“Gloria A Venezia! Giovanni Gabrieli”, door La Guilde des Mercenaires o.l.v. Adrien Mabire, op het label Château de Versailles Spectacles. Subliem!

Rond 1600, toen de opera in Italië werd uitgevonden, schitterde Venetië met de werken van Giovanni Gabrieli in de basiliek van San Marco. Als een gedurfde samensmelting van Vlaamse en Italiaanse stijlen, vormt deze cd een corpus van virtuoze stukken waarin stemmen wedijveren met cornetten en trombones, om een polyfonie van zeldzame schoonheid. Op de cd staat werk van Giovanni Gabrieli, Claudio Merulo, Giossefo Guami, Adrian Willaert en Lassus.Tussen 1575 en ca. 1580 verbleef Giovanni Gabrieli aan de hofkapel van de hertog Albrecht V van Beieren, waar hij in de leer was bij Lassus. Tijdens zijn verblijf aan het hof componeerde er hij zijn eerste madrigalen. Na het overlijden van hertog Albrecht V in 1579, verliet Giovanni Gabrieli het hof en keerde terug naar Venetië. In 1584 verving hij daar Claudio Merulo als organist van de basiliek van San Marco. Tweede organist was zijn oom, Andrea Gabrieli, die echter een jaar later overleed. Na 1585 nam Giovanni Gabrieli de taak van zijn oom over als belangrijkste componist van ceremoniële muziek, doorgaans toonzettingen van psalmen, van de San Marcobasiliek, en bijgevolg ook van de Venetiaanse doge.De canzone was ten tijde van de troubadours en later, een één- of meerstemmig lied (vergelijk met het Franse chanson), meestal een liefdeslied. Na 1530 werd de canzone verdrongen door het madrigaal en de canzonetta. Instrumentaal kwam de canzona voor het eerst voor tegen het begin van de 16de eeuw (canzona da sonar), aanvankelijk als naam voor orgeltranscripties, later weliswaar ook voor andere instrumentale navolgingen van Franse chansons. Bij Giovanni Gabrieli werd de canzona voor het eerst gefigureerd. Het belangrijkste verschil met het ricercare en de fantasie was de wat lichtere thematiek en de driedelige indeling. De Italiaanse componist, organist, luitist en klavecinist uit het begin van de barok, Giovanni Picchi (1571/72-1643) was een late volgeling van de Venetiaanse School en had in zijn 19 “Canzoni da sonar con ogni sorte d’istromenti” (Venetië 1625), invloed op de ontwikkeling en differentiatie van instrumentale vormen, zoals de sonate en de canzona.Uit de canzona da sonar is later de sonate ontstaan. Na het overlijden van Andrea Gabrieli in 1585, besloot Giovanni Gabrieli een groot deel van het oeuvre van zijn oom te bewerken om het te kunnen publiceren. “Concerti di Andrea e Giovanni Gabrieli” (1587) was een collectie van Andrea’s grootste werken, aangevuld met eigen composities. “Terzo libro de madrigale a cinque voci” (1589) was de naam van een tweede uitgave. In 1585 werd Gabrieli gekozen om Vincenzo Ballavere op te volgen als organist aan de Scuola Grande di San Rocco, een van de zes broederschappen in Venetië. Hier voorzag hij samen met diverse andere musici, onder wie de cornettist, Giovanni Bassano, de ceremonies van prachtige muziek.

Gabrieli wist de Cori spezzati’, de afwisseling van twee koren, die zijn oorsprong kende bij Adriaan Willaert, als geen ander te vermengen met de glorieuze, Venetiaanse polyfonie. Naast geestelijke composities als de motetten voor San Marco, componeerde Gabrieli ook canzones, madrigalen en composities voor vocale en instrumentale ensembles, bv. “Canzoni et sonate… a 3, 5, 6, 7, 8, 10, 12, 14, 15, & 22 voci, per sonar con ogni sorte de instrumenti, con il basso per l’organo” (1615), of “Concerti di Andrea e di Gio. Gabrieli, organisti della serenissima signoria di Venezia, continenti musica di chiesa, madrigali ed altri per voci e stromenti musicali a 6, 7, 8, 10, 12,16, etc … (1587).Op de hoogste feestdagen in het Venetië van de Renaissance, moest de Doge zelf, met alle Signoria van de stad, deelnemen aan de religieuze ceremonie van de kathedraal. Doorlaatbare grenzen tussen kerk en staat gingen uiteen, zoals het ceremonieel hoofd van de Venetiaanse regering, zich verenigde met het volk in een al even ceremoniële eredienst. Tegen het begin van de 17de eeuw was de rijkdom van de Venetiaanse handelsstaat een intrinsiek onderdeel geworden van dezelfde erediensten. Toen Giovanni Gabrieli muziek voorbereidde voor de viering van Kerstmis in de kathedraal, kon hij niet alleen de grote instrumentale en vocale krachten verzamelen van het regulier muzikaal establishment van de kathedraal, maar ze ook aanvullen met extra’s.In 1603 betaalde hij bijvoorbeeld vier cornet spelers, vijf trombonisten, een fagottist, twee violisten en een bassist, om toe te voegen aan de pracht van de ceremonie. Maar het bruisend muzikaal leven van de Venetiaanse staat werd zelfs weerspiegeld in zijn instrumentale werken met een meer bescheiden karakter. Een “eenvoudige” vierstemmige canzona, zoals Gabrieli’s stuk dat bekend staat als “La spiritata”, geeft op elegante wijze het bruisend leven van de beroemde carnavalsstad weer.Gabrieli’s Canzona per sonare a quattro “La spiritata” werd uitgegeven in een bloemlezing in Venetie in 1608, hoewel een klavierversie al in 1593 bestond. Het kreeg de bijnaam “de geestige of bezielde”, ondanks zijn uniek karakter als de enige Gabrieli canzona in deze verzameling, gecomponeerd in een mineur toonsoort. Hoewel het openingsmotief onderworpen was aan strikte imitatie, bleef het contrapunt over het algemeen heel eenvoudig doorheen het stuk, in de geest van de Franse chansons die toen populair waren in Venetië. Na een lange, contrapuntisch expositie en een snel stretto, komt het eerste deel tot een volledige cadens, waaruit een meer homofone, passage naar voren komt met een dansant karakter. In het derde en laatste deel van het stuk introduceert Gabrieli de meest complexe ritmes. Die ritmes zijn direct afgeleid van het openingsritme. De passage herhaalt zich, en een nadrukkelijke uitbreiding van de laatste frequentie sluit het werk af in hogere sferen.Op deze cd, in een Italië geteisterd door oorlogen, waar de Condottieri de helden waren, herrijzen de zielen van deze kapiteins dankzij de muziek van de briljante Gabrieli, de ultieme vertegenwoordiger van een Renaissance die de vechtende prinsen in de laatste gekoesterde wapenrustingen bracht. Adrien Mabire en zijn “huurlingen”, 6 zangers en 5 instrumentalisten, zijn gerekruteerd om onder Maestro Gabrieli te dienen, om zijn werken luid en duidelijk te laten weerklinken, waarin we de triomfantelijke, wapperende banieren van de overwinning in Lepanto horen, Glorie zij de Serenissima! Subliem.

Gloria A Venezia! Giovanni Gabrieli La Guilde des Mercenaires Adrien Mabire cd Château de Versailles Spectacles CVS041