“Bach, The Art of Fugue” door de pianist, Filippo Gorini, op het label Alpha. Subliem!

Bachs “Die Kunst der Fuga” is het laatste compleet meesterwerk, vermoedelijk gecomponeerd tussen 1740 en 1742. Gebaseerd op het meest recent musicologisch onderzoek, presenteert deze opname een heel nieuwe benadering, uitgevoerd op piano.Bach componeerde tussen 1742 en 1750, tijdens de laatste acht à negen jaar van zijn leven, gecompliceerde contrapuntwerken, de Goldbergvariaties (1742), het Musicalisches Opfer (1747), de Canonischen Veränderungen über Von Himmel Hoch (1747) en Die Kunst der Fuge (1745-1749). Bachs “Die kunst der Fuga” (KdF) is, door de grote verscheidenheid aan thematisch materiaal, even intiem in uitvoering als wetenschappelijk van aard. Het was de samenvatting van de glorieuze tradities van zowel compositietechniek als uitvoeringspraktijk. “Die Kunst der Fuge” was zowel het contrapuntisch opus magnum van Johann Sebastian Bach als zijn laatst compleet en voltooid werk. Het werd vermoedelijk gecomponeerd tussen 1745 en 1749. Volgens het titelblad luidde de oorspronkelijke titel eigenlijk, “Die Kunst der fuga”, met gebruik van het Latijns of Italiaans woord fuga i.p.v. het Duits woord, “Fuge”, zoals in de twee gedrukte edities van 1751 en 1752. Voor de wetenschappelijke benadering van Bach is dit detail belangrijk voor Bach en de numerologie. Gematria, een vorm van numerologie, is nl. een geheime leer die woorden in getallen omzet om daarmee verborgen verbanden te ontdekken.In de “Gematria Bachiana” speelt het getal 14 een belangrijke rol. De optelling van de cijfers die corresponderen met de letters B-A-C-H  (2-1-3-8) in de volgorde van het alfabet), maakt samen 14. De letters J-S-B-A-C-H (9-18-2-1-3-8), vormen samen 41, het spiegelbeeld van 14. De letters van Bachs volledige naam, J-O-H-A-N-N-S-E-B-A-S-T-I-A-N-B-A-C-H, zijn de nummers 9-14-8-1-13-13-18-5-2-1-18-19-9-1-13-2-1-3-8 in het alfabet. De optelling van deze cijfers levert, 158 op. De alfabetische volgorde van de 15 letters van D-I-E-K-U-N-S-T-D-E-R-F-U-G-A, met de a i.p.v. de e in “Fuga”, corresponderen met de cijfers (4-9-5-10-20-13-18-19-4-5-17-6-20-7-1). De som van deze 15 cijfers is, 158. De som van de afzonderlijke cijfers van het getal 158, 1, 5 en 8=14. Dit is het getal dat overeenstemt met de som van de cijfers van de vier letters, BACH, (2-1-3 en 8) = 14.“Die Kunst der Fuga” (KdF), in de vorm en de volgorde in het Berlijns handschrift, heeft alles van een voltooid werk. Het bevat 14 fuga’s en canons, alle gebaseerd op een enkel, origineel thema, als basis van het ganse werk, waarbij de contrapuntische perfectie van de individuele stukken, toenemen qua moeilijkheidsgraad. De enkelvoudige fuga’s (simplex rectus), contrafuga’s, fuga’s met meer thema’s (a tre en a quattro soggetti), spiegelfuga’s (inversus) en de 2 canons, zijn in de gedrukte versie met de gebruikelijke Latijnse en Italiaanse namen aangeduid, per Augmentationem (in contrario motu) en Dimininutionem (met het thema in verdubbelde en gehalveerde nootwaarden), in contrario motu (in tegengestelde beweging), contrappunto simplice inversus en contrappunto duplici (rectus en inversus) (omgekeerd in spiegelbeeld), en in Fuga en Canon alla Ottava, alla Decima of Duodecima, waarbij de volgende stem een octaaf plus decime of duodecime inzet.Bachs zoon Carl Philipp Emanuel schreef na het overlijden van zijn vader in het manuscript bij de laatste fuga “Über dieser Fuge, wo der Nahme B.A.C.H. im Contrasubject angebracht worden, ist der Verfasser gestorben.” In 1751 werd het werk postuum gepubliceerd met een heruitgave in 1752 met een uitgebreide inleiding van Friedrich Wilhelm Marpurg (1718-1795). Ook Marpurg vermeldde de plotselinge dood als oorzaak van het niet afronden van het werk. De vraag is of het onvoltooid werk door overmacht niet is afgerond of dat het onvoltooid is overgeleverd, mede doordat het na Bachs overlijden, uit de nagelaten manuscripten en gecorrigeerde delen moest worden samengevoegd en gerangschikt werd door drukkers. Volgens Christoph Wolff waren er goede argumenten om te betogen dat Bach het werk, al dan niet in schetsvorm, wel degelijk heeft afgerond.Ondanks dat het feit dat het handschrift, één van de 4 bestaande, Berlijnse handschriften in de Staatsbibliotheek in Berlijn, (het “Hauptautograph” en 3 losse bladzijden met een canon en contrapunctus 13 en 14, als bijlagen), al bestudeerd en samengevoegd was met de edities van 1751 en 1752, werd het handschrift als onvolledig beschouwd, als niet veel meer dan een voorbereidende fase. Pas de laatste tijd begonnen onderzoekers, onder wie Christoph Wolff, op te merken dat de KdF zoals het manuscript op het moment van voltooiing, wellicht een vergelijking zou kunnen doorstaan met de vermeende ‘definitieve versie’ van de gedrukte edities, en dus mogelijk verheven zou kunnen worden tot de volledige waardigheid van een “Alte Fassung”.Dit zou betekenen dat het Berlijns handschrift in feite de nieuwste en dichtst bij de definitieve versie van de KdF zou zijn, terwijl de eerste gedrukte editie volledig het resultaat was van de gezamenlijke inspanningen van Bachs kinderen en studenten, daar er geen bewijs is dat Bach ooit betrokken was bij voorbereidende werken met betrekking tot zijn composities. Bovendien lijkt de volgorde die wordt weergegeven in het Berlijns handschrift, beslist logischer en zelfs artistieker dan die van de eerste gedrukte editie, die in vergelijking, minder interessant lijkt en niet zonder compilatiefouten.Bach geeft in zijn werk geen aanduiding voor welk instrument de Kunst der Fuge bestemd is, maar elke stem noteerde hij in navolging van de partituurnotatie van polyfone klaviermuziek, en net als bv. zijn zesstemmig Ricercare uit het Musicalisches Opfer (BWV 1079), op een aparte notenbalk. Deze notatie op vier notenbalken heeft in de 20ste eeuw geleid tot discussies over de vraag voor welk instrument of instrumenten Bach het werk bedoeld zou hebben. Met name de bewerking die de geniale, Zwitserse violist, musicoloog en wiskundige, Wolfgang Graeser (1906-1928) (foto) maakte voor groot orkest, orgel en klavecimbel en die op 26 juni 1927 voor het eerst werd uitgevoerd in de Thomaskerk in Leipzig o.l.v. de toenmalige cantor, de organist, Karl Straube (1873-1950) (foto), heeft de discussie beïnvloed. De versie van Graeser, die op 21-jarige leeftijd in Berlijn zelfmoord pleegde!, werd in 1932 zelfs als supplement opgenomen in de al afgesloten Bach-Gesamtausgabe. Sindsdien bestaan er versies voor diverse instrumenten en voor combinaties van diverse instrumentengroepen, variërend van een strijkkwartet, een blokfluit- (Amsterdam Loeki Stardust Quartet), gamba- (Phantasm o.l.v. Laurence Dreyfus of Fretwork) of gitaarconsort (József Eötvös), hout- en koperensembles (Canadian Brass), tot een barok- (bv. Savall) , harmonie- of symfonieorkest (bv. o.l.v. Hermann Scherchen), elektronisch (Yūji Takahashi of Jeffrey C Hall), synthesizer (FM_Kantor), en zelfs een versie door de Amerikaanse funkband, Vulfpeck, voor talkbox of jappiotube (2016). Nochtans komt op basis van het toonbereik van de individuele stemmen, het kruisen van de tenor- en baslijnen, de sleutels, de klavier-typische eigenaardigheden in de compositie en de versieringstekens die Bach alleen voor klaviermuziek gebruikte, enkel (met uitzondering van het orgel, ondanks verschillende opnames), een klavierinstrument in aanmerking, klavichord, klavecimbel of piano, en voor de spiegelfuga’s, 2 klavierinstrumenten. Deze bijzondere opname, gespeeld op piano, komt in de lijn van de opnames door o.a. Richard Buhlig en Wesley Kuhnle (1934), Glenn Gould (1962), Charles Rosen (1967), Grigory Sokolov (1982), Tatiana Nikolayeva (1992) of Pierre-Laurent Aimard (2008).Na cum laude te zijn afgestudeerd aan het Donizetti Conservatorium in Bergamo en een postdoctorale opleiding aan de Mozarteum Universiteit in Salzburg te hebben voltooid, vervolgt de Italiaanse pianist Filippo Gorini, zijn studie bij Maria Grazia Bellocchio en Pavel Gililov, en wordt hij begeleid door Alfred Brendel. Voor deze opname, dompelde hij zich onder in De Kunst der Fuge, het onvoltooid mystiek meesterwerk van Johann Sebastian Bach. “De opvatting dat het alleen als een theoretisch wonder moet worden gezien, is misplaatst: naarmate het contrapunt en de canons evolueren in formele complexiteit, zo ook hun emotionele spanning, tot het hartverscheurende mysterie van de onvoltooide Fuga XIV”, vertelt de jonge pianist, winnaar van een Borletti-Buitoni Trust-prijs in 2020, wiens eerste twee albums voor Alpha zeer goed werden ontvangen (o.a. Diapason d’Or, 5 sterren in BBC Music Magazine). Parallel met de release van deze cd, lanceert Filippo Gorini een website (www.TheArtOfFugueExplored.com), met een documentaire reeks met o.a. gesprekken met persoonlijkheden en films over het werk van Bach. De jonge pianist is zelfs zo ver gegaan om met als titel, “Preludes to The Art of Fugue”, 14 Engelse sonnetten en 4 haiku’s, over en bij het meesterwerk te schrijven…Schitterend!Bach The Art of Fugue Filippo Gorini 2 cd Alpha ALPHA755