Pierre-Laurent Aimard, “Beethoven, Hammerklavier Sonata & Eroica Variations”, op het label Pentatone. Meesterlijk!

Na zijn veelgeprezen interpretatie van Messiaens “Catalogue d’Oiseaux”, keerde de Franse pianist Pierre-Laurent Aimard, terug naar het label Pentatone voor een opname van Beethovens Hammerklavier Sonate en zijn Eroica Variaties.De Hammerklavier-sonate is één van de hoogtepunten van Beethovens oeuvre. Voor Aimard vormt het een van de meest angstaanjagende tests van het leven van een artiest, maar een die even onweerstaanbaar als onoverkomelijk is. Beethoven openbaarde zich eerst als onverschrokken componist in zijn sonates van de middenperiode. De sonates uit de tweede periode (1801-1814) waren effectief heel anders. Zijn experimenten met aanpassingen aan de sonatevorm van Haydn en Mozart werden meer gedurfd, evenals de diepte van zijn expressie. Na 1804 stopte Beethoven met het publiceren van sonates in reeksen en componeerde en publiceerde ze alleen nog als één enkel opus. Experimenten en aanpassingen aan de sonatevorm werden gewaagder en expressiever, en kregen meer diepgang.De componist bewandelde nog een ander geheel nieuw pad in de late sonates. Het achter zich laten van de conventionele sonatevorm was nog radicaler. Deze formidabele meesterwerken werden gecomponeerd tussen 1820 en 1822, kort voor de 9de symfonie, en behoren tot Beethovens ‘late periode’, een periode waarin Beethoven de wereld machtige stilistische herkenningspunten schonk als de dramatische “Hammerklavier-sonate” op. 106, de meesterlijke “Diabelli-variaties” en de bovenmenselijke “Missa solemnis” en “Grosse Fuge” op. 133 voor strijkkwartet. Beethovens vijf late sonates uit 1816-1822, waren zijn moeilijkste werken. Maar, nogmaals vond zijn muziek opnieuw een nieuwe weg, vaak fugatisch en doorgedreven contrapuntisch, en met een verregaande, radicale afwijking van de conventionele sonatevorm.De ‘Hammerklavier’ op. 106 uit 1819, werd en wordt nog steeds beschouwd als zijn moeilijkst te begrijpen en te spelen sonate. Tot bijna vijftien jaar later werd deze sonate als onspeelbaar beschouwd, tot Liszt het meesterwerk op een concert speelde. Deze laatste groep sonates had een drievoudig doel, didactisch, spiritueel en promotioneel. Beethoven moest nieuwe werken blijven aanbieden aan verschillende uitgevers om de kost te verdienen, maar hij werd ook gemotiveerd door de wens om toekomstige pianisten aan te moedigen om steeds hogere hoogten na te streven, door muziek te schrijven die een verheven spiritualiteit uitstraalde. Fugatische elementen en een meer improvisatorische stijl werden opvallende kenmerken.“De Hammerklavier Sonate gaat alle begrip te boven. De confrontatie aangaan is een van de meest angstaanjagende tests van het leven van een artiest. Maar het is even onweerstaanbaar als onoverkomelijk. Het sonoor durven te belichamen kan alleen maar een poging zijn om het ondoorgrondelijke te ontworstelen aan de gezonde materie. Vele malen uitgesteld, werd deze opname eindelijk mogelijk gemaakt dankzij de inspirerende beroering en de fascinerende reces die de “Corona-crisis” met zich meebracht.”, vertelt Pierre-Laurent Aimard.De variaties en fuga voor piano in Es, op. 35, een reeks van vijftien variaties voor solo-piano uit 1802, worden Eroica-variaties genoemd omdat het thema een jaar later gebruikt werd voor de finale van zijn Symfonie nr. 3, ‘Eroica’. De inspiratie voor het thema zou mogelijks afkomstig zijn van de Pianosonate in fa klein, op. 13, nr. 6 uit 1784, van Muzio Clementi (foto) of van het thema van de eerste beweging van Beethovens eigen Pianosonate in sol klein, op. 7, nr. 3 uit 1782, dat nauw aansloot bij de melodie in de majeur-toonaard uit de sonate van Clementi. Het thema was nl. een favoriet thema van Beethoven. Hij gebruikte het ook in de finale van de balletmuziek die hij componeerde voor “Die Geschöpfe des Prometheus” (1801) en voor de zevende van zijn 12 Contradansen, WoO 14 (1800-1802), nog voor het thema, het thema werd van de Variaties en van de Eroica-symfonie.Afwijkend van de klassieke thema-en-variaties vorm, opende Beethoven het werk niet met het hoofdthema, maar met de baslijn van het hoofdthema. Daarna vervolgde hij met drie variaties op deze baslijn om uiteindelijk tot het hoofdthema te komen. Deze benadering werd overgenomen in zijn balletmuziek, waar het de geleidelijke creatie van levensvormen door Prometheus vertegenwoordigde. De variaties in de Eroïca Symfonie volgden hetzelfde patroon. In een andere afwijking van de traditionele variatievorm, sloot Beethoven na de vijftien variaties van het hoofdthema, het werk af met een finale bestaande uit een fuga gevolgd door een Andante con moto.Pierre-Laurent Aimard (°1957), geboren in Lyon, studeerde aan het plaatselijk conservatorium en studeerde later bij Yvonne Loriod en bij Maria Curcio. In 1973 ontving hij de kamermuziekprijs van het Conservatorium van Parijs en in datzelfde jaar won hij de eerste prijs op het internationale Olivier Messiaen Concours. In 1977 werd hij op uitnodiging van Pierre Boulez een van de oprichters van het Ensemble InterContemporain . Hij maakte zijn Amerikaanse debuut met het Chicago Symphony Orchestra op de leeftijd van twintig, met de uitvoering van de piano solo partij uit Olivier Messiaens Turangalîla-Symphonie. Aimard zet zich vooral in voor hedendaagse muziek. Hij was de solist in verschillende premières van werken zoals Répons van Pierre Boulez, Klavierstück XIV van Karlheinz Stockhausen en de 11de en 13de piano-etudes van György Ligeti. Een van zijn meest opvallende opnames is die van de eerste twee boeken van Ligeti’s piano-etudes. Hij voerde ook het werk uit van hedendaagse componisten als George Benjamin, Roberto Carnevale en Marco Stroppa. In mei 2012 speelde hij het pianoconcerto, Le Désenchantement du Monde, van Tristan Murail in première.Aimard was een van Carnegie Hall’s “Perspectives”-artiesten voor het concertseizoen 2006-2007, waar hij zijn eigen serie concerten programmeerde. Hij diende als artist-in-residence bij het Cleveland Orchestra voor twee seizoenen, van 2007 tot 2009. In 2007 was Aimard de muziekdirecteur van het Ojai Music Festival. Naast zijn werk met hedendaagse muziek, heeft Aimard de vijf Beethoven piano concertos opgenomen met Nikolaus Harnoncourt en het Chamber Orchestra of Europe, op uitnodiging van Harnoncourt. Aimard heeft opgenomen voor de Sony Classical en Teldec labels. In augustus 2007 tekende hij een nieuw platencontract bij Deutsche Grammophon. In 2009 werd Aimard de artistiek directeur van het Aldeburgh Festival in Engeland, voor een aanvankelijk contract van 3 jaar. Aimard is gasthoogleraar en erelid (2006) van de Royal Academy of Music. Hij verschijnt in de film van 2007 Note by Note: The Making of Steinway L1037. Aimard was te zien met het opnemen van Bachs Kunst der Fuge in de bekroonde Duits-Oostenrijkse documentaire “Pianomania” uit 2009 over Steinway & Sons pianotechnicus Stefan Knüpfer, geregisseerd door Lilian Franck en Robert Cibis. De film ging in première in de bioscoop in Noord-Amerika, waar het met positieve beoordelingen werd opgewacht door The New York Times, evenals in Azië en in heel Europa, en is een onderdeel van de Goethe-Instituut catalogus. In 2017 tekende Aimard bij het Pentatone-label. In het kader van deze samenwerking wil Aimard sleutelwerken opnemen uit zijn repertoire, dat drie eeuwen omspant en varieert van Bach tot Kurtág, te beginnen met zijn allereerste opname van Messiaens “Catalogue d’Oiseaux”.Pierre-Laurent Aimard Beethoven Hammerklavier Sonata & Eroica Variations cd Pentatone PTC 5186724