“Friedrich Kuhlau, Works for Solo Piano, Vol. 1”, door Marie-Luise Bodendorff, op het label Dacapo. Een ontdekking.

Friedrich Kuhlau stond bekend als Beethovens sterkste pleitbezorger in Denemarken, maar Kuhlau was in de eerste plaats een pianist, wiens werken voor het instrument een eigen diepte en karakter hadden. Op de eerste van een nieuwe reeks brengt Marie-Luise Bodendorff frisse, gespierde uitvoeringen van muziek, waaronder het niet eerder opgenomen Divertissement, op. 37.Het begin van de 19de eeuw was een tijdperk van stilistische veranderingen in de muziek, componisten gingen op zoek naar nieuwe vormen van expressie en tonale mogelijkheden, wat o.a. leidde tot innovatie op het gebied van de instrumentenbouw. Een groter klankspectrum en een grotere verscheidenheid aan technische mogelijkheden werden een nieuw ideaal. Ludwig van Beethoven en Friedrich Kuhlau waren muzikale reuzen van hun tijd en trachten allebei het potentieel van deze nieuwe ontwikkelingen ten volle te benutten. Beethoven verlegde de grenzen van het classicisme door impulsieve dynamische veranderingen en contrasterende motieven, terwijl Kuhlau, een meer romantische esthetiek met expressieve vrijheid en rijke harmonische structuren verkende.Op 2 september 1825 kwamen Beethoven en Kuhlau iets buiten Baden samen, waar ze zich verlustigden aan muzikale spelletjes. Kuhlau improviseerde op de naam B-A-C-H en Beethoven deed hetzelfde, maar zette er de volgende tekst onder, “Kühl, nicht lau”, (koel, niet lauw). Dit was niet alleen een verwijzing naar Kuhlau’s naam, maar ook een persiflage op zijn eerder gedane uitspraak over Bach, “Nicht Bach, sondern Meer sollte er heißen, (wegen seines unendlichen, unerschöpflichen Reichtums an Tonkombinationen und Harmonien)”. Dit charmant moment in de muziekgeschiedenis wordt herinnerd met een driestemmige canon in Bes, WoO 191, die Beethoven toen componeerde op de tekst ‘Kühl, nicht lau”.De Duits-Deens componist, muziekpedagoog, dirigent en pianist, Friedrich Kuhlau (1786-1832), (foto) was een zoon van een militaire muzikant. Hij werd geboren in Uelzen maar in 1793 verhuisde de familie naar Lüneburg. Drie jaar later verloor hij bij een ongeluk zijn rechteroog. Rond 1802/1803 vertrok hij naar Hamburg en werd aldaar opgeleid door de stadcantor, Christian Friedrich Gottlieb Schwencke (1767-1822), de opvolger van Carl Philipp Emanuel Bach en een gewezen leerling van Johann Philipp Kirnberger en Friedrich Wilhelm Marpurg in Berlijn. Korte tijd erna ontstonden Kuhlau’s eerste composities. In het gevolg van de belegering van Hamburg in 1810 door Napoleon, vluchtte Kuhlau naar Kopenhagen om niet in Napoleons leger te hoeven dienen. Hij leefde daar als pianoleraar en componist en in 1813 werd hij in Denemarken genaturaliseerd. In hetzelfde jaar werd hij lid van de hofkapel en in 1816/1817 werd hij koorleider in het koninklijk theater. In 1818 werd hij aangesteld als hofcomponist.In het koninklijk theater werden alle muziektheaterwerken van Kuhlau uitgevoerd, waarvan het zangspel “Røverborgen” (1814), de sprookjesopera “Lulu” (1824) en de muziek tot het nationaal romantisch toneelstuk, “Elverhøj” (1828) een doorslaggevend succes hadden. Daardoor werd hij naast Christoph Ernst Friedrich Weyse (1774-1842) (foto), een componist van hoofdzakelijk liederen en andere vocale muziek, één van de vooraanstaande, Deense componisten van de Romantiek. Kuhlau reisde als concertpianist door heel Scandinavië, Duitsland en Oostenrijk maar als gevolg van een brand in zijn woonhuis in 1831 kreeg hij een zware longziekte, waaraan hij in het volgend jaar overleed. Kuhlau’s oeuvre omvat alle muzikale genres maar geen religieuze muziek. Kuhlau is bekend gebleven om zijn sonatines voor piano en diverse pedagogische werken voor fluit die nog steeds gebruikt worden in het muziekonderwijs.

Marie-Luise Bodendorff werd in 1983 geboren in Augsburg en onderscheidde zich de afgelopen jaren in concertseries en op verschillende festivals in Duitsland, Denemarken, Zweden, Spanje, Frankrijk, Servië en China. Ze begon piano te spelen als 5-jarige en debuteerde een jaar later met het Südwestdeutsches Kammerorchester Pforzheim in een bewerking van Kuhlau’s Sonatina in C, op. 20. Marie-Luise Bodendorff studeerde bij Olga Rissin-Morenova, Vladimir Krainev, Brigitte Engerer, Christopher Oakden en Niklas Sivelöv. Ze was prijswinnaar van talrijke internationale pianowedstrijden en trad als soliste op met verschillende orkesten. Momenteel doceert ze piano en kamermuziek aan de Royal Danish Academy of Music/Det Kongelige Danske Musikkonservatorium, in Kopenhagen.Tracklist:

Divertissement in E flat major, Op. 37

Piano Sonatina, Op. 20 No. 1 in C

Piano Sonatina, Op. 20 No. 2 in G

Piano Sonatina, Op. 20 No. 3 in F

Piano Sonata in Es, Op. 4Friedrich Kuhlau Works for Solo Piano, Vol. 1 Marie-Luise Bodendorff cd Dacapo 8.226204