerde hij de muziek voor de komische opera “The Flitch of Bacon” op een libretto van Henry Bate. In de hoedanigheid van componist voor Covent Garden, ontmoette hij Joseph Haydn. In 1817 werd hij benoemd tot Master of the King’s Musick. Net als Haydn en Beethoven, en nog andere componisten uit zijn tijd, verwerkte Shield volksmelodieën, in zijn geval voornamelijk uit zijn geboorteplaats, Northumbria. Shield werd begraven in Westminster Abbey, in hetzelfde graf (foto) als Johann Peter Salomon (foto) die in 1791, Haydn naar Londen uitnodige.
Het Dorrit Ensemble is gevestigd in het Elder Conservatorium van Adelaide University, een van de meest vooraanstaande muziekinstellingen van Australië. De kernleden, docenten Elizabeth Layton en Edith Salzmann, worden op deze opname vergezeld door Caroline Henbest van de Australian National Academy of Music en Elizabeth Sellars van het Flinders Quartet in Melbourne. Het Dorrit Ensemble, opgericht in 2019, heeft regelmatig opgetreden in Australië en Nieuw-Zeeland, maar ook in Europa en Noord-Amerika.
De eerste violiste, Elizabeth Layton werd geboren in Londen en studeerde aan de Yehudi Menuhin School en de Juilliard School in New York bij Dorothy DeLay. Op twaalfjarige leeftijd werd ze uitgenodigd om samen met Hephzibah en Yehudi Menuhin een kamermuziekconcert te geven ter ere van diens gouden jubileum, uitgezonden vanuit de Royal Festival Hall in Londen. Elizabeth maakte haar Brits concertdebuut met de Philharmonia en soleerde o.a. ook met het BBC Symphony Orchestra, het English Chamber Orchestra, de London Mozart Players, de Bournemouth Symphony, de English Sinfonia, de Calgary Philharmonic, de City of Barcelona Symphony en de Lahti Symphony.
William Shield Complete Chamber Works 1 Six String Quartets, op. 3 The Dorrit Ensemble cd Naxos 8.574446