Birger Petersen, Jan Philipp Sprick (Hg.), “Felix Mendelssohn Bartholdy, Analytische und rezeptionsgeschichtliche Perspektiven”, uitgegeven door Olms. Het hoog niveau van de universiteit van Rostock.

De bijdragen die in dit boek zijn verzameld, gaan terug op een symposium “Mendelssohn Receptie in de 20ste eeuw” en de lezingenreeks (“Ringvorlesung”), “De muziek van Felix Mendelssohn”, aan de Universiteit voor Muziek en Theater in Rostock. In 1947 werd in wat nu de Hanse- und Universitätsstadt, Rostock in Mecklenburg-Voor-Pommeren is, een Universiteit voor Muziek, Theater en Dans ingehuldigd, onder het directeurschap van de componist, Rudolf Wagner-Régeny (1903-1969) (foto). In 1978 werd het een afdeling (“Außenstelle”) van de Hochschule “Hanns Eisler“ in Berlijn, die tot 1990, werd geleid door professor Karl-Heinz Will (foto). Na de politieke revolutie van 1989 werd deze afdeling door de universiteit opgenomen als de afdeling muziekwetenschappen.De Rostocker Schauspielschule werd in 1968 opgericht als de staatsdramaschool in Rostock, die in de jaren 80 werd omgevormd tot een afdeling van de “Ernst Busch” Academie voor Dramatische Kunst in Berlijn. Tegen het begin van 1990/91 werd het college de Academie voor Dramatische Kunst van Mecklenburg-Vorpommern, en werd het tijdelijk voortgezet als de toneelafdeling van de Universiteit van Rostock. De Universiteit voor Muziek en Theater in Rostock werd wettelijk opgericht door de regering van Mecklenburg-Voor-Pommeren op 1 januari 1994. De oprichtende rector was professor Wilfrid Jochims van de Universiteit voor Muziek in Keulen. Tegenwoordig is de Rostock Universiteit voor Muziek en Theater een favoriete keuze onder studenten in heel Europa. De violiste, Baiba Skride (°1981), studeerde er bij Petru Munteanu.
Sinds juni 2004 is prof. Christfried Göckeritz (foto) de rector van de universiteit. Christfried Göckeritz, geboren in Mildenau in het Ertsgebergte, was een aantal jaren lid van het Dresden Kreuzchor, de laatste vier jaar als eerste prefect van koor, voor hij zijn studie orkestdirectie begon aan de Universiteit voor Muziek “Franz Liszt” Weimar bij prof. Olaf Koch en prof. Günther Blumenhagen, Na zijn studie werd hij tweede dirigent en opleidingsdirecteur aan het Volkstheater in Rostock, maar werd al snel de chef dirigent, een functie de hij bekleedde tot 1992. Gedurende deze tijd leidde hij het universiteitsorkest van de Hochschule für Musik, “Hanns Eisler“, en werd hij uitgenodigd als gastdirigent van het Gewandhausorchester in Leipzig, de Dresdner Philharmonie en de Dresdner Staatskapelle.De eerste accommodatie van de universiteit was in een voormalige school in Bussebart aan de Ulmenstraße, die al snel te klein bleek te zijn voor het toenemend aantal studenten. Sinds de verhuizing in 2001 naar het prachtig gerestaureerd Katharinenstift (foto’s) van architect Jons Reimann, is de Universiteit voor Muziek en Theater, een bekende locatie geworden voor concerten, toneelstukken en evenementen. Studenten en docenten van de universiteit brengen jaarlijks meer dan 300 publieke voorstellingen. De acteur, schilder en schrijver, Armin Mueller-Stahl (°1930) (foto) maakt sinds 2009 deel uit van de directie van de universiteit.De focus van de essays in dit boek ligt niet zozeer op een alomvattend onderzoek van Mendelssohns receptie in de 20ste eeuw, als wel op aspecten van de receptie van Mendelssohns muziek die tot nu toe werden verwaarloosd. Analytische bijdragen over melodie en compositietechniek, de compositorische receptie van Bach en koormuziek, werden aangevuld met essays over de relatie tussen het jodendom en het christendom in de oratoria van Mendelssohn, de relatie van Richard Strauss tot Mendelssohn, en de receptie van Mendelssohn in Frankrijk en in de DDR. Naast Birger Petersen en Jan Philipp Sprick, werden de essays, voorzien van 52 notenvoorbeelden, geschreven door Immanuel Ott, Ullrich Scheideler, Benjamin Lang, Klaus-Dieter Kaiser, Walter Werbeck, Philippe Olivier, en Gerd Rienäcker.Na de inleiding, “Mendelssohn-Rezeption im 20. Jahrhundert”, van Birger Petersen en Jan Philipp Sprick, volgen de 6 essays van het eerste deel,  “Ambivalenz zwischen Ebenmaß und Expressivität – Überlegungen zur Melodik Felix Mendelssohns Bartholdys” (Jan Philipp Sprick),  “Bach-Bezüge in Felix Mendelssohn Bartholdys Choralkantate Wer nur den lieben Gott läßt walten” (Immanuel Ott), “Die Technik in Form bringen: Mendelssohns Fuge Opus 35/5 im Spiegel ihres Kompositionsprozesses” (Ullrich Scheideler), “Überlegungen zum Chorlied von Mendelssohn Bartholdy. Sechs Annäherungsversuche” (Benjamin Lang), “Choral und Sonate. Konstruktive Lösungen bei Mendelssohn und Rheinberger” (Birger Petersen), en “Zwischen Frömmigkeit und Kunst. Judentum und Christentum in den Oratorien von Felix Mendelssohn Bartholdy” (Klaus-Dieter Kaiser). In het tweede deel leest u de essays, “Mendelssohn und Richard Strauss” (Walter Werbeck), “Die Mendelssohn-Rezeption in Frankreich von den 1890er Jahren bis zum Beginn der NS-Besatzung” (Philippe Olivier),  en “Meyer – Knepler – Mendelssohn. Nachdenken über MendelssohnBilder von Ernst Hermann Meyer und Georg Knepler” (Gerd Rienäcker). Warm aanbevolen.Prof. Dr. Birger Petersen (foto) studeerde muziektheorie en compositie aan de Musikhochschule in  Lübeck, en theologie en filosofie aan de Christian-Albrechts-Universiteit in Kiel (PhD 2001 op Johann Matthesons melodieleer). Na les te hebben gegeven in Lübeck, Bremen, Herford, Greifswald en Osnabrück, werkte hij sinds 2004 als fulltime docent en sinds 2008 als professor, aan de Rostock Universiteit voor Muziek en Theater in de afdeling Compositie en Muziektheorie. Van 2008 tot 2011 leidde hij er het Instituut voor Muziek. In 2011 werd hij benoemd tot hoogleraar muziektheorie aan de Universiteit voor Muziek aan de Johannes Gutenberg Universiteit in Mainz. Birger Petersen was gastprofessor aan de Hochschule in Freiburg en de Université de Bourgogne in Dijon. Hij is sinds 2013 lid van de Gutenberg Academy en werd in 2014 verkozen tot prorector van de Hochschule für Musik Mainz, waar hij van 2015 tot 2017, rector was. In 2017 werd hij benoemd tot lid van de afdeling Geschiedenis en Culturele Studies aan de Johannes Gutenberg Universiteit Mainz.Jan Philipp Sprick (°1975), studeerde muziektheorie, altviool, musicologie en geschiedenis in Hamburg, Berlijn en aan de muziekafdeling van Harvard University, en was een beurshouder van het Evangelisches Studienwerk Villigst. In 2010 promoveerde hij aan de Humboldt Universiteit in Berlijn op een proefschrift over de sequens in de Duitse muziektheorie rond 1900. Vanaf 2006 doceerde hij muziektheorie aan de Hochschule für Musik und Theater in Rostock, waar hij in 2013, professor werd. Sinds 2013 leidt hij ook het Instituut voor Muziek van de Hochschule in Rostock. Hij was bestuurslid van het Gesellschaft für Musiktheorie en co-redacteur van het tijdschrift van de Vereniging. In 2012 doceerde hij als gastdocent aan de muziekafdeling van de Universiteit van Chicago, en in het zomersemester van 2018, werd hij benoemd tot hoogleraar muziektheorie aan de Universiteit voor Muziek en Theater in Hamburg.Birger Petersen Jan Philipp Sprick (Hg.) Felix Mendelssohn Bartholdy Analytische und rezeptionsgeschichtliche Perspektiven Duits uitg. Olms ISBN 10: 3487156881 ISBN 13 9783487156880