“Ravel que J’Aime”, door Brenda Lucas Ogdon, piano, op het label Sterling. Onbetaalbaar!

De nu 86! jarige, Brenda Lucas Ogdon, koos o.a. Ravels “Miroirs”, 4 walsen uit zijn “Valses nobles et sentimentales” en 3 stukken uit “Le tombeau de Couperin”. De opbrengsten van deze release, gespeeld op een magnifieke Fazioli F-278, en opgenomen in november 2020, gaan integraal naar “Shelter”, een in Engeland gevestigde liefdadigheidsinstelling voor daklozen.Hoewel Maurice Ravel (1875-1937) pianist was en hij zijn magische pianomuziek componeerde met alle kennis van het instrument, had hij niet de techniek van bv. Chopin, Liszt of Rachmaninov, om een echte virtuoze componist-pianist te zijn. Daarom werden Ravels pianowerken niet geschreven om pianistische virtuositeit als doel op zich te demonstreren. Ook al waren sommige ervan, zoals de suite “Gaspard de la Nuit”, immense uitdagingen voor de uitvoerder. In de ban van nooit eerder gehoorde klanken uit het Oosten, nieuwsgierig naar Oost-Europese folklore, de Spaanse cultuur koesterend, gedeeltelijk gekoppeld aan zijn persoonlijke, Baskische afkomst, liet Ravel zich daarentegen voortdurend inspireren door de meest diverse, muzikale bronnen.De muziek van Ravel, sinds zijn debuut geliefd bij musici en publiek, is daarom altijd een eerder moeilijk onderwerp geweest voor de muziekwetenschap. De traditionele, stilistische categorieën, impressionisme, symbolisme en neoclassicisme, hoewel op zich relevant, hadden nl. te weinig aanknopingspunten met dit fascinerend en raadselachtig oeuvre. Maurice Ravel werd geboren in Ciboure aan de kust in Frans-Baskenland, nabij de Spaanse grens, en was van moederszijde van Baskische afkomst. Zijn vader was een ingenieur uit Franstalig Zwitserland. Nog in Ravels geboortejaar, verhuisde het gezin naar Parijs. Ravel bracht weliswaar het grootste deel van zijn leven door in Parijs, maar was desondanks toch buitengewoon trots op zijn Baskische afkomst. Veel elementen van Baskische volksmuziek zijn trouwens terug te vinden in zijn composities.De pianoversie van de “Valses nobles et sentimentales”, opgedragen aan Louis Aubert (1877-1968), werd gepubliceerd in 1911 en de orkestversie volgde een jaar later. De titel werd gekozen als eerbetoon aan Franz Schubert, die in 1823, 2 verzamelingen walsen had uitgebracht, getiteld Valses nobles en Valses sentimentales. De piano-editie van Ravels walsen werd gepubliceerd met een citaat van Henri de Régnier, “…le plaisir délicieux et toujours nouveau d’une occupation inutile.”“Miroirs” is een suite voor solopiano uit 1904-1905, die door Ricardo Viñes in 1906, in première werd gespeeld. “Miroirs” bestaat uit vijf delen “Noctuelles” “Oiseaux tristes” “Une barque sur l’océan” “Alborada del gracioso” en “La vallée des cloches”. Elk deel werd opgedragen aan een lid van de Franse impressionistische groep, “Les Apaches” (Léon-Paul Fargue, Ricardo Viñes, Paul Sordes, Michel Dimitri Calvocoressi, en Maurice Delage (Ravels eerste leerling)). “Une barque sur l’océan” en “Alborada del gracioso”, werden respectievelijk in 1906 en 1919, door Ravel zelf, meesterlijk georkestreerd. “Le tombeau de Couperin” werd gecomponeerd tussen 1914-1917. Het werd in april 1919 door Marguerite Long in première gespeeld. De Prélude is opgedragen aan Luitenant Jacques Charlot, de Fuga aan Onderluitenant Jean Cruppi, “Forlane”, aan Luitenant Gabriel Deluc, “Rigaudon”, aan Pierre & Pascal Gaudin, het Menuet, aan Jean Dreyfus en de finale Toccata, aan Kapitein Joseph de Marliave.De Engelse pianiste, Brenda Lucas Ogdon (°1935) studeerde in 1957, cum laude af aan het Royal Northern College of Music. John Ogdon (1937-1989) was tegelijkertijd student aan het College en John en Brenda trouwden in 1960. Brenda Lucas Ogdon begon aan een solocarrière, speelde op 21-jarige leeftijd samen met het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra, en gaf solorecitals voor de BBC vanuit de Manchester Studio. Begin jaren zestig gaf ze ook een solorecital in de Wigmore Hall. John en Brenda traden op als duo en werden uitgenodigd om op verschillende grote festivals te spelen, zoals Edinburgh (1962/1963), Cheltenham, Aldeburgh en Sintra. In 1985 toerden Brenda en John door de Sovjet-Unie en speelden Duo-recitals in Moskou, Leningrad en Kiev. Naast concerten met verschillende Amerikaanse orkesten, speelde ze in Dallas, Texas, Jackson Hole, Wyoming, Indiana University en Colby College, Man. In 1993 richtte Brenda Lucas Ogdon de John Ogdon Foundation op, een liefdadigheidsinstelling die zich inzet voor het behoud van de nagedachtenis van John Ogdon. In 1997 verscheen ze op de South Bank tijdens een galaconcert voor “John Ogdon’s 60th Birthday”.Dat een 86 jarige pianiste, daarenboven de weduwe van één van de beste, Engelse pianisten van de 20ste eeuw, Ravel nog op zo’n manier kan spelen, dwingt het grootste respect af. Laat de velociteit van de vingers het hier en daar afweten, is de unieke gevoelsexpressie en sonore diepgang van Ravels magische klankenwereld, (nog) meer dan ooit aanwezig. Deze dubbel cd is onbetaalbaar en mag u daarom ook voor geen geld ter wereld missen. Ze straalt een artistieke boodschap uit van vertrouwen, hoop en geloof in de relativiteit van begrippen als tijd en continuïteit, waar Einstein en de zijnen enkel en alleen maar konden van dromen! Tracklist:

CD 1:

Jeux d’eau

Sonatine

Miroirs

From “Valses nobles et sentimentales” (II, III, IV, V)

A la manière de Borodine

A la manière de ChabrierCD 2:

From “Le Tombeau de Couperin” (I, II, IV)Ravel que J’Aime Brenda Lucas Ogdon – Piano 2 cd Sterling CDA1855