Piano Quintet & Piano Quartet van Josef Labor, op het label Capriccio. Essentieel!

De Oostenrijkse pianist, organist en componist Josef Labor (1842-1924) was een invloedrijke muziekleraar en vriend van veel muzikale sleutelfiguren in Wenen. Labor werd geboren in Hořovice in Bohemen als zoon van een beheerder van ijzerfabrieken, en zijn vrouw Josefa Wallner, afkomstig uit een artsenfamilie. Toen hij drie jaar oud was, werd hij blind vanwege de pokken. 

Labor ging naar het Blindeninstituut in Wenen en het Konservatorium der Gesellschaft der Musikfreunde, waar hij compositie studeerde bij Simon Sechter, (de leraar van Bruckner), en piano bij Eduard Pickhert. Hij toerde als pianist door Europa en geraakte bevriend met koning Georg V van Hannover, die ook blind was. Georg benoemde hem in 1865 tot Hof pianist (Königlichen Kammerpianisten des Hannoveranischen Hofes). Het jaar daarop vestigden de twee mannen zich in Wenen, (de koning in exil), waar Labor orgel- en pianoles gaf. In 1904 ontving Labor de titel Kaiserlich und Königlich Hoforganist en is daarom vandaag het best bekend om zijn orgelwerken. Labor had interesse in oude muziek en schreef bv. continuo-partijen voor de sonates van Heinrich Biber.

Labor was de pianoleraar van veel opmerkelijke muzikale persoonlijkheden, onder wie Alma Mahler/Schindler, Paul Wittgenstein en Arnold Schoenberg. Alma Schindler studeerde 6 jaar bij Labour, beginnend toen ze 14 was, en haar dagboeken bevatten talloze verwijzingen naar haar gewaardeerde leraar. Labor was buitengewoon dicht bij de familie van Paul Wittgenstein. Hij woonde vele muzikale avonden in het Wittgenstein-huis bij met Weense en andere musici zoals Johannes Brahms, Clara Schumann, Gustav Mahler, Bruno Walter en Richard Strauss. Toen Wittgenstein zijn rechterarm verloor in de Eerste Wereldoorlog, was Josef Labor de eerste persoon die hij vroeg om een stuk voor piano-linkerhand te componeren. Wittgenstein gaf later werken voor de linkerhand in opdracht aan andere componisten, waaronder Strauss, Maurice Ravel, Benjamin Britten, Sergei Prokofiev en Franz Schmidt (de finale van Schmidt’s A major Clarinet Quintet – de laatste van zijn Wittgenstein-opdrachten – is een reeks variaties op een thema uit Labors eigen Klarinetkwintet, op. 11 gepubliceerd in 1901). De broer van Paul, de filosoof en schrijver Ludwig Wittgenstein, prees Josef Labor als één van ’de zes werkelijk grote componisten’, samen met Mozart, Haydn, Beethoven, Schubert en Brahms.

Tijdens zijn leven was Josef Labor een in heel Europa erkende pianist en organist en een beroemdheid van de Weense muziekscene. Tot nu toe is Josef Labor echter weinig bestudeerd in de muziekwetenschap. Labor was geen expressieve muzikant in de trant van de laat romantiek, die van zijn eigen leven het uitgangspunt van zijn kunst maakte. Hij was ook geen muzikale vernieuwer, noch gewoon conservatief. Het koppelingsprincipe is classicistische esthetiek, die veel waarde hecht aan een duidelijke formele structuur en evenwichtige verhoudingen. In deze naleving van de idealen van het Weens classicisme toonde hij zich niet onder de indruk van de heftige conflicten van die tijd tussen nieuwe Duitsers en aanhangers van Brahms. Tijdens zijn leven en in zijn generatie was Labour een buitenstaander als componist, een soort muzikale solitair, die zich op een heel speciale manier positioneerde, onafhankelijk van de tijdsgeest. Ontdek op deze cd zijn twee heel bijzondere kamermuziekwerken, o.a. zijn opvallend Kwintet voor piano, viool, altviool, cello en contrabas, uitgevoerd door Nina Karmon, viool, Pauline Sachse, altviool, Justus Grimm, cello, Niek de Grott, contrabas en Oliver Triendl, piano.

Josef Labor Piano Quintet Op. 3 Piano Quartet Op. 6 cd Capriccio C5390