Pedro António Avondano (1714-1782), “Il mondo della luna”, door Os Musicos Do Tejo o.l.v. Marcos Magalhaes, op het label Naxos. Heerlijk komisch en heerlijk mooi!

“Il mondo della luna” was een succesvol libretto van Carlo Goldoni dat getoonzet werd door verschillende componisten. Het vertelt het komisch verhaal over de misleide moralist, Buona Fede, die denkt dat hij op de maan is. Dit verhaal over illusie in botsing met liefde, jaloezie en machtsstrijd, werd door Avondano met sublieme lyrische en dramatische transparantie, op muziek gezet.Pedro António Avondano, een Portugese componist van Italiaanse afkomst, die, net als Domenico Scarlatti, vooral bekend is om zijn klavecimbelsonates en religieuze muziek, werd geboren en overleed in Lissabon. Zijn vader, Pietro Giorgio Avondano uit Genua, was als één van de vele Italiaanse musici aan het Portugese hof, violist aan het hof van João V (foto), hertog van Bragança, en van 1706 tot 1750, koning van Portugal. Er is weinig bekend over het leven van Pedro Avondano. Van José Mazza, in zijn “Dicionário biográfico de músios portugueses”, weten we dat Pedro Avondano, die in 1767 de titel van Ridder in de Orde van Christus verwierf, naar verluidt, ‘zijn leven verdiende met de viool, die zijn vader hem had geleerd, en dat hij die bij alle gelegenheden gebruikte, zowel kerkelijk als seculier, waar hij werd gevraagd om te spelen, en dat hij jarenlang in zijn eigen huis openbare bals had gegeven voor de “Assembleia das Naçoens Estrangeiras” (“De Vereniging van Buitenlanders in Lissabon”), die voornamelijk Engelsen waren. Deze concerten worden overigens beschouwd als de eerste bekende openbare concerten in Lissabon. Terwijl Avondano’s twee symfonieën doen denken aan Händel en Rameau, toont zijn trio de toen nieuwe, gevoelige stijl. De meeste composities van Avondano bevinden zich in Belgische en Duitse bibliotheken. De redenen hiervoor zijn nog niet bekend en het is ook nog onduidelijk waarom zijn oratorium “Het offer van Isaac” in het Duits werd gepubliceerd. Menuetten van hem werden dan weer uitgegeven in Londen.Pedro António Avondano werd op 16 april 1714 in Lissabon gedoopt. Zijn vader, Pietro Giorgio Avondano, afkomstig uit Genua, was reeds als 19-jarige, de eerste violist van de koninklijke kapel van John V. Zijn moeder werd geboren in de Franse stad, Nantes. Pedro António trad in de voetsporen van zijn vader en werkte tussen 1754 en 1782 als violist van de koninklijke kapel. Een van zijn taken was het componeren van muziek voor de balletten die bij operavoorstellingen werden gespeeld. In de tweede helft van de 18de eeuw was hij met klavierstukken, kamermuziek, met name menuetten, en orkestwerken op zijn naam, de belangrijkste componist van instrumentale muziek in Portugal. De Broederschap van Sint Cecilia was een religieuze organisatie in Lissabon die naastenliefde en broederschap onder musici promootte, maar ook optrad als gilde om hun professionele belangen te beschermen. Avondano speelde een sleutelrol bij het herstel in 1765. Hij richtte ook de Assembleia das Naçoens Estrangeiras op, een vereniging waarvan de leden twee keer per week, bij hem thuis bijeenkwamen om te kaarten, te dansen en concerten te geven. Hiervoor componeerde hij een groot aantal menuetten, waarvan er drie in Londen werden gepubliceerd, gefinancierd door de Britse gemeenschap in Lissabon.Pedro António Avondano was één van de belangrijke, Portugese componisten van de 18de eeuw. De anderen waren João Rodrigues Esteves, (1700-1751), een componist van religieuze muziek, de organisten, Carlos Seixas (1704-1742), Alberto Joseph Gomes da Silva (ca. 1713-1795) en Francisco António de Almeida (vóór 1722 – ca.1755), António Teixeira (1707 – na 1769), de koorleider van de kathedraal van Lissabon, Frei Jacinto do Sacramento (1712-1780?), een klavecinist en organist, de klavecinist, João de Sousa Carvalho (1745-1798), José Joaquim dos Santos (1747-1801), een leraar, componist, zanger, organist en dirigent, beroemd om een Stabat Mater, en João Pedro de Almeida Mota (1744-1817), die vele jaren in Spanje werkte.Carlo Goldoni (1707-1793) (foto), die zijn libretto “Il mondo della luna” in 1750, voor een dramma giocoso van Baldassare Galuppi (1706-1785) schreef, liet zich inspireren door Cyrano de Bergeracs, “Voyage dans la lune” (1650), en de komedie van Anne Mauduit de Fatouville (Nolant de Fatouville) uit Rouen (overleden in 1715), “Arlequin empereur dans la lune” (Parijs, 1684). Ook Haydn (“Die Welt auf dem Monde”), Paisiello, Niccolò Piccinni, en andere minder bekende componisten, hebben dit libretto op muziek gezet. De première van de opera van Galuppi was in januari 1750, in het Teatro San Moisè in Venetië. De “burletta”, “Il mondo della luna”, van Avondano, ging tijdens het carnaval van 1765 in het ondertussen verdwenen Real Teatro in het Portugese Salvaterra de Magos (Santarém), in première. Nog in datzelfde jaar werd het opgevoerd in het Teatre de la Santa Creu in Barcelona.De valse astronoom, Ecclitico, houdt van Clarice, zijn vriend Ernesto houdt van Flaminia. Zij en Clarice zijn de dochters van Buona Fede, een goedgelovige oude man. Ernesto’s knecht Cecco, houdt van Buona Fede’s dienstmeisje, Lisetta. De oude man wil Lisetta voor zichzelf en wil zijn dochters graag met edelen uithuwelijken. In samenspraak met Ernesto en Cecco, bedenkt Ecclitico een list. Hij houdt Buona Fede voor de gek door hem te laten denken dat ze naar de maan zijn gevlogen. Vervolgens maken de samenzweerders in de ‘wereld van de maan’ hun huwelijksplannen. Als hij ontdekt dat hij bedrogen is, is Buona Fede woedend, maar vergeeft uiteindelijk alle betrokkenen. Aan het einde concluderen de personages dat ze allemaal even gek zijn.De eerste akte (10 scènes) toont een terras in het huis van de nep-astronoom Ecclitico met een uitkijktoren en een telescoop. Het is een door sterren verlichte nacht, met volle maan. Ecclitico en zijn vier studenten zingen een hymne aan de maan, en Ecclitico beroemt zich erop hoe hij de dwazen kan bedriegen – zoals Buonafede, die nu verschijnt. Buonafede heeft geen idee wat de maan is. Ecclitico legt hem uit dat hij door zijn krachtige telescoop het doorzichtige oppervlak van de maan door de huizen heen kan zien en dames kan bespioneren terwijl ze zich uitkleden voor ze naar bed gaan. Buonafede probeert vervolgens de maan door de telescoop van Ecclitico te bekijken, terwijl de bedienden van Ecclitico karikaturen voor de lens van de telescoop plaatsen. De truc werkt. Buonafede beschrijft wat hij denkt te hebben gezien, een mooi jong meisje dat een oude man streelt, een echtgenoot die klaar staat om zijn vrouw te straffen voor haar ontrouw, en een man die zijn minnares domineert. Hij beloont Ecclitico met wat munten, alleen mijmert Ecclitico dat hij niet het geld van de oude man wil, maar dat hij zijn dochter, Clarice, wil trouwen. Ernesto, een edelman die verliefd is op Clarice’s zus Flaminia, en zijn dienaar Cecco (verliefd op Buonafede’s dienaar, Lisetta) voegen zich nu bij Ecclitico. Buonafede is van plan de zusters uit te huwelijken aan rijke vrijers. Ecclitico verzekert Ernesto en Cecco dat met een beetje geld, al hun moeilijkheden zullen worden opgelost. In een aria (“Begli occhi vezzosi”) bezingt Ernesto dat hij ongeduldig wacht op Flaminia, maar Cecco is er van zijn kant van overtuigd dat iedereen een spelletje speelt, en wijst nadrukkelijk op de komische kant van het leven.Een kamer in het huis van Buonafede (scène 7). De zussen Clarice en Flaminia dromen ervan te ontsnappen aan hun tirannieke vader, “Ragion nell’ alma siede regina de’ pensieri” (aria van Flaminia). Buonafede bespot de koppigheid van Clarice, maar ze reageert en bedreigt hem dat ze een echtgenoot voor zichzelf zal vinden als hij niet in staat is om voor haar te zorgen. De twee zussen zijn duidelijk verschillend. Clarice is bv. nuchter en vastberaden pragmatisch. Buonafede nodigt Lisetta (de meid van zijn dochters) uit om de wonderen die hij door de telescoop heeft gezien te delen in een poging haar voor zich te winnen. Geïnteresseerd in zijn geld, verzekert ze hem van haar liefde voor hem, haar trouw en haar deugden. Ecclitico arriveert en vertelt Buonafede dat de keizer van de maan hem voor zijn hof heeft uitgenodigd. Door een elixir te drinken wordt hij zogezegd naar de maan vervoerd. Buonafede komt in de verleiding om met hem mee te reizen en vraagt daarom om ook wat van de drank. Ecclitico stemt ermee in en, terwijl hij doet alsof hij de helft drinkt, geeft hij de rest aan Buonafede. Hij valt in slaap en droomt dat hij naar de maan vliegt. Clarice en Lisetta geloven dat hij dood is, en troosten zich reeds met de gedachte aan erfenis die op hen wacht.De 2de akte (14 scènes) toont Ecclitico’s tuin, danig ingericht om Buonafede ervan te overtuigen dat hij op de maan is. Ecclitico en Ernesto bespreken verder hun complot, “Buona Fede ancor dorme”, en wanneer Buonafede wakker wordt, is hij er effectief van overtuigd dat hij op de maan is. Hij wordt vermaakt door een ballet en Ecclitico vertelt hem dat hij het gezelschap zal krijgen van zijn dochters en zijn bediende. Cecco, de dienaar van Ernesto, verschijnt, vermomd als de keizer van de maan, met Ernesto als Hesperus, de Avondster (de planeet, Venus). Buonafede, opgetogen over het leven op de maan, wordt verder vermaakt door het ballet. Als Lisetta binnenkomt, probeert Buonafede haar het hof te maken, maar Cecco vraagt haar om keizerin van de maan te worden. Lisetta, die niet helemaal op de hoogte is van de plot, is verbaasd. De twee dochters arriveren en brengen hulde aan de keizer in een zogenaamde ceremonie. Flaminia vertrekt met Ernesto en Clarice met Ecclitico, terwijl Cecco zich voorbereidt om Lisetta tot keizerin te kronen. In de verwarring van de maskerade wordt Buonafede misleid om in te stemmen met de drie huwelijken. Hij realiseert zich pas dat hij bedrogen is, als het te laat is, kwartet, “Mia Principessa, mia Monarchessa, tutto vi dono, tutto, lo scettro e il cor” (Cecco, Lisetta, Ecclitico, Buona Fede).

De 3de akte (6 scènes) speelt zich af in een kamer in het huis van Ecclitico. De samenzweerders, terug in normale kleding, hebben Buonafede opgesloten in zijn eigen huis. De prijs die ze vragen voor zijn vrijheid is vergiffenis voor zijn dochters. Uiteindelijk geeft hij toe. In een door sterren verlichte nacht bij volle maan, bezingen Clarice en Ecclitico hun liefde, duet, “Sposina mia cara, mia cara sposina”. Buonafede heeft berouw, “Qua la mano: io v’unisco in matrimonio”, en er is een stemming van algemene vreugde, Finale, “Buona Fede tondo come il cerchio della Luna”. Heerlijk!De personages :

Ecclitico, een valse astroloog (tenor)

Ernesto, cavalier (alt)

Buonafede (bas)

Clarice, Buonafede’s dochter (sopraan)

Flaminia, Buonafede’s dochter (sopraan)Lisetta, Buonafede’s kamermeisje (alt)

Cecco, Ernesto’s dienaar (tenor)

vier leerlingen van Ecclitico, cavaliers op de maan (4 bassen)

Pages, dienaren, soldaten en de hofhouding van de Keizer van de Maan

nimfen en herders (ballet)Os Músicos do Tejo (“De musici van de Taag”) (foto)is een Portugese oude muziekgroep opgericht in 2005. De medeoprichters en vaste dirigenten van het ensemble zijn Marcos Magalhães (klavecimbel en muzikale leiding) en Marta Araújo (klavecimbel en productiedirecteur). De programma’s/cd opnamen van het ensemble omvatten “Foi Por Mim”, “As Árias de Luísa Todi”, “Sementes do Fado”, en “Francisco António de Almeida. La Spinalba ovvero il Vecchio Matto” (Dramma comico, Lisbon, 1739) (Naxos 8.66031921) (foto).Geboren in Lissabon, studeerde Marcos Magalhaes (foto’s), aan de Escola Superior de Música in Lissabon en klavecimbel aan het CNSM in Parijs bij Christophe Rousset, Kenneth Gilbert, Ketil Haugsand, Françoise Marmin, Cremilde Rosado Fernandes en Kenneth Weiss. Daarna volgde hij orkestdirectie bij Jean-Marc Burfin (Orquestra Académica Metropolitana de Lisboa). Marcos Magalhães heeft een intense concertactiviteit ontwikkeld zowel in Portugal als in het buitenland: met het Ensemble Barroco do Chiado in het Gulbenkian-seizoen, Centro Cultural Gulbenkian in Parijs, Festa da Música – CCB, op de festivals van Espinho, Mafra, Encounters with the Baroque of Porto, en met andere groepen (“Orphée et Caetera”), concerten in Parijs, Bratislava, en het festival “les Baroquiales” in Nice.

In de zomer van 2003 speelde hij met het Ensemble Baroque do Chiado op uitnodiging van de Oriente Foundation in India (New Delhi, Goa en Bangalore) en Sri Lanka (Colombo). Hij speelde op het Festa da Música solo en in duo met Paulo Gaio Lima en solo met het Gulbenkian Orchestra op het Alcobaça-festival onder leiding van Joana Carneiro. Hij nam deel aan verschillende operaproducties en maakte verschillende keren deel uit van het Gulbenkian Orchestra, het Metropolitan Orchestra van Lissabon, het Madeira Orchestra en het European Union Baroque Orchestra.In 2007 bracht hij samen met Ana Quintans en Ricardo Rocha, de cd, “Sementes do Fado”, uit. Hij dirigeerde in 2009, “Os Músicos do Tejo” in de opera’s “La Spinalba” van F. A. de Almeida en “Lo Frate Nnamorato” van Pergolesi, beide met veel succes, zowel bij het publiek als bij de gespecialiseerde pers. In 2010 leidde hij het muzikaal gedeelte van de voorstelling “Dream of a Midsummer Night” in Teatro Praga, met muziek uit de opera, “Fairy Queen”, van Purcell in de grote zaal van het CCB. Eveneens in 2010 bracht hij de cd “As Árias de Luísa Todi” uit, in mei 2011 dirigeerde hij in het CCB, de opera “Le Carnaval et la Folie”, van A.C. Destouches, en in januari 2013, de serenade, “Il Trionfo d’Amore”, van F. A. de Almeida In het najaar van 2012 werd de opname van de opera “La Spinalba” van F. A. de Almeida, uitgegeven door Naxos.De rolverdeling :

Sarla Simões (sopraan)

Arthur Filemon (contratenor)

Rodrigo Carreto (tenor)

Carlos Monteiro (tenor)

Rui Bôrras (bas)

Fernando Guimarães (tenor)

Luís Rodrigues (bas)João Pedro Cabral (tenor)

João Fernandes (bas)

Susana Gaspar (sopraan)

Carla Caramujo (sopraan)

Carla Simões (sopraan)

Os Músicos do Tejo o.l.v. Marcos Magalhães

Pedro António Avondano (1714-1782) Il mondo della luna Guimarães Rodrigues Cabral Fernandes Gaspar Caramujo Simões Os Musicos Do Tejo, Marcos Magalhaes 2 cd Naxos 8660487-88