De Oostenrijkse schrijver en Nobelprijswinnaar, Peter Handke werd in 1942, geboren in Griffen (Grebinj in het Sloveens), in Karinthië. In “Nog altijd storm” keert hij terug naar zijn geboortestreek. Daar, in het dorpje Jaunfeld (Podjuna in het Sloveens), in het hart van de Sloveense nederzetting, komen zijn familieleden samen, zijn grootouders, drie ooms en een tante (drie broers en een zuster van zijn moeder), zijn moeder en hijzelf.
Karinthië (Kärnten in het Duits, Koroška in het Sloveens), is vandaag een Oostenrijkse deelstaat (Bundesland). Dat was ooit anders. Na de Eerste Wereldoorlog viel Oostenrijk-Hongarije uiteen. Karinthië ontstond daarop in 1920 uit het hoofddeel van het hertogdom Karinthië, een gewezen hertogdom binnen het Heilig Roomse Rijk en sinds 1848, een “kroonland” in Cisleithanië binnen het Oostenrijkse keizerrijk. Het nieuwe Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen (het latere Joegoslavië) maakte echter aanspraak op het zuidoosten van Karinthië, waar veel Slovenen woonden, en bezette het gebied. Bij een volksstemming in oktober 1920, sprak maar van de helft van de kiezers zich uit voor aansluiting bij Oostenrijk, maar veel Slovenen voelden zich verwant aan de Serviërs.
Oostenrijk verzekerde dat de Sloveense cultuur niet onderdrukt zou worden maar deze belofte werd totaal niet nagekomen na de opkomst van het nationaalsocialisme. Integendeel, de situatie verslechterde na de Anschluss in 1938, en escaleerde in 1942, toen het gebied het doelwit werd van acties van Sloveense partizanen, en Sloveense families, afgesnauwd in het Duits, massaal uit hun huizen werden verdreven en velen van hen gedeporteerd werden naar concentratiekampen, zoals Ravensbrück. Voor “Nog altijd storm” raadpleegde Handke trouwens berichten (“Erinnerungsberichte”) van Sloveense partizanen o.a. “Gamsi na plazu” (“Partizanenstrijd”), vertaald als “Gemsen auf der Lawine”, van Karel Prušnik (schuilnaam, Gašper) (1910-1980), lid van “Osvobodilna fronta” (Sloveens Bevrijdingsfront).
Peter Handke werd geboren in het huis van zijn grootvader Gregor Sivec Siutz in de wijk Altenmarkt (Stara vas in het Sloveens) in Griffen. Zijn Karinthisch-Sloveense moeder, Maria Handke, (geb. Sivec (Siutz) ontmoette in 1942, zijn biologische vader, de (toen reeds gehuwde), Duitse bankbediende, Erich Schönemann, die als soldaat in Karinthië was gestationeerd. Vóór de geboorte van Peter trouwde zijn moeder weliswaar met de Berlijnse tramconducteur en Wehrmacht-soldaat, Adolf Bruno Handke, Handke’s latere stiefvader. Peter Handke ontdekte pas in 1961 wie zijn eigenlijke, biologische vader was.
De laatste decennia richtte de schrijver zich intensief op de Servische voorgeschiedenis van zijn familie. De verlening in 2019, van de Nobelprijs aan Handke (eerder kreeg hij o.a. de Georg-Büchner en de Grote Oostenrijkse Staatsprijs), leidde echter tot internationale kritiek en verdeeldheid vanwege zijn morele steun aan de Servische leider, Slobodan Milošević tijdens de gruwelijke Joegoslavische Burgeroorlog (1991-1999). Nabestaanden van de ruim 7000 tot 8000 moslimjongens en moslimmannen, die tijdens het Bloedbad van Srebrenica in juli 1995, door Bosnisch-Servische troepen werden vermoord, hebben in december 2019, fel geprotesteerd bij de prijsuitreiking.
Daarenboven kwam Handke eerder in opspraak door de publicatie in 1996, van de beschrijving van zijn 4 weken durende reis doorheen Servië in 1995, “Eine winterliche Reise zu den Flüssen Donau, Save, Morawa und Drina oder Gerechtigkeit für Serbien”. Deze publicatie werd in 2000 gevolgd door een tweede “Reisebericht”, “Unter Tränen fragend. Nachträgliche Aufzeichnungen von zwei Jugoslawien-Durchquerungen im Krieg, März und April 1999“.
Uitgerekend in mei 1999, werd Milošević door het Internationaal Joegoslavië-tribunaal in Den Haag aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. In april 2001, werd hij in zijn villa in Dedinje, een wijk van Belgrado, gearresteerd en stond vervolgens vanaf mei 2002, terecht voor het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag. In maart 2004, ondertekende Peter Handke samen met o.a. Harold Pinter, (Nobelprijs voor Literatuur in 2005), een oproep ter verdediging van Slobodan Milošević, en nog in hetzelfde jaar bezocht hij Milošević in de gevangenis in Scheveningen/Den Haag. Slobodan Milošević overleed in 2006 in zijn cel.
“Nog altijd storm”, geschreven in Chaville, een voorstad van Parijs nabij Versailles, kan beschouwd worden als een vervolg op Handke’s “Ongewenst ongeluk” (“Wünschloses Unglück”) uit 1972, over de dood van zijn moeder, en op “Nacht op de rivier, een vertelling” (“Die morawische Nacht, Erzählung”), zijn roman uit 2007, over een man die in zijn woonboot op de rivier Velika Morava (een zijrivier van de Donau in Centraal-Servië), in het dorpje Porodin, aan zijn vrienden zijn levensverhaal vertelt.
In “Nog altijd storm” ontmoeten we Handke’s familieleden langs moederszijde. Het zijn naast zijn moeder en zijn grootouders, Gregor, Jonatan, de oudste broer van zijn moeder, Valentin, de op een na oudste broer, Ursula, Snežena, de zus van zijn moeder, en Benjamin, de jongste broer. In een combinatie van het theatrale en het poëtische, het historische en het persoonlijke, overlappen seizoenen, tijden van conflict, oorlog en vrede elkaar.
De tekst opent met een prachtige beschrijving van het heideachtig gebied met zijn golvende velden en boerenschuren. Elk van de 5 hoofdstukken begint op een heide met op de achtergrond een appelboom en “ik” die op een bank zit. Het verhaal speelt zich vanaf 1936, telkens af in een ander jaar van de familiegeschiedenis, een gewelddadig verleden, waarin steeds opnieuw een ander buurland het gebied annexeert. Door de gesprekken heen wordt de complexe vervlechting tussen heden en verleden intens voelbaar, in de taal, in de mensen en hun handelingen, in de gebruiksvoorwerpen en in de landschappen. De familie, en vooral Gregor, de oudste broer van zijn moeder, wil daarbij de streektaal, het Jaunfelds, blijven spreken. Handke’s bijzonder mooie tekst met grondige kennis van de plaatselijke geschiedenis, is dan ook doorweven met Sloveense woorden en begrippen.
Het “Familien- und Geschichtsdrama”, “Immer noch Sturm” werd uit het Duits vertaald door de Nederlandse schrijver, vertaler en beeldend kunstenares, Miek Zwamborn (foto). Zeker lezen!
Peter Handke Nog altijd storm 157 bladz. uitg. Van Oorschot ISBN 9789028251335