“Fiddler’s Blues”, de schitterende, nieuwe cd van topviolist Philippe Graffin, op het label AVIE.

De Franse topviolist Philippe Graffin en de Franse pianiste, Claire Désert, stelden een verrassend programma samen met minder bekend werk van en rond Debussy, Eugène Ysaÿe, George Enescu en Ravel. Niet te missen.

Op zijn nieuwe cd “Fiddler’s Blues” staan de Sonate posthume pour violon seul, op. 27bis en “Petite Fantasie romantique” van Eugène Ysaÿe (foto), de Vioolsonate nr. 2 in G en “Berceuse sur le nom de Gabriel Fauré” van Ravel, “Claire de lune” in een arrangement voor viool solo door David Matthews en Philippe Graffin, en de Vioolsonate nr. 3 in la klein, op. 25 (“Dans le caractère populaire roumain”, 1926) en “Hora Unirei” (1917), van George Enescu.

De virtuositeit van Philippe Graffin gecombineerd met zijn vaardigheden als onderzoeker, leidde tot de wereldpremière van een “Postume” solo vioolsonate van Eugène Ysaÿe, een verbazingwekkende ontdekking die voortaan de zes solo sonaten van de Belgische componist vervoegt. Graffin heeft het onvoltooid manuscript in de bibliotheek van het Conservatorium van Brussel opgegraven en de laatste beweging, Finale: Giocoso, op een Ysaÿe-achtige manier voltooid. Graffins voorliefde voor originele en intuïtieve programmering wordt toegepast op de cd “Fiddler’s Blues”, een combinatie van twee Ysaÿe-werken, waaronder een andere première, de “Petite fantasie romantique”, met twee volkse, Boheemse werken van George Enescu, een andere virtuoze violist-componist, geboren in Roemenië, die uit zijn land emigreerde en die zich, zoals Ysaÿe in Parijs vestigde.

Enescu was een klasgenoot van Maurice Ravel (foto), wiens “Berceuse sur le nom de Gabriel Faure”, een liefdevolle knipoog was naar hun leraar aan het Conservatorium van Parijs. Claude Debussy (foto) sloot vriendschap met Ysaÿe, maar Debussy componeerde niet voor solo viool. Voorstellend hoe een dergelijk werk eventueel zou hebben geklonken, maakte Graffin samen met de Britse componist, David Matthews (°1943), een arrangement voor viool solo van Debussy’s pianocompositie, “Claire de lune”.

Enescu componeerde zijn derde en tevens laatste Vioolsonate in een periode van ongeveer vier maanden in 1926, op een moment dat hij de laatste hand legde aan zijn opera “Œdipe”. De Sonate werd voor het eerst uitgevoerd in Oradea in het westen van Roemenië, in januari 1927, door de componist en de pianist Nicolae Caravia, die het kort daarna in Boekarest herhaalden. Enescu en Caravia speelden in maart 1927, ook de première in de Salle Gaveau in Parijs. Een andere bijzonder opvallende uitvoering vond plaats in Parijs in juni 1930, toen de componist een partnerschap had met Alfred Cortot (foto).

Enescu’s leerling Yehudi Menuhin maakte in 1936 een opname met zijn zuster Hephzibah op piano, en Enescu zelf nam het werk als violist tweemaal op, in 1943 met Dinu Lipatti en een paar jaar later met Céliny Chaillez-Richez. In mei 1946 speelde Yehudi Menuhin de vioolpartij, begeleid op piano door de componist. De sonate zorgde meteen voor enthousiasme op het moment van zijn première en is sindsdien de compositie van Enescu die de meeste aandacht heeft gekregen in de musicologische en kritische literatuur, met uitzondering van zijn opera, “Œdipe”. Het is ook het populairste werk van Enescu geworden na zijn twee Roemeense Rapsodieën.

De Franse topviolist Philippe Graffin (°1964) studeerde vanaf zijn 13 jaar aan het Nationaal Conservatorium van Parijs en behaalde er reeds op zijn 17de, een eerste prijs viool. Hij vervolgde zijn studie in de Verenigde Staten aan de Universiteit van Bloomington (Indiana) bij Josef Gingold en volgde les bij Philipp Hirschhorn. Door het behalen van de 2de prijs op de internationale wedstrijd “Fritz Kreisler” in 1987, werd hij opgemerkt door Yehudi Menuhin. Sindsdien speelt hij regelmatig met toporkesten zoals het Tsjechisch filharmonisch orkest, de Residentie van Den Haag, het Philharmonisch Orkest van Radio France, het Nash Ensemble, het Nationaal Orkest van Lyon e.a.

Naast regelmatige uitnodigingen op de belangrijkste festivals ter wereld, leidt hij sinds 1991 zijn eigen kamermuziekfestival in St Nazaire en organiseert hij concertreeksen in Wigmore Hall in Londen. Zijn talrijke, originele opnamen voor het Brits label “Hyperion”, omvatten o.a. de complete Sonaten van Ysaÿe, kamermuziek van Chausson (inclusief de wereldpremière van “Poème” in een versie voor strijkkwartet en piano), de drie Vioolconcerti van Saint-Saëns, en de Vioolsonaten van Goldmark, Bruno Walter, Pierre de Bréville en Joseph Canteloube, telkens met de pianist, Pascal Devoyon.

De Franse pianiste, Claire Désert (°1967) begon op haar vijfde met piano. Op veertienjarige leeftijd ging ze naar het Nationaal Conservatorium voor Muziek van Parijs en won er als leerlinge van de Franse componist Jean Hubeau, een eerste prijs kamermuziek. In 1985 won ze een eerste prijs piano met unanimiteit van de jury en kwam daarna in de klas van de Bulgaarse pianist Vensislav Yankoff. Ze kreeg een beurs van de Franse overheid en ging een jaar lang bij Evgeni Malinin aan het Tsjaikofski Conservatorium in Moskou studeren. Terug in Frankrijk kwam ze in de klas van de cellist Roland Pidoux en vervolmaakte zich verder in kamermuziek. Claire Desert is nu professor piano aan het Nationaal Conservatorium in Parijs.

Fiddler’s Blues Claude Debussy Eugène Ysaÿe George Enescu Maurice Ravel Philippe Graffin Claire Désert cd AVIE AV2399