Heinrich Schütz, “German funeral music of the 17th century/Musicalische Exequien”, door Voces Suaves o.l.v. Johannes Strobl, op het label Arcana.

De “Musicalische Exequien” uit 1635/1636 van Heinrich Schütz, gecomponeerd voor de begrafenis van de graaf van Reuß-Gera, is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van 17de-eeuwse, Duitse begrafenismuziek. Heinrich Schütz’ (foto) compositie was weliswaar geen geïsoleerd voorbeeld. Er bestaat nl. een groot aantal vrijwel onbekende vocale composities uit dezelfde periode, die werden gemaakt ter herdenking van de dood van opmerkelijke figuren en uitgevoerd tijdens hun begrafenisdiensten. Tijdens zijn leven had de prins, Heinrich (II.) Posthumus Reuß (jüngere Linie) (1572-1635) (foto), Bijbelteksten en koraalverzen uit de Reformatieperiode opgeschreven, waarmee zijn kist werd gegraveerd. Deze werden de basis van het eerste deel van de exequies. De weduwe van Heinrich, Magdalene (1580–1652), de dochter van graaf Albrecht VII. von Schwarzburg-Rudolstadt, overhandigde de teksten nl. na zijn dood in december 1635 aan Schütz, die het tot de basis van het eerste deel van de exequies maakte vóór de preek. Na de preek over de tekst “Herr, wenn ich nur dich habe“ (Ps 73,25-26 Lut), voegde Schütz de toonzetting van deze tekst als motet toe als tweede deel van de exequies.Schütz componeerde zijn Musikalischen Exequien SWV 279–281 (op. 7) voor stemmen en basso continuo (orgel en violone) als uitgebreid “Evangelienmotett” als onderdeel van de lutherse uitvaartmis (delen I en II) in de oude Johanniskirche (foto) in Gera aan de Weiße Elster in het Thüringer Vogtland, en als muziek voor de begrafenis (deel III) Het Latijnse woord ex equiae betekent nl. “begrafenis” maar heeft geen traditionele verbinding met de katholieke begrafenisliturgie, die ook vaak exsequies wordt genoemd. De plechtigheid vond plaats vanwege Reuss’ verering voor de profeet Simeon en zijn doodslied op de zondag na de presentatie van de Heer, op 4 februari 1636.Bij de begrafenis van de kist in de familiecrypte (“Gruft”) onder de kerk, was het laatste vijfstemmig motet, het loflied van Simeon, “Herr, nun lässest du deinen Diener in Frieden fahren”. De overgeleverde koperen sarcofaag, de kist van Heinrich Posthumus Reuss, was een van de eerste, zo niet de eerste in zijn soort, een opmerkelijk getuigenis van de vroegmoderne begrafeniscultuur en een nationaal cultureel monument van Europese allure. De Musikalische Exequien verschenen in 1636 in druk als Schütz ’Opus 7 in Dresden.Deze derde cd van Voces Suaves voor het Arcana-label, biedt een frisse kijk op Schütz’ meesterwerk, aangevuld met werken van andere grote 17de-eeuwse Duitse componisten, Johann Georg Eberling (1637-1676), Andreas Gleich (1625-93), Johannes Kessel (17de eeuw), Sebastian Knüpfer (1633-1676), Johann Rosenmüller (1619-1684), Johann Hermann Schein (1586-1630) en Johann Schelle (1648-1701). De muziek wordt uitgevoerd door zangers en een continuo (positief orgel, violone en 2 theorben) zonder extra instrumenten, waardoor de nadruk altijd blijft liggen op een in getogen maar flexibele, vocale presentatie van deze aangrijpende en ontroerende muziek.Johannes Strobl (foto) uit Seeboden am Millstätter See in Karinthië, kreeg zijn eerste piano- en orgellessen aan de muziekschool Spittal/Drau bij Hermann Zeyß. Hij voltooide zijn muziekstudie aan de Universiteit voor Muziek en Podiumkunsten “Mozarteum” in Salzburg, waar hij zowel onderwijs- als concertdiploma’s behaalde in het vak orgel en het A-diploma katholieke kerkmuziek met onderscheiding bij Heribert Metzger. Tegelijkertijd schreef hij zich in voor musicologie aan de Paris Lodron-universiteit in Salzburg. Hij voltooide zijn studie oude muziek aan de Schola Cantorum Basiliensis bij Jean-Claude Zehnder (orgel), Jörg-Andreas Bötticher (klavecimbel), Jesper Christensen (continuo) en Rudolf Lutz (improvisatie) met diploma’s in orgel en klavecimbel. Cursussen bij Michael Radulescu, Luigi Ferdinando Tagliavini, Harald Vogel, Almut Rössler en James David Christie, vervolledigden zijn vorming.Tracklist:

-Schein: Ich will schweigen, und meinen Mund nicht auftun

-Gleich: Selig sind die Toten

-Knüpfer: Erforsche mich Gott

-Schütz: Musikalische Exequien, SWV 279-281 (Op. 7) :

  1. Concert in Form einer teutschen Begräbnis-Missa
  2. Motette
  3. Canticum B. Simeonis

-Ebeling: Ein Tag in deinen Vorhöfen

-Kessel: Ich habe Lust abzuscheiden

-Rosenmüller: Was ist es doch? Was ist der Menschen Leben?Heinrich Schütz German funeral music of the 17th century Musicalische Exequien Voces Suaves Johannes Strobl cd Arcana A483