Het guitig gezelschap, Les Frivolités Parisiennes keren terug naar b. records met een revival van “Le Dieu Bleu”, een ballet van Michel Fokine, dat in 1912 in première ging en waarvan de muziek van Reynaldo Hahn sindsdien niet meer in Frankrijk uitgevoerd werd. Het libretto was van Jean Cocteau en Federico de Madrazo y Ochoa, decors en kostuums waren ontworpen door Léon Bakst. De première was in mei 1912 door de Ballets Russes van Serge Diaghilev in het Théâtre du Châtelet in Parijs, met Vaslav Nijinski en Tamara Karsavina in de hoofdrollen. Fokine creëerde geheel nieuwe bewegingen, geïnspireerd op traditionele Siamese en Indiase dansen. Ondanks de schoonheid van de decors en kostuums en de bewonderenswaardige interpretatie van Nijinsky is dit ballet helaas in de vergetelheid geraakt.
Reynaldo Hahn (1874-1947) was dé meester van de kleine vorm, de voortreffelijke miniatuur, charmant, geparfumeerd, nostalgisch of vrolijk, betoverend in hun fantasie en poëzie. Hij was de zoon een Duits-Joodse zakenman en ingenieur uit Hamburg en een Venezolaanse moeder. Hij werd geboren in Caracas, maar woonde sinds 1878, in Parijs. Hij ging er naar het Conservatoire national supérieur de musique en werd leerling van Gounod en Massenet.
Reynaldo Hahn heeft er altijd last van gehad om een “huiskamermuzikant”, een “kleine meester” of een “aangename improvisator” met een “delicaat genie” te worden genoemd. Hahn gaf blijk van dit bewustzijn toen hij tussen 1899 en 1911, zijn magnum opus voor piano solo componeerde, 53 Poèmes pour piano. De overgrote meerderheid van de “Poèmes” behield weliswaar de spontaniteit en oprechtheid die zijn vorige werken kenmerkten. We vinden in deze collectie, en voor het eerst in het oeuvre van Reynaldo Hahn, de invloed van het impressionisme.
Het “Orchestre des Frivolités Parisiennes” werd opgericht uit de passie van twee jonge professionele musici, Benjamin El Arbi en Mathieu Franot, en dit voor het Frans romantisch, lyrisch repertoire. Na meer dan tien jaar collega’s te zijn als orkestmusici, elk aan de oorsprong van vele muzikale projecten, besloten ze in 2012 de “Frivolités Parisiennes” op te richten. Eén van de leidende ideeën was om het orkest van de opéra-comique te reconstrueren waarvoor de interesse verdwenen was tijdens de dwingelandij van de avant-garde in de jaren ‘60. Door dit nieuw leven in te blazen, biedt de Frivolités aan de betrokken en gepassioneerde musici, een instrumentale opleiding aan, gespecialiseerd in dit repertoire.
Het verhaal is als volgt. Een warme avond in India, eeuwen geleden. Voor een rotstempel is een vijver te zien met een lotus op het wateroppervlak. Slangen, schildpadden en andere dieren rusten bij de vijver. De tempelmuren zijn bedekt met massa’s bloeiende planten. Een menigte wacht op het begin van een ceremonie. De jonge prins staat op het punt priester van de tempel te worden. Het jonge meisje rent naar binnen en knielt aan zijn voeten. Ze wil niet dat hij haar verlaat voor het priesterschap en danst voor hem. De priesters zijn geschokt en leiden de jongeman weg terwijl het jong meisje wordt voorbereid op de dood. De poorten zijn gesloten. Het meisje probeert te ontsnappen, maar monsters komen tevoorschijn uit een plek onder een valluik. De godin komt tevoorschijn uit de lotus.
De blauwe god komt tevoorschijn uit de vijver, kalmeert de monsters met zijn fluitspel en de monsters worden gevangen door de massa’s planten. Het werk van de blauwe god is gedaan. De priesters komen binnen. Ze zijn verrast om te zien dat het meisje nog leeft en vallen voor haar op hun knieën. De jonge prins voegt zich weer bij het meisje, waarop de Godin een gouden trap beveelt om uit de hemel af te dalen. De Blauwe God vliegt de trap op en verdwijnt in de wolken.
Reynaldo Hahn Le Dieu Bleu Les Frivolités Parisiennes Dylan Corlay cd b. Records LBM074