Ontdek 4 Symfonieën en de vrijmetselaarscantate, “Joseph der Menschheit Segen” en “Klage auf den Todt Marien Theresien”, van Leopold Koželuch, op het label Naxos.

.

Naxos brengt de opname van de vrijmetselaarscantate van de in Bohemen geboren componist Leopold Koželuch, in wereldpremière. De cantate voor sopraan, koor en spreekstem, met een jubelende finale van welwillendheid, werd gecomponeerd in 1783 om tegemoet te komen aan het groeiend aantal vrijmetselaars in Wenen.

Leopold Koželuch (1747-1818) was een gewaardeerde tijdgenoot van Mozart en werd in veel kringen als de fijnere componist beschouwd. Hij was een vroege kampioen van de pianoforte en zijn pianosonates, voorbeelden en voorafschaduwing van deze van Beethoven en Schubert. zijn een schatkamer van de Weense klavierstijl uit de late 18de eeuw.

Koželuch werd geboren in Velvary (foto), ten noordwesten van Praag in 1747. Hij werd gedoopt Jan Antonín maar veranderde zijn naam in Leopold om verwarring met zijn oudere neef, ook een musicus, met dezelfde naam te voorkomen. Zijn Tsjechische familienaam Koželuh (‘tanner’) werd Koželuch om het beter beheersbaar te maken in het Duits. Neef Jan Antonín werd een van Leopolds vroegste leraren, samen met František Xavier Dušek, een bekende Tsjechische pianist en componist.

In 1778 verhuisde Koželuch, na enig succes als componist van balletmuziek en nadat hij zijn rechtenstudie had opgegeven, naar Wenen, het bloeiend muzikaal centrum van Europa en, zoals Mozart opmerkt, ‘het land van het klavier’. Koželuch kreeg al snel een goede reputatie als fortepianist, componist en leraar. In 1781 werd hij zo hoog gewaardeerd dat de aartsbisschop van Salzburg hem Mozarts voormalige functie als hoforganist aanbood.

Hij weigerde en zei later tegen een vriend: ‘Het gedrag van de aartsbisschop jegens Mozart heeft me meer dan wat dan ook afgeschrikt; want als hij zo iemand als hem zou kunnen verlaten, welke behandeling zou ik dan waarschijnlijk hebben gehad? In 1784 richtte Koželuch zijn eigen uitgeverij (Musikalisches Magazin) op in hetzelfde jaar als Hoffmeister en iets na Artaria (1778). en Torricella (1781). Dit was een ideaal middel om zijn composities te publiceren. Hij legde ook waardevolle en winstgevende contacten met Europese uitgevers, met name in Parijs (Boyer, Leduc en Sieber), Londen (Birchall, Longman en Bland) en Amsterdam. In 1792 volgde hij Mozart op als Kammer Kapellmeister en Hofmusik componist van keizer Franz II en bleef in die functie tot zijn overlijden in 1818. Na 1802 werd Koželuch geassocieerd met George Thomson, een man met een onverzadigbare honger naar Schotse, Ierse en Welshe volkslied arrangementen (andere bijdragers waren Pleyel, Haydn, Beethoven en Hummel).

Na een Introduzione, wisselt in de cantate, een melodrama af met koren en aria’s. De tekst van Leopold Föderi, neigde naar het christendom zonder te zijn bedoeld voor kerkelijk gebruik. Verteller van dienst in het melodrama is de bariton, Siegfried Gohritz (foto). Na de cantate, zingt de sopraan, Simona Eisinger, de twee aria’s, “Umbra noctis orbem tangit” (“Nachtschaduw raakt de wereld”) en “Quaeso ad me veni, sponse divine” “Kom naar mij, goddelijke bruid”). Daarna volgt een mis in C. Waarom en wanneer hij de mis componeerde is onbekend. Ze is kort maar bevat wel alle zeven delen van de gebruikelijke rooms-katholieke mis. Het programma eindigt met “Klage auf den Todt Marien Theresien” uit ca. 1781, een bijzonder mooi Lamento op tekst van de Jezuïet, Michael Denis, die leraar was aan het Jezuïeten college, Theresianum, in Wenen.

Bijzonder interessant is de zang van het Tsjechisch jongenskoor “Boni Pueri” (foto), een koor van tweehonderd stemmen die in Praag wonen en tussen de 4 en 18 jaar oud zijn. Het vertrouwen en betrokkenheid waarmee ze de muziek uitvoeren is opmerkelijk. De solide orkestrale uitvoering van het Tsjechisch Kamerorkest Pardubice met dirigent, Marek Stilec, zorgt voor een evenwichtige opname. Het bijbehorend boekje bevat de Engelse vertaling van de Duitse en Latijnse teksten.

Naast zijn invloed als pianist en vooraanstaand pianocomponist in Wenen, componeerde Leopold Kozeluch een verzameling symfonieën die tot de belangrijkste van zijn tijd behoren. De vier voorbeelden hier, gehoord in originele, gecorrigeerde edities met klavecimbel (Filip Dvořák), tonen een volledige beheersing van proportie, instrumentele controle en thematische ontwikkeling en stralen alle karakteristieke frisheid en verfijning uit. De ‘Symphony in B-flat’, met de titel ‘L’Irrésolu’, is vooral opmerkelijk, niet alleen als zijn meest ongewone werk in het genre, maar vanwege zijn pure, gedurfde expressiviteit. Warm aanbevolen.

Als een beschermeling van de San Francisco Symphony dirigent, Michael Tilson Thomas, is Marek Štilec een rijzende ster onder de jongere generatie Tsjechische dirigenten. Štilec werd geboren in Praag in 1985. Zijn familie was muzikaal en schreef hem in als student viool aan het conservatorium van Praag. Hij ging over op dirigeren en studeerde bij Oliver von Dohnányi en Leos Svárovský aan de Praagse Academie voor uitvoerende kunsten. Op 17-jarige leeftijd richtte hij zijn eigen ensemble op, het “Quattro Chamber Orchestra”. Een doorbraak kwam in 2010 in de vorm van een uitnodiging van Tilson Thomas om met hem te laten studeren onder auspiciën van de San Francisco Symphony. Stilec heeft verschillende orkesten geleid in de Tsjechische Republiek en elders, waaronder het Prague Philharmonic, het Czech National Symphony Orchestra en het Czech Radio Symphony Orchestra. In het buitenland heeft hij het Ulster Orchestra, het Orchestra of the Swan, de London Classical Soloists, de Graz Chamber Philharmonic en het National Philharmonic Orchestra of Moldova gedirigeerd.

Het is met “Fibich: Ouvertures; Balletmuziek uit Hedy”, met het Tsjechisch nationaal symfonieorkest, dat de naam van Štilec het meest is verspreid onder opnames. Hij werd nl. gecontracteerd door het Naxos-label om het orkest te leiden in een complete cyclus van de orkestmuziek van de Tsjechische componist Zdenek Fibich. Toen de cyclus in 2013 begon, was Fibich weinig bekend, buiten door enkele, beschrijvende romantische pianostukken. De cyclus van vijf cd’s werd in 2014 afgesloten met de ouvertures van Fibich en balletmuziek uit Hedy en dit leidde meteen tot meer opnamemogelijkheden voor Štilec. In 2017 namen hij en de Tsjechische Chamber Philharmonic, symfonische muziek op van de Tsjechische componist Leopold Koželuch, en het jaar daarop trad hij samen met het Prague Symphony Orchestra en de Martinu Voices op om de Cantate voor de kroning van Leopold II van Koželuch op te nemen, hetzelfde evenement waarvoor Mozart zijn opera “La clemenza di Tito” en het pianoconcerto nr. 26 in D, K. 537 (“Krönungskonzert”) componeerde. Marek Štilec, die toen een reputatie had opgebouwd als dirigent die zich naar believen naar de top van de Tsjechische muziek kon begeven, heeft ook het Hradec Králové Philharmonic Orchestra gedirigeerd in opnames voor het Arco Diva-label.

Leopold KOŽELUCH Joseph der Menschheit Segen (Masonic Cantata) Simona Eisinger Siegfried Gohritz Filip Dvořák Czech Boys Choir Boni Pueri Czech Chamber Philharmonic Orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8.573929

Leopold Koželuch Symphonies Vol. 3 Czech Chamber Philharmonic Orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8574047

https://www.stretto.be/2021/04/21/paul-wranitzky-orchestral-works-vol-1-door-het-czech-chamber-philharmonic-orchestra-pardubice-o-l-v-marek-stilec-op-het-label-naxos-heerlijk-mooie-muziek/

https://www.stretto.be/2018/05/14/cantate-voor-de-kroning-van-leopold-ii-hail-to-the-monarch-van-leopold-kozeluch-op-het-label-naxos/