Ontdek “Alois Hába, Complete Piano Works” door Miroslav Beinhauer, op het label Supraphon.

Begin jaren ’20 behoorde de Tsjechische componist Alois Hába (1893-1973) tot de Europese avant-garde. Geïnspireerd door een recital in Wenen van de Duitse pianist en componist, Willi von Möllendorff (1872-1934) op een kwarttoonharmonium (Bichromatisches Harmonium), componeerde Alois Hába in 1922/1923, 3 Suites in het kwarttoonsysteem, voor twee speciaal daarvoor gebouwde en in kwarttoon gestemde piano’s. De eerste Suite componeerde hij nl. voor 2 piano’s, de andere 2 voor piano solo. De cd van Miroslav Beinhauer bevat weliswaar de eerste complete opname van de werken voor “gewone” piano van Hába. Hoewel hij de geschiedenis van de 20ste-eeuwse muziek is ingegaan als een experimentator, bevatten zijn hier opgenomen composities geen micro-intervallen. 

Alois Hába studeerde in Wenen en Berlijn bij Franz Schreker, bestudeerde de tonale principes van niet-Europese muziek en ontwikkelde zijn eigen theorie over micro-intervallen. Zijn enthousiasme voor microtonale muziek beperkte de perceptie van zijn creatief nalatenschap echter tot de experimentele component ervan, hoewel meer dan de helft van zijn werken, composities in het gebruikelijk systeem van halve tonen waren. Zoals hij zelf zei, probeerde hij “de weg te vinden van een niet-traditionele opleiding naar artistiek onafhankelijk creatief werk met sterk gewijzigde harmonie en melodie, om zo te komen tot een persoonlijke expressievorm die de lijn volgt van Bach naar Schumann en verder naar Reger”. Hij bereikte dit doel in de Sonate op. 3, waarvoor hij veel lof ontving van Schreker, terwijl Vitezslav Novak het een ‘sonate voor drie handen’ noemde.

Erwin Schulhoff (1894-1942) (foto) speelde de Twee Grotesken in 1922 in Berlijn in première, samen met composities van Satie, Casella en Stravinsky. Na de Toccata quasi una fantasia (1931) hervatte Hába 40 jaar later, aan het eind van zijn leven, zijn pianomuziek met zijn Zes Stemmingen.

Miroslav Beinhauer (1993), een pianist die zich specifiek richt op hedendaagse muziek en muziek uit de 20ste eeuw, studeerde aan de Janáček Academie voor Muziek en Podiumkunsten in Brno bij Helena Weiser, aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen bij Jan Jiracek von Arnim, en aan het Koninklijk Conservatorium van Gent bij Daan Vandewalle. Naast piano is Miroslav Beinhauer waarschijnlijk de enige persoon ter wereld die het zesde-toons harmonium (foto) van Alois Hába beheerst. Zijn betrokkenheid bij het instrument begon met zijn deelname aan de allereerste uitvoering van Hába’s zesde-toonsopera “Přijd’ králoství Tvé” (“Uw Koninkrijk Kome”) uit  1937-1942, en ging verder met een opname van Hába’s enige solowerk voor het instrument, Zes stukken voor een zesde-toons harmonium op. 37.

Tracklist:

CD 1:

Sonata in E flat minor (1914)

Three Fugues (1918)

Variations on a Canon of Robert Schumann, Op. 1b (1918)

Two Pieces, Op. 2 (1918)

Sonata, Op. 3 (1919)

CD 2:

Six Pieces, Op. 6 (1920)

Two Grotesques (1920/1921)

Romance, Waltz (1921)

Four Modern Dances, Op. 39 (1926)

Shimmy – Fox (1926)

Toccata quasi una fantasia, Op. 38 (1931)

Six Moods, Op. 102 (1971)

Alois Hába Complete Piano Works Miroslav Beinhauer 2 cd Supraphon SU43572