


Tussen 1749 en 1805, componeerde Joseph Haydn 15 missen, waarvan er zes, de missen 9 t.e.m. 14, gecomponeerd werden voor de familie Esterházy, in het bijzonder voor de viering van de naamdag van Prinses Maria Hermengilde, de echtgenote van Prins Nikolaus II. De Missa Cellensis in honorem Beatissimae Virginis Mariae Hob. XXII: 5 was de vijfde mis die Haydn componeerde.
Joseph Haydn componeerde twee Missen met de naam “Missa Cellensis”. Daarenboven was vanaf ca. 1800, de “Missa Cellensis in honorem Beatissimae Virginis Mariae”, gecomponeerd in 1766, bekend als de Missa Sanctae Caecilia of “Ceciliamis”. De bijnaam “Cecilia” zou een uitvoering kunnen doen vermoeden tijdens één van de vieringen van de Cecilia Congregatie in Wenen op de feestdag van de Heilige Cecilia op 22 november. In 1975 werd in Roemenië weliswaar een fragment van het handschrift gevonden van het Kyrie. Daaruit bleek dat de afgekorte titel “Missa Cellensis”, de mis verbond met de pelgrimskerk (foto) in Mariazell in Steiermark. Zell of Celle werd het Latijnse Cellensis. Ook Haydn ging er op bedevaart. Haydn had de mis onder die titel opgenomen in zijn Entwurf-Katalog, maar deze mis werd lang aangezien voor de andere Missa Cellensis (Hob. XXII: 8) uit 1782, bijgenaamd “Mariazeller Mis”.
De Missa Cellensis (Hob. XXII:8), bijgenaamd “Mariazeller Mis”, werd gecomponeerd in opdracht van Anton Liebe von Kreutzner, een in de adelstand verheven, gepensioneerde legerofficier. De mis zou bestemd kunnen geweest zijn voor de vieringen rond het toetreden tot de adelstand. De mis is dan waarschijnlijk uitgevoerd in de kerk in Wenen die in verband stond met de pelgrimages in Mariazell. De kerk in Mariazell zelf had namelijk beperkte muzikale voorzieningen voor een dergelijke mis. Een andere verklaring is dat Liebe von Kreutzner de mis bestelde als lid van het genootschap dat verantwoordelijk was voor de ceremonies van de pelgrimages naar Mariazell, los van zijn verheffing in de adelstand. Hoe dan ook, het handschrift vermeldt “Missa Cellensis Fatta per il Signor Liebe de Kreutzner”. Het is weliswaar de eerste (uit 1766) van de twee Missen met de naam “Missa Cellensis” die hier is opgenomen.


Opvallend is dat Haydn conventionele en moderne of modieuze vormen in zijn Missa Cellensis in honorem Beatissimae Virginis Mariae combineerde. Het Kyrie opent ingetogen met een largo, waarop direct een allegro volgt met opgewekte sterk versierende violen en onstuimige fanfares van trompetten, begeleid door pauken. Anders is de sfeer van het Christe, een allegretto voor tenorsolo, waarin Haydn teruggreep naar de Italiaanse kerkmuziek van de tweede helft van de 18de eeuw, zoals bijvoorbeeld in de imitaties tussen de eerste en tweede viool. Het tweede Kyrie is een fuga in vivace tempo. De fuga als vorm keert viermaal terug in de mis, in het Gloria en in het Credo, en in het Gratias en het Dona nobis pacem. Het In gloria Dei Patris sluit het Gloria af met een groots opgezette fuga.
In het Credo wordt het woord ‘credo’ verschillende malen herhaald. In Haydns mis wordt het steeds gezongen door de sopraan. Het Credo is in drie delen, met een snelle opening, voor sopraan en koor en het Et incarnatus est voor tenor solo, gevolgd door een lang uitgewerkt Crucifixus. Een grote krachtige fuga voor het Et resurrexit voor sopraan en tenor met koor, sluit het Credo af. Het Sanctus en het Benedictus met partijen voor twee hoorns en fagot, componeerde hij beide voor koor. Een krachtige fuga voor Dona nobis pacem sluit het Agnus Dei af.

Deze opname is de eerste in een samenwerking tussen René Jacobs, het Kammerorchester Basel, de Zürcher Sing-Akademie en Alpha Classics en omvat de release van vier albums tussen 2025 en 2028. De eerste hiervan is deze Missa Cellensis, die gevolgd zal worden door drie albums, gewijd aan Haydns laatste zes missen. René Jacobs stelde al zijn vakmanschap en enthousiasme, in samenwerking met solisten met wie hij regelmatig samenwerkt, een orkest met historische instrumenten, waarmee hij al jarenlang samenwerkt en helaas geen authentiek “Knabenchor”, maar toch wel het bijzonder koor van de Sing-Akademie in Zürich, ten dienste van de muziek. De alweer bijzondere vocale solisten zijn Mari Eriksmoen, sopraan, Kristina Hammarström, mezzosopraan, Mark Milhofer, tenor en Christian Senn, bariton.


Haydn Missa Cellensis Mari Eriksmoen Kristina Hammarström Mark Milhofer Christian Senn Zürcher Sing-Akademie, Kammerorchester Basel René Jacobs cd Alpha 1172