“Béla Bartók, Works for Violin and Piano”, door Matteo Cossu (viool) en Bruno Canino (piano), op het label Dynamic.

Béla Bartóks vriendschap met de violisten Joseph Szigeti en Zoltán Székely stelde hem in staat een diepgaande kennis van de viool te verwerven die zijn componeren vormde. De beide hier opgenomen Rapsodieën voor viool en piano zijn opgebouwd uit twee delen, een Lassú en een Friss – een Moderato gevolgd door een Allegro. De eerste rapsodie was gebaseerd op Bartoks etnologische studies in het gebruik van Roemeense volksdansen, terwijl de tweede een raadselachtiger werk was. De hier eveneens opgenomen Vioolsonate nr. 1, stak vol sfeervol drama en grootse gebaren, hier en daar impressionistisch en afgesloten met rijke Hongaarse volksmotieven.

Lees verder

“Olivier Messiaen, La Nativite Du Seigneur” door Mark Steinbach, orgel, op het label Aeolus. Indrukwekkend!

De Amerikaanse organist, Mark Steinbach, reisde in 2022 naar Frankrijk op zoek naar het meest geschikte orgel voor de opname van Messiaens cyclus “La Nativite du Seigneur” en vond in Lyon wat hij zocht. Het Cavaille-Coll-instrument heeft daar nl. ongeveer dezelfde maat en karakter als het Cavaille-Coll-orgel dat de 27-jarige Olivier Messiaen in de jaren ’30, in de Eglise de la Trinité in Parijs ter beschikking had. Hierdoor kon de muziek met de grootst mogelijke authenticiteit worden uitgevoerd. Het is overigens ook de eerste opname van Messiaens orgelwerk in surround sound.

Lees verder

“Bach, Sonatas & Partitas BWV 1001-1006”, door Franz Halász (gitaar), op het label BIS. Verfijnd en intiem. Heerlijk!

Als hoogtepunten van het vioolrepertoire, hebben Bachs Sonates en Partita’s voor viool solo uitvoerders altijd gefascineerd vanwege hun architectonische perfectie, hun spirituele inhoud en de breedte van hun emotioneel palet. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze, zoals zoveel van Bachs werken, voortdurend voor andere instrumenten zijn gearrangeerd. Puur praktisch gezien zijn er door hun polyfonie, melodie, dynamiek en klankkleuren, elementen te zijn die bijzonder goed bij de gitaar lijken te passen, en die voorbij de grenzen van de solo-viool lijken te gaan. Om te ontdekken!

Lees verder

“Victoria, Tenebrae Responsories”, door I Fagiolini o.l.v. Robert Hollingworth op het label Coro. Prachtig!

Aan het einde van de 16de eeuw, toen vocale polyfonie zich ontwikkelde tot de excessen van het laat-Italiaanse madrigaal en de meerkorige schriftuur in Venetië, koos Victoria, in Rome, ervoor om zijn 18 Tenebrae-zettingen te componeren met de eenvoudigst denkbare textuur: vier stemmen met interne secties voor slechts twee of drie stemmen. Victoria’s sobere maar diep ontroerende toonzetting van de Responsories voor de diensten van Tenebrae is een van de grote klassiekers van de renaissancemuziek geworden. Voor deze nieuwe opname, gezongen door solostemmen, werd het werk getransponeerd naar de lage toonhoogte en intonatie die de componist voor ogen had. Deze perfecte miniaturen worden afgewisseld met negen van Christopher Reids hartverscheurende gedichten uit zijn bundel uit 2009, ‘A Scattering’, een ontroerende bundel over het overlijden van zijn vrouw.

Lees verder

“Lully Te Deum vol. 4” door Les Épopées en Les Pages & Les Chantres du Centre de Musique Baroque de Versailles o.l.v. Stéphane Fuget, op het label Château de Versailles Spectacles. Magistraal!

De invloed van Jean-Baptiste Lully (1632-1687) op de ontwikkeling van het grand motet was van doorslaggevend belang. Hoewel hij nooit een officiële functie bekleedde aan de Chapelle du Roi, was zijn invloed op de ontwikkeling typisch en symbolisch voor de Grand Siècle. Hij componeerde imposante motetten, Motets à deux choeurs pour la chapelle de Roy, ter ere van de glorie van God en de koning, voor de grote ceremonies aan het hof. Van de vele koninklijke begrafenissen was die van koningin Marie-Thérèse in 1683, één van de meest grandioze. Lully’s Dies iræ en De profundis werden toen gezongen. Maar zijn meest gevierd motet was ongetwijfeld zijn Te Deum, dat in 1677 voor het eerst klonk en de favoriet van de koning werd.

Lees verder

“Vivaldi, Le Quattro Stagioni & La Follia” door Paul-Antoine Bénos-Djian (contratenor) en Le Concert de La Loge o.l.v. Julien Chauvin, op het label Alpha. Fenomenaal!

Ruim 300 jaar nadat Antonio Vivaldi De Vier Jaargetijden componeerde, is het beroemdste werk uit de muziekgeschiedenis nog steeds even levendig en stimulerend als altijd. Nu heeft Le Concert de la Loge dit meesterwerk opgenomen met oprichter en directeur, violist Julien Chauvin, als solist. Voor de gelegenheid heeft het Château de Versailles hem een uitzonderlijk instrument in bruikleen gegeven, een Napolitaanse viool van Nicola Gagliano, versierd met fleur-de-lys en ingelegde versieringen. Dit instrument, dat in de jaren zeventig door Yehudi Menuhin werd bespeeld, komt uit de ‘collection de Madame Adélaïde’, genoemd naar een van de dochters van Lodewijk XV. Het heeft het kasteel al bijna een eeuw niet meer verlaten en verkeert in een perfecte staat. Het hoofdwerk wordt aangevuld met Vivaldi’s niet minder gevierde ‘La Follia’ en een aria die nu op zichzelf beroemd is, ‘Sovvente il sole’ uit “Andromeda liberata”, waarvan de partituur in 2002, in Venetië werd ontdekt.

Lees verder

“Ferruccio Busoni, Konzert für Klavier und Orchester in C-Dur, op. 39”, door David Lively (piano), het SWF Sinfonieorchester Baden-Baden en het Herrenchor des Freiburger Vokalensemble o.l.v. Michael Gielen, op het label SWR Music. Magistraal!

Ferruccio Busoni (1866-1924) begon zijn carrière als wonderkind en studeerde op negenjarige leeftijd piano en compositie aan het conservatorium van Wenen. Als componist wijdde hij zich aanvankelijk aan de traditie van Schumann, Chopin en Mendelssohn, maar al snel creëerde hij ook werken met een uitgebreide tonaliteit en hier en daar een bitonale benadering. Busoni zag zijn Concerto op. 39 niet in de vorm van de briljante virtuoze concerti noch in die van de symfonische concerti van Beethoven en Brahms. Hij streefde eerder naar een subtiele vervlechting van piano en orkest, wat hier te zien is aan het feit dat de piano slechts zelden een thema in zijn oorspronkelijke vorm uitvoert, maar meestal het door het orkest aangeleverde materiaal verfraait en transformeert.

Lees verder

“Scarlatti & Dvořák, Stabat Mater” door La Tempête o.l.v. Simon-Pierre Bestion, op het label Alpha.

Simon-Pierre Bestion heeft ervoor gekozen om twee Stabat Maters te spiegelen die meer dan 150 jaar uit elkaar liggen. “In deze twee werken voel ik dezelfde tonale taal, dezelfde uitdrukking van verdriet” zegt de oprichter van La Tempête… “Ik heb besloten om de orkestratie van Scarlatti te ‘vergroten’ en die van Dvořák te ‘verminderen’, zodat ze elkaar kunnen ontmoeten. Aan het Stabat Mater van Scarlatti heb ik strijkerspartijen toegevoegd, soms met een verdubbeling van de zanglijnen, colla parte, zoals vaak werd gedaan in die periode: dit voegt een extra timbre toe aan de stem. Voor het Stabat Mater van Dvořák heb ik de originele pianopartij getranscribeerd in de minimale orkestrale dimensie, dat wil zeggen, voor strijkers. Hierdoor ontstaat een gemeenschappelijke klankwereld tussen de twee werken – ik zou zelfs zeggen dat ze dezelfde soort lyriek gemeen hebben, waarbij de klankkleuren van piano, orgel en theorbe extra opvallen”.

Lees verder

“La Nascita del Violoncello Napoli – Bologna – Modena” door Les Basses Réunies o.l.v. Bruno Cocset op het label Alpha. Een prachtuitgave!

Met dit rijk geïllustreerd cd-boek voltooit Bruno Cocset zijn Nascita del Violoncello. Na een eerste deel gepubliceerd in 2011, gewijd aan Bologna en zijn eerste repertoire voor cello (Vitali, Gabrielli, Jacchini), heruitgegeven in deze box, presenteert hij met Les Basses Réunies, een nieuwe opname gewijd aan Napels, van de renaissancecomponist Diego Ortiz tot de dappere en virtuoze cello van Lanzetti en biedt twee gekruiste visies, twee benaderingen die een beter begrip geven van de identiteit van dit instrument. De hier gebruikte instrumenten, Cocset bespeelt er in totaal tien, getuigen zowel van deze reis als van de band die hem jarenlang heeft verbonden met zijn instrumentenbouwer, Charles Riché.

Lees verder

“Edition Hofkapelle, Vol. 2”, door Mikhail Ovrutsky (viool) en het Beethoven Orchester Bonn o.l.v. Dirk Kaftan, op het label MDG. Een heuse ontdekking!

Het Beethovenorkest Bonn, de legitieme opvolger van de oorspronkelijke 18e-eeuwse Hofkapelle, herschiep de sfeer van de hoofse muziekcultuur uit Beethovens jeugd, toen aristocratische dilettanten en reizende solisten het podium deelden met jonge virtuozen. Volume 2, met werken van Anton Reicha, Andreas Romberg en Paul Wineberger, dompelt de luisteraar onder in de natuurlijke akoestiek van de oorspronkelijke concertzaal waar deze composities ooit in première gingen.

Lees verder