Op deze cd presenteert het Rundfunkorkest München, onder leiding van voormalig chef-dirigent Roberto Abbado, de orkestrale versies van de dansen. Johannes Brahms had de Hongaarse melodieën en toonladders leren kennen via de Hongaarse violist Eduard Reményi, met wie hij in 1853 zijn eerste concertreis maakte. In zijn Hongaarse Dansen combineerde Brahms op kundige wijze verschillende Hongaarse volksmelodieën met zijn eigen melodieën.

Van de 21 Hongaarse dansen WoO 1, oorspronkelijk als “Gebrauchs- und Hausmusik” voor vierhandig piano gecomponeerd, zijn alleen de nummers 11, 14 en 16, originele composities van Brahms. De melodieën van de andere dansen zijn bewerkingen van bestaande melodieën, geen volksliederen van zigeuners zoals vaak wordt aangenomen, maar thema’s van componisten zoals Windt (Emma csárdás), Rizner (Tolnai Lakadalmas), Béla Kéler (Souvenir de Bártfai), Merty (Souvenir de Kalocsay), Frank Szabady (Louisa csárdás, naar Donizetti) of Travnik, die Brahms kende via de violist Eduard Reményi. Nummer 15 was daarenboven gebaseerd op de twaalfde rapsodie van Liszt, naar het allegretto giocoso uit de aria, “Tu che a Dio spiegasti l’ali” van Edgardo, uit de 3de akte van “Lucia di Lammermoor“, van Gaetano Donizetti.

Brahms componeerde de Hongaarse dansen in de jaren 1858-1869, in de oorspronkelijke versie voor vierhandig piano. Later maakte hij van de eerste 10 dansen een transcriptie voor piano solo en in 1874, een transcriptie voor orkest van de dansen nrs. 1, 3 en 10, Deze werden in februari 1874 onder zijn leiding, in Leipzig in première gespeeld. De andere dansen werden georkestreerd door Albert Parlow (nrs.5 & 6 en nrs. 11 t.e.m. 16), Hans Gál (nrs.8 & 9), Martin Schmeling (nr.7), Johan Andreas Hallén (nr.2), Paul Juon (nr.4) en Antonín Dvořák (nrs. 17 t.e.m. 21). Van de eerste tien dansen maakte Joseph Joachim overigens in 1871, een versie voor viool en piano, in 1880 gevolgd door de overige elf.

De Italiaanse dirigent Roberto Abbado (1954) is artistiek partner van het Saint Paul Chamber Orchestra. In 2015 werd hij benoemd tot muziekdirecteur van het Palau de les Arts Reina Sofia in Valencia en sinds 2018 is hij muziekdirecteur van het Festival Verdi in Parma. Voorheen bekleedde hij de positie van chef-dirigent van het Münchner Rundfunkorchester. Roberto Abbado, geboren in een muzikale familie, is de zoon van pianist en componist Marcello Abbado , die meer dan twintig jaar directeur was van het Conservatorio di Musica “Giuseppe Verdi” in Milaan. Zijn grootvader was de violist en muziekleraar Michelangelo Abbado en zijn oom dirigent Claudio Abbado. In zijn tienerjaren studeerde hij aan het Conservatorio “G. Rossini” in Pesaro en vervolgens piano bij Paolo Bordoni en compositie bij Bruno Bettinelli aan het Conservatorium van Milaan. Hij studeerde directie bij Mario Gusella in Milaan en Franco Ferrara aan het Teatro La Fenice in Venetië en de Accademia Nazionale di Santa Cecilia in Rome en volgde in 1975, ook de (laatste) zomercursus van de legendarische dirigent, Hans Swarowsky in Wenen.

Johannes Brahms Ungarische Tänze Roberto Abbado Münchner Rundfunkorchester cd BR Klassik 900899