Strauss, “Eine Alpensinfonie”, Live, door het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin o.l.v. Vladimir Jurowski op het label Pentatone. Grandioos!

Vladimir Jurowski en het Rundfunk-Sinfonieorchester vervolgen hun Pentatone-reis door de hoogten van het Duitse laatromantisch repertoire met een opname van Richard Strauss’ ‘Eine Alpensinfonie’, geïnspireerd door de ervaringen van de componist tijdens een bergtocht. Een pittoreske, idyllische charme en krachtig suggestieve partituur.Aangaande orkestmuziek, componeerde Richard Strauss (foto) aanvankelijk twee vroege symfonieën, Symfonie nr. 1 (1880) en Symfonie nr. 2 (1884). Hij componeerde overigens in totaal 5 symfonieën, 2 klassieke symfonieën, 2 programmasymfonieën, en een “Sinfonie zu drei Themen” in Es (1925). Zijn stijl begon zich weliswaar echt te wijzigen en te ontwikkelen, wanneer hij in 1885, Alexander Ritter (1833-1896) (foto) ontmoette, toen een bekende componist en violist, en de echtgenoot was van een nicht van Richard Wagner. In 1854 trouwde Ritter nl. met de actrice Franziska Wagner, een dochter van Richard Wagners broer, Albert. In 1882 sloot hij zich aan bij het orkest van Hans von Bülow in Meiningen, en in 1886 vestigde Ritter zich in München.Het was Ritter, die Strauss dan ook de essays van Wagner en de geschriften van Arthur Schopenhauer (foto) leerde kennen, en hem overhaalde om de conservatieve, Brahmsiaanse stijl van zijn jeugd af te zweren en te beginnen met het componeren van symfonische gedichten. Door Ritter, die zelf o.a. de programmatische orkestwerken, “Sursum corda!”, “Erotische Legende” en “Kaiser Rudolfs Ritt zum Tode” had gecomponeerd, maakte Strauss ook kennis maakte met de symfonische gedichten van Liszt. De invloeden van Ritter resulteerden in wat stilistisch, algemeen beschouwd wordt als Strauss’ eerste voorbeeld van zijn volwassen persoonlijkheid, “Don Juan” (1888), de compositie die een nieuw virtuoos élan gaf aan zijn orkestrale bravoure.Aangemoedigd door Brahms, begon de jonge Richard Strauss aan een rondreis in Italië. Hij bezocht verschillende steden en dorpen, waaronder Rome, Napels, Sorrento, Salerno, Bologna en het eiland Capri. Tijdens zijn reizen begon hij enkele ideeën voor een toongedicht te schetsen. De partituur werd voltooid in september 1886. Strauss toongedicht “Aus Italien” kan worden omschreven als de muzikale ervaringen van een Duitse, romantische componist in Italië. Het resultaat was een kruising tussen een symfonische fantasie en een programmasymfonie in vier bewegingen. “Nooit heb ik echt in inspiratie geloofd door de schoonheid van de natuur. Maar dit werd recht gezet door de ruïnes van Rome. Daar vlogen mijn ideeën gewoon naar mij toe” (Richard Strauss). ”Aus Italien” was het eerste grote symfonisch gedicht waarin Strauss verschillende indrukken en stemmingen weergaf, en dat later gevolgd zou worden door meesterwerken als “Don Juan”, “Tod und Verklärung”, “Ein Heldenleben” en “Eine Alpensinfonie”.Zijn eerste cyclus van Tondichtungen/symfonische gedichten, “Aus Italien”, op. 16 (1886), “Don Juan”, op. 20 (1888) en “Macbeth” (foto), op. 23 (1888-1890) werd in 1889 afgesloten met “Tod und Verklärung” op. 24 (1888-1889). Strauss was toen amper 25 jaar oud. Pas 6 jaar later nam Strauss het genre opnieuw ter hand. Hij nam een onderbreking van zes jaar, terwijl hij werkte aan zijn eerste opera, “Guntram”. In zijn Tondichtungen bracht Strauss het muzikaal-orkestraal realisme tot een ongekende hoogte. Hij verbreedde de expressieve functies van programmamuziek en de grenzen werden verlegd. Door zijn virtuoze orkestratie was de beschrijvende kracht en levendigheid van deze werken buitengewoon. Hij componeerde voor een groot orkest, vaak met nog extra instrumenten, en gebruikte vaak instrumentale effecten voor scherpe karakterisering, zoals het geblaat van schapen uitgebeeld door gesourdineerde koperblazers in “Don Quichot” of de donder- en windmachine (foto) in zijn “Alpensinfonie”.En dit, gecombineerd met zijn gebruik van thematische transformatie, zijn meesterlijke behandeling van meerdere thema’s in een ingewikkeld contrapunt, de variatievorm in “Don Quichot” en de rondo vorm in “Till Eulenspiegel”.Strauss vertrok daarbij graag van een eenvoudig maar beschrijvend thema – bv. het motief met drie noten bij de opening van “Also sprach Zarathustra”, of schrijdende, krachtige arpeggio’s om de mannelijke kwaliteiten van zijn helden te treffen. Zijn lyrische liefdesthema’s waren honingzoet en chromatisch, en hij was dol op de warmte en sereniteit van diatonische harmonie als balsem na hevige chromatische texturen, bv. aan het einde van Don Quichot, waar de cello solo een buitengewoon mooie transformatie van het hoofdthema speelt.Door het falen van zijn opera “Guntram” in het Grossherzogliches Hoftheater in 1894 in Weimar, werd Strauss er zich van bewust dat er nog veel te leren viel als het ging om het verhalende aspect, muzikaal om te zetten in een puur orkestrale vorm. In 1895 componeerde hij “Till Eulenspiegels lustige Streiche”, op. 28, het eerste van de tweede cyclus van toongedichten, gevolgd door “Also sprach Zarathustra”, op. 30 (1896), “Don Quixote”, op. 35 (1898) (foto), “Ein Heldenleben” op. 40 (1899), de “Symphonia Domestica”, op. 53 (1904), en “Eine Alpensinfonie”, op. 64 (1915). Het merendeel van deze composities waren aanzienlijk uitgebreider en grootser in hun orkestrale eisen dan hun voorgangers.Met zijn epische bezieling, grootsheid en meeslepend drama, is er in muziek zelden zo’n wervelende en levendige weergave van de natuur geweest als in het prachtig en indrukwekkend toongedicht “Eine Alpensinfonie” uit 1915 van Richard Strauss. Strauss zelf sprak van “Tondichtung”, i.t.t. tot “Symphonische Dichtung” (Symfonisch gedicht) van Liszt.De originele ontwerpen van “Eine Alpensinfonie” gingen terug tot 1899. Het meesterwerk getiteld “Künstlertragödie”, was oorspronkelijk bedoeld als een compositie ter nagedachtenis aan de Zwitserse schilder, Karl Stauffer-Bern. Dit plan ging niet door en Strauss begon een nieuw vierdelig werk genaamd “Die Alpen”, waarin hij delen van het oorspronkelijk ontwerp uit 1899 gebruikte. Het eerste deel van ‘Die Alpen’ groeide uit tot de kern van “Eine Alpensinfonie”. Het resulterend ontwerp van het werk zou een tweedelig werk zijn met de titel “Der Antichrist: Eine Alpensinfonie”, maar Strauss heeft het tweede deel nooit afgemaakt. In plaats daarvan schrapte hij de eerste helft van de titel, genoemd naar het gelijknamig boek van Nietzsche uit 1888, en noemde zijn eendelig werk, maar onderverdeeld in 22 nummers, eenvoudig, “Eine Alpensinfonie”. Het werk was in zijn geheel voltooid op 8 februari 1915 en de partituur werd “in diepe dankbaarheid” opgedragen aan graaf Nicolaus Seebach, de directeur van de Koninklijke Opera in Dresden, waar vier van zijn opera’s in première waren gegaan.Als een oproep aan gigantische orkestrale krachten, is deze rijk geïllustreerde reis, Strauss’ grootste, orkestrale prestatie. Als een immens, muzikaal fresco, vol levendige en prachtige details, is het een gedurfd, optimistisch en gepassioneerd werk, met extreem extatische uitbarstingen van orkestrale kleur en kracht, samen met momenten vol bewonderende contemplatie in een continu verhaal van 22 secties (“Abschnitte”), die Strauss met zijn gebruikelijk, vlot meesterschap  aan het muziekpapier toevertrouwde.Voor Jurowski ligt de aantrekkingskracht van dit stuk niet zozeer in het pittoreske, maar eerder in Strauss’ Nietzscheaanse omhelzing van het leven in het nu en de transformerende kracht van het volledig in harmonie zijn met de sublieme natuur. In dat opzicht deelt dit album niet alleen verwantschap met Jurowski’s eerdere opname van Strauss’ Also Sprach Zarathustra (2017), maar evenzeer met zijn veelgeprezen interpretatie van Mahlers Das Lied von der Erde (2020),waarin hij ook een componist herkende die in het reine kwam met de sterfelijkheid van de mens terwijl hij de onsterfelijke aard van het leven vierde. Niet te missen!Vladimir Jurowski (°1972), de zoon van de dirigent, Michail Jurowski, werd geboren in Moskou. Hij begon er zijn muziekstudie, maar in 1990, verhuisde hij met zijn gezin, waaronder zijn broer Dmitri (dirigent) en zijn zus Maria (pianist) naar Duitsland, waar hij zijn opleiding afrondde aan de Hochschule für Musik Carl Maria von Weber Dresden en de Hochschule für Musik Hanns Eisler. Hij studeerde directie bij Rolf Reuter en zangcoaching bij Semion Skigin. Hij nam deel aan een masterclass dirigeren bij Sir Colin Davis. Jurowski verscheen voor het eerst op de internationale scène in 1995 op het Wexford Festival met Nikolai Rimsky-Korsakov’s opera ‘Meinacht’ en keerde hij terug het volgende jaar voor Giacomo Meyerbeers ‘L’Etoile du nord’, die werd opgenomen door Naxos Records.In april 1996 maakte hij zijn debuut in het Royal Opera House, Covent Garden met “Nabucco”. In september 2015 kondigde het Berlin Radio Symphony Orchestra de benoeming aan van Jurowski als zijn volgende chef-dirigent, met ingang van het seizoen 2017-2018. In juni 2021 kondigde het orkest een verdere verlenging aan van Jurowski’s contract tot en met 31 augustus 2027. In maart 2018 kondigde de Beierse Staatsopera de benoeming aan van Jurowski als zijn volgende Generalmusikdirektor, met ingang van het seizoen 2021-2022.Strauss Eine Alpensinfonie Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin Vladimir Jurowski cd Pentatone PTC 5186 802

https://www.stretto.be/2019/08/09/te-gast-bij-richard-strauss-in-garmisch-partenkirchen/