LA MUSIQUE DE WATTEAU: THE MUSIC LESSON

« Le flou voluptueux et embrumé des paysages de Watteau ». (Julien Gracq).

 Harmonia mundi bracht n.a.v de Watteau-tentoonstelling in Brussel,  in samenwerking met BOZAR, een dubbel-cd uit: “La Musique de Watteau, The Music Lesson”. Het gaat om  twee cd’s en een heel mooi, geïllustreerd  boekje met o.a. uitgebreide tekst in het  Nederlands. De cd’s willen  een muzikale bloemlezing  bieden van de muziek ten tijde van de Franse schilder Antoine Watteau (1684-1721).

De eerste cd, “Galerie sonore”, bevat composities van Marc-Antoine Charpentier, André Campra, Jean-Baptiste Lully, Antonio Martin-I-Coll, Louis-Nicolas Clérambault, Francesco Geminiani en Jean-Féry Rebel. Die composities staan in verband met een schilderij of een tekening van Watteau, die afgebeeld staan in het bijhorend boekje, bij de werken op de Tracklist. De tweede cd “Un concert chez Crozat” is een evocatie van een concert in het muzikaal salon, ten huize  van Pierre Crozat,  een belangrijke mecenas van Watteau.

De cd

Deze cd met boekje, uitgebracht ter gelegenheid van ‘Watteau, la leçon de musique’, de tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, is een uitnodiging om naar de muziek te luisteren in het werk Watteau. Op de cd werk van Franse en Italiaanse componisten, Antonio Vivaldi, Michel Pignolet de Montéclair, Pietro-Antonio Locatelli, Alessandro Scarlatti, Marin Marais, en François Couperin.

Uitvoerders zijn o.a. Les Arts Florissants o.l.v. William Christie, de London Oboe Band o.l.v. Paul Goodwin, Armoniosi Concerti o.l.v. Juan Carlos Rivera, The English Concert o.l.v. Laurence Cummings, met Maurice Steger, blokfluit, het Ensemble 415 van Chiara Banchini, het Freiburger Barockorchester o.l.v. Gottfried von der Goltz, de alt Bernarda Finck, sopraan Agnès Mellon, de Akademie für Alte Musik Berlin o.l.v. Georg Kallweit of René Jacobs, Juan Manuel Quintana (gamba), Christophe Rousset, en Paul O’Dette, luit en gitaar.

We ontdekken een chaconne uit de Flores de Música  en Ramillete oloroso: suabes flores de música para órgano van de toch wel onbekende, Spaanse organist Antonio Martín y Coll, werkzaam rond 1714-1734, (geboren in 1660?), wiens ‘Danza del Hacha’ we hebben mogen leren kennen dankzij Jordi Savall & Hesperion XXI.

Hoe zeer beide cd’s een muzikaal beeld willen brengen van de Franse en Italiaanse muziek ten tijde van Watteau, is het een beetje jammer dat de samenstellers het niet zo nauw hebben genomen met de exacte chronologie. De muziek op de eerste cd is nl. muziek die stilistisch niet volledig strookt met de Régence-stijl van Watteau. Had men een striktere chronologie gevolgd, hadden we op de cd’s ook muziek  ontdekt  van  Jean-Baptiste Besard (1567-1625), Henry Desmarest (1661-1741), André Cardinal Destouches (1672-1749), Michel-Richard de Lalande (1657-1726), Élisabeth Jacquet de La Guerre (1665-1729), Louis Marchand (1669-1732), Jean-Baptiste Morin (1677-1745), Gaspard Corrette (ca.1677- voor 1733), Pierre Danican Philidor (1681-1731), Jean-François Dandrieu (1682-1738), François d’Agincourt (1684-1758), Louis-Antoine Dornel (1685-1756 of 1765), Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755) en Julie Pinel (1710-1737). Ik bedoel maar, Italiaanse componisten hoefden er eigenlijk niet echt bij. Te meer, daar de Commedia dell’arte-stijl, rond 1700, eigenlijk in verval raakte door de concurrentie van het Franse toneel (Marivaux) en van het melodrama, en door de theaterhervormingen van Carlo Goldoni (17071793). Bekende sleutelwoorden als raison en esprit, moesten plaats maken voor coeur, âme en sentiment. De kunst van placage,  marqueterie,  dorure à feuille d’or en bronzes dorés au mercure, van galanterie, éducation en van de  esprit des aristocrates proches de la cour, van de bergères à oreilles, tabourets, buffets, commodes,  tables de toilette  en bois massif ciré  en van consoles d’appliques en  consoles de milieu, was nu net de nieuwe overgang van de Barokke Louis XIV-stijl naar de verfijnde kunst van de Louis XV-rococo. De intimité en raffinement van espagnolettes, masques féminins, coquilles, palmettes, tournesols, feuilles godronnées, feuilles d’acanthe, plumes de paon en  pagodes, hadden nog weinig uitstaans met de logge, pompeuze, symmetrische barok van Charpentier en Lully, Le Brun en Le Veau.

Maar, deze dubbel-cd mag, hoe dan ook, niet ontsnappen  aan uw aandacht. Want, ze brengt een heel mooi sfeerbeeld  van de « Pèlerinages à l’île de Cythère », « L’Enseigne de Gersaint », « La Proposition embarrassante »,  « Le Plaisir pastoral », « Le Donneur de sérénades », « L’Accord parfait » of van « L’Amour désarmé », van Watteau, de schilder die de gebroeders Goncourt in hun « L’Art au XVIIIe siècle » (1881), « le grand poète  du siècle passé” noemden. Lees voor de gelegenheid eens “Fêtes Galantes” van Verlaine en luister daardoor uiteraard ook naar Debussy en Fauré (le son de l’infini de “Clair de Lune”), en,  kijk voor de gelegenheid ook eens naar de film “Ce que mes yeux ont vu”. Want, in deze film, naar het boek “Watteau et les femmes” van Philippe Sollers,  bereidt Lucie haar thesis voor over schilderijen van…Antoine Watteau.

Wie was Watteau?

Watteau was als schilder en tekenaar een typische exponent van de Régence (1705-1723), toen Frankrijk in naam van de minderjarige koning Lodewijk XV, bestuurd werd door een regentFilips van Orléans, de zoon van Filips I van Orléans, broer van Lodewijk XIV. De Régence-tijd kenmerkte zich aanvankelijk door de economische ontwikkeling van het bankwezen (Banque Royale), de journalistiek en de Compagnie des Indes, die de kostbare, uitheemse houtsoorten voor de nieuwe interieurkunst bezorgde, maar ook door een vroegtijdig bankroet (in 1720) van de toenmalige nouveaux riches. Het was de tijd van Saint-Simon, van de Franse clavecinisten, van komedies en literaire salons, en van “Les peintres de fêtes galantes et de concerts champêtres”, Nicolas Lancret, Jean-Baptiste Pater (net als Watteau uit Valenciennes),  Claude Gillot, Jean-Marc Nattier, Jean-Baptiste Oudry, Nicolas Bertin, Thomas Restout en Antoine Watteau. Zij zijn echter niet aanwezig op de tentoonstelling en worden « vervangen » door François Boucher, Benoît Audran II en Charles-Nicolas Cochin, die grafisch werk hebben gemaakt naar schilderijen van Watteau.

De in die tijd typische « toiles aux thèmes anecdotiques » van Claude Gillot (1673-1722) uit Langres, « Les deux carrosses », « Arlequin empereur dans la lune » of « Embarquement pour Cythère » hadden grote invloed op Watteau, die de uitbeelding van deze taferelen, in navolging van Gillot, verder zette. Watteau inspireerde op zijn beurt de landelijke feesten en arcadische taferelen van Jean-Baptiste Pater (1695-1736). Watteau kwam in contact met muziek door de broers Crozat.

Antoine Crozat, marquis du Chatel, (1655-1738) was als slavenhandelaar (la traite négrière) één van de rijkste mannen van Frankrijk geworden en was tussen 1712 en 1717, eigenaar (propriétaire/actionnaire) van la Louisiane (le privilège du commerce de la Louisiane Française), en oprichter van de Compagnie du Mississippi. Louisiana stond in die dagen danig in de actualiteit dat daarom, in “Manon Lescaut” uit (1728-31), Manon veroordeeld wordt tot deportatie naar…La Louisiane.

Zijn broer was Pierre Crozat (1661-1740), trésorier de France à Montauban, trésorier des États de Languedoc. Hij kocht in 1702 het kasteel van de hofschilder Charles Le Brun in Montmorency. Het was daar dat Watteau verbleef en schilderijen maakte van het park. Pierre Crozat bezat een indrukwekkende verzameling Venetiaanse en Vlaamse meesters, waarvan een deel, door tussenkomst van Diderot, in het bezit kwam van de Russische tsarina Catherina de Grote, en daarom  nu te bewonderen is in het Hermitage in Petersburg. De broers Crozat bewoonden elk een hôtel particulier aan de  Place Vendôme in Parijs. Antoine had uit zijn huwelijk met Marguerite le Gendre d’Armeny, een dochter, Marie-Anne. Zij huwde met Louis Henri de La Tour d’Auvergne, comte d’Évreux, die een zoon was van  Marie Anne Mancini. Marie Anne Mancini was de  dochter van de neef van Turenne, was één van de zeven  nichten (Mazarinettes) van kardinaal Jules Mazarin, en was in Château-Thierry, de beschermvrouwe van Jean de La Fontaine. Om u maar een idee te geven.

Veel kijk- en luisterplezier.