Giovanni Antonio Rigatti, Vespro della Beata Vergine”, door I Disinvolti en UtFaSol Ensemble o.l.v. Massimo Lombardi, op het label ARCANA.

Tijdens de vroege middeleeuwen kwam het dogma, ‘Maria altijd Maagd’ tot stand. Het was een uitwerking van het geloof van de kerkvaders en de Vroege Kerk in de altijddurende maagdelijkheid van Maria, op basis van het geloof dat God in zijn heilsplan gewild heeft dat zijn Zoon, geboren werd uit een blijvend maagdelijke, aan God toegewijde vrouw. Tijdens de late middeleeuwen kwam de Mariaverering tot grote bloei. Er werden tal van aan Maria gewijde kerken gebouwd, er werden Mariabeelden en schilderijen gemaakt, er werden Mariahymnen/antifonen zoals Salve Regina, Alma Redemptoris Mater, Ave Regina Caelorum en Regina Coeli, gecomponeerd. Verschillende Mariagebeden, zoals het Ave Maria, kenden hun oorsprong in deze periode, en Mariafeesten werden aan de liturgie toegevoegd.Tijdens de renaissance kwam de aan Maria gewijde kunst tot een ongekend hoogtepunt. De protestantse Reformatie in de 16de eeuw beschouwde de Maria devotie als bijgeloof en zag er een bedreiging in voor het geloof in Jezus Christus als enige Verlosser en Middelaar. In protestantse landen werd mariale en andere religieuze kunst vernietigd. De Contrareformatie waarmee de katholieke kerk op de protestantse Reformatie reageerde, bracht de Mariaverering weer tot grote bloei. Ze werd kleurrijker en gevarieerder dan ooit en veel mariologische geschriften, nieuwe processies, bedevaarten, hymnen en litanieën, en aan Maria gewijde kloosterorden, zagen het licht. De term “Vespers” uit de “Vespro della Beata Vergine” (“Vesperæ in Festis Beatæ Mariæ Virginis”) (avondgebeden) is ontleend aan de uren van het goddelijk officie, een reeks dagelijkse gebeden van de katholieke kerk.Omdat de vespers het enige officie waren waarbij vanaf de vroegste tijden, meerstemmige zang was toegestaan, waren ze van groot belang voor de geschiedenis van de geestelijke muziek. De psalmen en hymnen van de vespers hebben dan ook veel componisten geïnspireerd. Devotie tot de Maagd Maria was een machtige kracht in het Venetiaans religieus leven. Het gevoel dat de stad de bijzondere bescherming genoot van de Maagd werd versterkt toen paus Pius V, paus van 1566 tot zijn overlijden in 1572, verklaarde dat de overwinning van de Venetianen op de Turken in 1571 bij de slag bij Lepanto, te danken was aan de tussenkomst van de Madonna van de Rozenkrans. De vele polyfone toonzettingen van de Litanie van de Heilige Maagd waren het gevolg van de hernieuwde golf van Mariaverering die volgde op de overwinning bij Lepanto. De slag bij Lepanto, de vroegere, Griekse havenstad Náfpaktos, aan de Golf van Korinthe, was een zeeslag tussen de christelijke Heilige Liga en het islamitisch Ottomaans Rijk over de beheersing van het oostelijk Middellands Zeegebied.  Pius V (foto) voegde Thomas van Aquino toe aan de lijst van kerkleraren en was de patroon van Giovanni Pierluigi da Palestrina.Giovanni Antonio Rigatti (ca. 1613-1648) geboren in Venetië, werd koorknaap in San Marco in 1621 en kreeg een opleiding voor een carrière in de kerk. Van 1635 tot 1637, was hij kapelmeester van de kathedraal van Udine. In 1639 begon hij les te geven aan de Ospedale dei Mendicanti en later ook aan de Ospedale degli Incurabili. Aan het einde van zijn leven werd hij sottocanonico van San Marco, maar hij overleed reeds na pas vijftien maanden in functie.Rigatti publiceerde twee collecties wereldlijke muziek, respectievelijk in 1636 en 1641. Het grootste deel van zijn oeuvre bestaat weliswaar uit religieuze muziek. In 1634 publiceerde hij nl. een verzameling motetten, die werden gevolgd door acht edities. Daarnaast werden bepaalde van zijn composities in bloemlezingen opgenomen. De meeste van zijn composities bevatten obbligato-partijen voor instrumenten. Een groot deel van zijn religieus oeuvre kan in verschillende bezettingen worden uitgevoerd, van een kleine groep stemmen en instrumenten tot een groot ensemble met een ripieno koor en aanvullende instrumenten. Tussen 1640 en 1648 verschenen drie bundels missen en psalmen van Rigatti. De eerste, met een bezetting die varieert van drie tot acht stemmen, met twee violen en andere instrumenten ad libitum, wordt algemeen beschouwd als zijn belangrijkste bijdrage aan de religieuze muziek. In de twee andere collecties reduceerde Rigatti het aantal stemmen.De muziek op deze cd is afkomstig uit de tweede collectie, “Messa e salmi ariosi a tre voci concertati”, die oorspronkelijk werd gedrukt in 1641/42, maar pas bewaard is gebleven in een herdruk uit 1643. Het feit dat het opnieuw werd herdrukt in 1657 geeft aan dat het in hoog aanzien stond. Veel collecties liturgische muziek bevatten stukken voor grote bezettingen, waardoor ze nogal onpraktisch waren voor kleinere kerken en kapellen. De charme van deze collectie is het kleine aantal stemmen. Maar ook grotere bezettingen zouden er gebruik van kunnen maken, aangezien een vierstemmig ripieno koor kan worden toegevoegd. Bovendien was men vrij om instrumenten toe te voegen om samen te spelen. Voor deze uitvoeringen heeft men ervoor gekozen om zich te beperken tot solostemmen.  Sommige werken worden aangevuld met cornetten en sackbuts.Naast van Giovanni Antonio Rigatti, ontdekt u op deze cd, werk van Andrea Gabrieli (1510-1586), Carlo Milanuzzi (1590-1647), Giovanni Battista Riccio (1570-1630), Serafino Patta (actief tussen 1606-1619)), Adriano Banchieri (1567-1634), Francesco Usper (1561-1641) en Gioanpietro del Buono (1641-1652). Een meerwaarde van deze opname is dat de zangers de spraakachtige manier van zingen waar deze muziek om vraagt, volledig beheersen. Massimo Altieri, Massimo Lombardi (tenor) en Guglielmo Buonsanti (bas) hebben fijne stemmen, die perfect geschikt zijn voor dit soort repertoire. Hun dictie en articulatie is erg goed, wat een voorwaarde is voor een uitvoering die recht doet aan de psalmen en motetten met expressieve passages. De instrumentalisten leveren uitstekende prestaties, zowel in de vocale stukken als in de louter instrumentale werken. De cd werd opgenomen in de Chiesa dei Santi Filippo e Giacomo, Monte Magrè (Schio, Vicenza), in Italië.Giovanni Antonio Rigatti Vespro della Beata Vergine I Disinvolti UtFaSol Ensemble Massimo Lombardi cd ARCANA A121